Konijn
Tijdens onze eerste ontmoeting, bij een herdenking van de Tweede Wereldoorlog, werd de medewerkster gebeld door haar dochter. Ze excuseerde zich, kwam terug en zei: ‘Het konijn van mijn dochter wordt ingeslapen.’ En toen lachend: ‘Normaal gaat het konijn voor maar vandaag is de Tweede Wereldoorlog belangrijker.’
De oorlog vormde een rode draad in deze reportage: tijdens mijn laatste bezoek keken de medewerkster en ik uit op de John Frostbrug, waar de slag om Arnhem werd verloren tijdens de oorlog. Ze zei: ‘Ooit las ik dat als je succesvol en rijk wilt worden, je rechts en slecht moet zijn. Ik word steeds rechtser, al wil ik dat niet, ik stem nog links hoor maar het is een eenheidsworst aan die kant.’ Over de linkerkant sprak ze alsof het een vakantiebestemming was die vroeger niet toeristisch was. Maar de linker- of rechterzijde interesseerde me nauwelijks, liever wilde ik weten of ze een slecht mens was. Ik vroeg het haar.
‘Hopelijk ben ik geen slecht mens, al weet je dat nooit zeker.’ Ze zei dat ze haar rechtse vrienden koesterde. Want dat dwingt om na te denken over je eigen standpunten.
‘Moet jij eigenlijk wel in de politiek werken?’
‘Nee, ik ga ook een andere baan zoeken, het is tijd om weer met echte mensen te werken.’
Daarin meende ik te horen: politici komen vaak eenduidig over, de mens niet. Net als Albert Camus koesterde ze de menselijke verwarring. Camus schreef: ‘Hij [de kunstenaar] zoekt geen verklaring of oplossing voor zijn vragen en verlangens, maar wil ondervinden en beschrijven.’
Ook ik vond het moeilijk om geen verklaring of oplossing te zoeken die middag. Want ik keek wel naar de John Frostbrug maar ik dacht niet aan de oorlog. Ik dacht aan het dode konijn.
Van Jonah Falke verscheen onlangs zijn tweede roman De mooiste vrouw van de wereld.