Realisme
Mijn geliefde denkt over mijn autoriteit trouwens anders. Ze zei: ‘Je praat soms al net als een priester, dus waarom zou je geen docent kunnen zijn?’
De geliefde heeft gelijk, ook als ze ongelijk heeft.
Er was me gevraagd om te kijken of de Rietveldstudenten klaar waren om met hun werk de wereld in te gaan. Maatstaven aan kunst leggen is gecompliceerd. Toch gaf ik soms wat milde kritiek. Bovenal leken de licht gespannen studenten me allemaal erg klaar om niet langer onderwezen te worden.
Er werd besproken in hoeverre fictie de boventoon voerde in hun werk. Ze hadden beelden gemaakt en/of teksten geschreven. De inspiratiebron van iedere student was zijn eigen leven. In zekere zin verworven ze allen meer grip op de realiteit, ze herschikten of vervormden deze naar believen. Eenieder van hen had een eigen stem en creëerde een boeiend persoonlijk universum waar het aangenaam was om tijdelijk in te verkeren. Volgens mij is dat wat je wil van een kunstenaar: een nieuwe schijnwereld.
Na afloop zaten de docenten bij elkaar aan tafel. Een van hen zei: ‘Deze morgen stond ik op een treinstation, naast een groepje pubers van een jaar of 17. Een jongen zei: ‘Ik gebruik haar gewoon als ezel.’ Het liefst was ik erop afgestapt, maar dat deed ik niet. Wel baalde ik ervan dat ik m’n vrouwelijke handtas niet bij me had, voor de genderneutraliteit, om dit seksisme te doven.’
Ik knikte instemmend al opperde ik toch: ‘Misschien had die jongen het over zijn moeder, dat hij haar als ezel gebruikte. Kost en inwoning verlenen, de vaste lasten dragen, als een ezel…’
Hij lachte wat en zei veelzeggend: ‘Ik snap de realiteit vast gewoon niet en ik interpreteer alles waarschijnlijk verkeerd.’
De wereld is de bron, de mens is er voor de verwarring.