Zoeken
Voorwaarts (Parker Tuinder)
Parker Giele Tuinder (19) is een jonge zanger, schrijver, kunstenaar uit Amsterdam. Met een brede kring aan creatieve vrienden om zich heen werkt hij aan verschillende projecten; na de zomer van 2019 zal hij in Antwerpen aan het Koninklijk Conservatorium de Kleinkunst-studie volgen. Op het Lebowski Blog publiceert Parker zijn tekst op beeld 'Voorwaarts'.  

Voorwaarts (Parker Tuinder)

Gepubliceerd op 2 september, 2019 om 00:00, aangepast op 1 mei, 2023 om 12:28

Een curatie door Bess van Noord

Over 'Voorwaarts' schrijft Parker Tuinder: "'Voorwaarts' is uit een natuurlijk proces onstaan. Eerst schreef ik de tekst, daarbij wilde ik muziek horen en na een optreden besloot ik dat er beeld bij moest. Bij het tweede en derde deel werd ik natuurlijk bijgestaan. Het werk is voor mij enerzijds een vorm van introspectie (over liefde, geestelijk of fysiek onbehagen), maar ik neem aan dat de urgente toon door menig een mens zal worden gevoeld en herkend. Vlak voor de eindexamens van de middelbare school (2018) was het voltooid; soms voelt het alsof ik hiermee ook fel vaarwel zei tegen die beperkte wereld."  
 

Voorwaarts

Met dank aan:
Mattis Cuypers (camera)
Bess van Noord (lichaam, gezicht, aanwezigheid)
Isabelle Hart (gezicht, stem, aanwezigheid)
Mees Arends (bas)
Bente de Koning (accordeon)
Wolf Gautier (piano)
Storm Rechsteiner (agent)
Opname door: Bridgetone Music (Dyno Hedges)


*


Voorwaarts en voorwaarts
Strompelt weder voorwaarts
De eenmanskermis kijkt
glazig naar achteren
De fik erin

Dum ta da
Dum ta da

Enkel kraakt de kar
Razende wind
Sijpelt modder langs de hoeven
Hoopvolle adem en rook vliegen
Vergezeld door moedeloze blikken
de lucht in

Paard, vel over been
haar aderen pulseren
en gepijnigde ingewanden
Kijk weg!
Een hoopvolle lantaarn brandt woedend
Wielen rollen knarsend door
Alsmaar door

Kreet, regen
De hoeven zuigen de grond leeg
Dum ta da
Dum ta da

Olie loog
Een lamp verdrinkt

Voorwaarts, voorwaarts, voorwaarts

Donker goud, vanuit het licht
Vliegt in dezelfde vlaag van opwinding
Door het keelgat

Planken, hoogst in spanning
Splinteren opgewonden

Houten regen
Wordt bemerkt door onrustig ongedierte
Goden vellen hun oordeel
En ieder instinctief insect
Splintert door elkaar heen

Kleine kever bij 
Zijn gespieste moeder…
Geen liefde voor de dood

Voorwaarts, voorwaarts!

Stilte na de slachting

Overlevenden waden door
Het bemodderde dal
Op naar de liefde

Dum ta da
Dum ta da
Dum ta da

Ver boven hier
Klinkt een vloek vanuit een vlaag van woede
De teugels vieren 
En springen in de kar
De huif is tot onrede gedwongen
te scheuren
en uitgeput dwaalt één blik
diep naar achteren

twee kevers creëren een nieuw leven
in liefdeloos vuur 

Wind, nu gepijnigd
En irritatie, ook in zijn oog
Verblind door de kleinste splinter

Zenuwachtige zenuwen van de nachtmerrie
trillen, en angstig voor het verleden
giert ze naar voren
laat het ver weg achter
daar, precies daar waar het hoort;
voorwaarts, voorwaarts

Waar, waar?
Maar, maar voorwaarts!

na de brul
een slot gepenetreerd door de subtielste
de pulserende sleutel

ze springt open!
en doneert
een pincet, naaigerij, zwart goud, lucifers
De splinter uit zijn eigen oog
om het doek te helen
warm bloed glijdt in en langs dat oog

Rode lipafdrukken
op zijn zakdoek die hij scheurt
verbindingen tussen het rood
gevolgd door een saluut

Voorwaarts, voorwaarts

Altijd naar voren
Zie
Een lantaarn, verleidelijk
Haar vormen geaccentueerd
Door het aangerande vet
snakkend naar die vlam
haar bestaan eist beminning
ze bereidt zich
voor/dat de lont strijdvaardig is..

voorwaarts, voorwaarts

Een ontvlamming
Cirkels van vuur
Succes!,
maar eindig
dus haast je, haast je
smeekt ze alsmaar

haar minnaar, met koude handen
warme ogen en hitte in het hart, eindeloos

voorwaarts, voorwaarts

Vader is woedend
Gepassioneerde klappen
gepaard met gepassioneerde luchten
traumatiseren de grond

Broeder, zuster
Houd vol!
Deze dief zal sterven
Dum ta da

Wordt gekrijst in het wit
Licht en liefde
Achter en voor, gedoofd

Overal om ons heen
enkel ruimte over voor
het puffen van de hoeven
de huilende wind
stervende bladeren
het gekrijs

oorsprong vanuit
een duidelijke hoek
waar we het lustobject naar wijzen

zie de verscheurde raaf
met doffe ogen
schreiend, niet uit woede maar
uit medelijden

de pomp stelt teleur
bloed ontvlucht precies daar
waar ze het meest begeerd wordt 
alle vier de pilaren storten neer
en breken als van ivoor
en de raaf, hij glimlacht wrang

pak het allemaal,
die overbodigheid
neen, misproductie is
absoluut onvergeeflijk
en de scharnieren bewegen,
geolied of niet

voorwaarts

 

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: