Jonah Falke loopt stage (4). Op pad met een herder en driehonderd schapen
Dit artikel verscheen eerder in De Gelderlander, foto: Peter van Tuijl
Een schaapherder lijkt me iemand die teleurgesteld is door mensen en troost vindt bij dieren. Maar Bram Sprey is een lange vriendelijke man met een grote glimlach. Hij is parttime herder en werkt daarnaast in de zorg.
Op het erf van de houten stal in Warnsveld liggen her en der vlokken wol, maar veel schapen zijn er niet. ,,Zijn dit alle dieren?’’ ,,Nee, dit zijn de zieke of te jonge. De kudde is aan het werk.’’
De droom van Bram
Schapen zoeken hun leven lang enkel gras, het doel van de mens is minder helder. Een paar jaar terug kreeg Bram last van existentiële vragen op vakantie: ,,Ik schreef in een groen schriftje: waar word je gelukkig van? Wat wil je? Blijf je je leven dromen of leef je je dromen?’’
Openheid en gelijkwaardigheid zijn mijn idealen
- Bram Sprey
Het is aandoenlijk om te horen van een grote man. Ik vraag wat zijn droom is. ,,Mijn ouders verzorgden gehandicapten, ik groeide tussen ze op. Als kind vond ik dat niks. Ik ben een gezelschapsmens en zij poepten in hun broek en kotsten aan tafel. Dat was niet mijn idee van gezelligheid.’’
De afkeer werd liefde en hij belandde in de zorg. Zijn droom is nu een eigen zorgboerderij. Van dieren heeft hij altijd al gehouden. Bevlogen vertelt hij dat er volgend jaar een hoeve gebouwd wordt waar acht christelijke gehandicapten komen wonen, die tevens zullen helpen bij het schapen hoeden. ,,Openheid en gelijkwaardigheid zijn mijn idealen.’’
Langs het Twentekanaal
Ik knik en vraag of ik de andere dieren mag zien. Op de weg en in de berm langs het Twentekanaal lopen ruim driehonderd schapen. We ontmoeten Spreys collega, fulltime herder Maarten van Baaren. Deze man voldoet meer aan het romantische beeld: hij heeft een stok, een vilten hoedje en een afhoudende lichaamstaal. Naast hem staat zijn zoontje Pelle. Het jongetje weet het nog niet, maar in het kielzog van zijn vader wordt hij geschoold tot herder, hoewel hij zelf zegt dat hij later politieagent wil worden.
Van Baarens terughoudendheid verdwijnt snel als hij vertelt over het vak van een traditionele herder. Terwijl hij kalm spreekt, verliest hij de kudde geen moment uit het oog. Soms schreeuwt hij naar de honden en laat hij ze voor zich drijven. De gehoorzaamheid van de honden en de schapen is fascinerend. De scheidslijn tussen Van Baarens liefde voor en autoritaire houding jegens de dieren is dun.
Aanpassen aan het dier
Ik meen de teleurstelling in de mens van deze herder te zien als er auto’s over de weg, door de kudde heen willen. Zonder haast zegt Van Baaren dat ze om kunnen keren of heel langzaam door mogen rijden. Hier gelden andere regels: de mens moet zich aanpassen aan het dier, en niet andersom.
Of het dier troost brengt, betwijfel ik. Kijkend naar de kudde zegt Van Baaren: ,,Schapen zijn niet aanhankelijk, je kunt ze niet aaien en ze lopen van je weg. Alleen bij elkaar vinden ze rust.’’
Van Jonah Falke verscheen onlangs zijn tweede roman De mooiste vrouw van de wereld.