Wettig en overtuigend bewezen (19): Drie flessen wijn om de vrijheid te vieren en toen ging het weer mis
De dag begon goed voor Aleksandr (32). Na twee weken cel was hij eindelijk weer vrij man. Van zijn vrienden kreeg hij drie flessen wijn om het te vieren. Hij dronk het geschenk in één middag op. En toen moest er gegeten worden, maar helaas: geen geld. Bij de Albert Heijn deed Aleksandr daarom boodschappen zonder te af te rekenen. Dat viel op en nog diezelfde avond zat hij weer achter tralies.
Nu staat hij terecht in Rotterdam, een zogeheten ‘supersnelrechtzitting’ voor de politierechter. Aleksandr is drie dagen geleden opgepakt. In korte broek en op sandalen werd hij zojuist vanuit het gedetineerdenvertrek de rechtszaal binnen geleid. Zijn tolk was er al. Aleksandr komt uit de EU-lidstaat Letland en heeft geen vast adres. Eén, maximaal twee dagen werkt hij als industrieel schoonmaker in de Rotterdamse haven. Graag zou hij meer werken, maar het uitzendbureau belt hem te weinig.
De dagvaarding leest als een boodschappenlijstje: één zak andijvie, een pak Twix-repen, een zalmschotel, een kant-en-klaarmaaltijd Chinees en een gesmeerde sandwich. Aleksandr bekent alles. “Drinkt u normaal ook vrij veel alcohol?” vraagt de rechter, vanwege zijn dronkenschap in de AH. “Normaal gesproken niet,” zegt de verdachte via zijn tolk. Dan houdt hij het bij één fles wijn per dag.
Wat komt u eigenlijk doen in Nederland, vraagt de rechter. Aleksandr: “De taal leren, een betere baan zoeken en op den duur een gezin stichten.” De rechter: “Heeft u een vriendin?” Nog niet, verklaart Aleksandr. In Letland heeft hij nog wel een ex en twee kinderen. In de drie maanden dat hij in Nederland verblijft, heeft hij al een aardig strafblad opgebouwd. Winkeldiefstal, lokaalvredebreuk. Er hangt nog een week gevangenis voorwaardelijk boven zijn hoofd. De proeftijd was net ingegaan.
Het woord is aan de officier van justitie: “Wat opvalt is dat u in korte tijd verschillende malen met de politie in aanraking bent gekomen. Ik mag hopen dat dit de laatste keer is, want uiteindelijk kunnen de straffen flink oplopen. Het lijkt misschien een eenvoudig feit, maar zo zie ik het niet. Het winkelpersoneel heeft hier erg veel last van. En mensen vinden het gewoon eng. Sommige dieven gebruiken geweld. De verdachte moet met zijn handen van spullen afblijven als hij niet kan betalen. Daar moet hij gewoon mee stoppen.” Hij eist een week cel, met aftrek van voorarrest. “Ik wil u dit meegeven: de eerstvolgende keer zal de straf oplopen tot drie, vier of misschien wel vijf weken.”
De advocaat wijst op de gelaten proceshouding van zijn cliënt. “Hij lijkt er niet veel plezier in te hebben. Hij had honger en was dronken. Het lijkt me verder een normaal iemand. Althans, iemand die normaal zou kunnen functioneren. Eigenlijk heeft hij een zetje nodig, begeleiding. Maar dat kan niet omdat hij een Let is.” De eis van de officier vindt ze overigens “alleszins redelijk”.
“Ik beloof dat u mij hier voor het laatst ziet,” zegt Aleksandr via zijn tolk. “Ik weet dat het verkeerd is en de alcohol zal ik in de gaten houden.” Daar houdt de rechter hem aan, maar met een spijtbetuiging komt Aleksandr niet zomaar weg. De rechter legt hem een week celstraf op. “U moet dus nog vier dagen zitten.” Dan waarschuwend: “Een week is misschien niet zoveel, maar het geduld raakt wel een keer op. En dan worden de straffen hoger. Dat u dat goed in uw oren knoopt.”
Nog voor de rechter uitgepraat is, komt de parketwacht overeind, die positie inneemt achter Aleksandr. “Dan mag meneer nu gaan,” zegt de rechter. Via de zijdeur wordt Aleksandr weggeleid, alwaar hij wordt opgehaald voor transport naar de gevangenis waar hij nog vier dagen moet zitten.
Een eerdere versie van dit rechtbankverhaal is verschenen op nrc.nl.