Pop en literatuur (70): Yes en Lev Tolstoj
Ga er even voor zitten. Dit nummer is een uitgesponnen muziekstuk van ruim twintig minuten. En dat is niet zo gek, als je bedenkt dat het nummer gebaseerd is op een roman van een dikke 1500 bladzijden.
Oorlog en vrede van de Russische graaf Lev Tolstoj is een klassiek meesterwerk uit de negentiende eeuw, dat uitgebreid verslag doet van de Napoleontische oorlogen. Het boek telt vier kloeke delen en is volgens de schrijver eigenlijk niet een roman en al evenmin een historische kroniek. Eerder is het een filosofische verkenning van menselijke verhoudingen.
In Oorlog en vrede volgen we drie hoofdpersonages, graaf Andrej Bolkonski, Natasja Rostova en Pierre Bezoechov, hun liefdesverwikkelingen, de feesten van de adellijke families waar ze deel van uitmaken en dat alles tegen de achtergrond van Napoleons fataal verlopen Russische veldtocht. Persoonlijk wel en wee en wereldgeschiedenis raken zo met elkaar verweven. Tolstoj sluit af met een uitgebreide bespiegeling over oorlog en vrede, waarin hij zich ook de vraag stelt of de geschiedenis wordt bepaald door individuen of door de massa. Zijn antwoord is: dat laatste. Napoleon is bij Tolstoj niet meer of minder dan de voltrekker van het noodlot. Wat gebeuren moet, zal gebeuren.
Het is niet overdreven om te stellen dat dit boek het literaire standaardwerk over oorlog is (misschien op de Ilias na). En het is dus evenmin vreemd dat Yes juist dit werk als uitgangspunt nam om een rockalbum over oorlog en vrede te maken. Aanvankelijk was het de bedoeling om een heel album aan Tolstojs roman te wijden, maar uiteindelijk werd het één nummer, zij het een nummer dat de hele A-zijde van de lp Relayer (1974) beslaat.
Yes – 'The Gates of Delirium'
Stand and fight, we do consider Stand the marchers soaring talons Choose and renounce, throwing chains to the floor Wars that shout in screams of anguish Words cause our banner, victorious our day Listen, should we fight forever Listen, your friends have been broken The fist will run, grasp metal to gun Soon, oh soon the light Soon, oh soon the time Long ago, set into rhyme Soon, oh soon the light Soon, oh soon the light |
Yes wordt doorgaans gerekend tot de progressive rock, kortweg progrock (ook wel artrock of symfonische rock, al zijn er dan ook weer mensen die onderscheid maken tussen al deze stromingen), waarvan ook bands als Genesis, Pink Floyd en later Marillion exponenten zijn. Kenmerkend zijn de vaak uitgesponnen nummers, die zich kenmerken door muzikale virtuositeit, experimenteerdrift en intelligente teksten. Daarbij past wel een onderneming als deze: een muzikale vertaling maken van een van de omvangrijkste en invloedrijkste romans uit de literatuurgeschiedenis.
Tegelijkertijd is het natuurlijk onbegonnen werk om in twintig minuten tijd de complete tekst van Tolstoj recht te doen. Het nummer, hoe ambitieus ook, in geen navertelling of samenvatting van Tolstojs boek. Het is wel een muzikale interpretatie van oorlog en van vrede, zoals Tolstoj er een literaire verkenning van is.
Dat is terug te horen in de opbouw van het nummer. Het is de aankondiging van een veldslag, een aanval en een moment van victorie, eindigend in vrede. Het nummer kent een vocaal deel van ongeveer acht minuten, dan een lang instrumentaal deel dat een veldslag voorstelt, waarna de vrede aanbreekt (‘Soon, oh soon the light’). In het nummer wordt de vraag gesteld of er ooit een einde komt aan de eeuwige cyclus van oorlog en vrede: ‘Listen, should we fight forever?’ Het antwoord lijkt gegeven te worden door de daaropvolgende veldslag. Die gaat overigens gepaard met een muzikaal experiment: de band kocht een berg auto-onderdelen bij een sloperij, die ze gebruikten om op te slaan, bij wijze van percussie. Halverwege het nummer is het geraas te horen van het complete rek met auto-onderelen dat omgedonderd wordt.
Maar het nummer eindigt met de hoop op betere tijden. De vrede als nieuw licht in de duisternis. Het doet denken aan het einde van deel 2 van Oorlog en vrede, dat eindigt met Pierre die, huiswaarts kerend, naar de donkere avondlucht tuurt en daar de komeet van 1811-1812 ziet:
Alleen doordat hij de ogen opsloeg naar die hemel, raakte Pierre het gevoel kwijt dat alle aardse zaken laaghartig en vernederend schenen tegenover de hoogte, waarheen zijn ziel zojuist opgestegen was.
Het aardse leven is niet betekenisloos of zinloos, zo beseft Pierre hier. Er is de belofte van een nieuw begin. De komeet, die voor veel mensen een onheilsteken was (volgens sommigen voorspelde de komeet zelfs Napoleons inval in Rusland) en mensen angst inboezemde, is voor Pierre een teken van hoop. In ‘The Gates of Delirium’ breekt ook een nieuwe dag aan: ‘Soon, oh soon the light/ Pass within and soothe this endless night’. Aan iedere nacht komt uiteindelijk een einde. Maar aan iedere dag ook.