Zoeken
Ik heb geleefd #35. Ankie (75) dacht altijd haar invalide man te overleven, maar is nu zelf uitbehandeld
Annemarie Haverkamp praat met mensen over hun leven en het einde dat nadert. Jan en Ankie le Duc waren er altijd vanuit gegaan dat híj als eerste zou overlijden. Maar sinds april van dit jaar is alles anders, toen bleek dat zíj uitbehandeld is.

Ik heb geleefd #35. Ankie (75) dacht altijd haar invalide man te overleven, maar is nu zelf uitbehandeld

Gepubliceerd op 16 september, 2019 om 00:00

 

Dat Ankie le Duc verwachtte haar man te overleven was niet zo onlogisch. Jan zit al zestien jaar in een rolstoel als gevolg van een erfelijke aandoening. Hij is vaak ziek en heeft altijd pijn. En dan nog iets: hij is bijna zeven jaar ouder dan Ankie. 81 versus 75.

 

Afgekeurd

‘Wilt u een Zeeuwse bolus?’ Ze mag dan ziek zijn, Ankie zorgt goed voor haar bezoek. Ze serveert koffie op de antieke tafel. ‘Wij zijn rasechte Middelburgers,’ zegt ze. Dat ze nu in een zorgappartement in Vlissingen wonen, heeft puur en alleen te maken met het feit dat Jan veel hulp nodig heeft. ‘We hebben niets met Vlissingen,’ vult haar echtgenoot aan. ‘Maar qua gezondheid hoor ik hier thuis. Deze faciliteiten hebben we in Middelburg niet.’

Ze zijn al 58 jaar bij elkaar. Hij werd afgekeurd toen hij 47 was, zijn carrière bij de ABN Amro was plotsklaps voorbij. Zij nam het stokje over en ging werken als verkoopster in een modezaak, later werd het ondermode. ‘Als zij thuiskwam, zorgde ik dat het eten op tafel stond,’ vertelt Jan. ‘Ik deed het huishouden en de was.’

Maar fysiek takelde hij steeds verder af en inmiddels is hij volledig afhankelijk van haar. Ankie: ‘We gaan veel op pad. Ik rijd nog auto en als we ergens heengaan, klap ik de rolstoel in en uit.’

 

Kwaadaardig melanoom

Twee jaar geleden zag de kapper een verdacht plekje op het hoofd van mevrouw Le Duc. Ankie had al eerder kankerplekjes uit haar gezicht laten weghalen en ging naar de dokter. Daar bleek dat ze een kwaadaardig melanoom had. ‘We hebben vroeger te veel van de zon gesnoept,’ zegt ze terwijl ze door het raam kijkt. ‘Hele dágen lagen we op het strand.’ Waarschijnlijk ligt daar de oorzaak van haar huidkanker.

Er volgden een operatie en 35 hechtingen. ‘Ik was schoon, zeiden ze.’ Nou, mooi niet. Niet veel later openbaarden zich uitzaaiingen in haar lever en botten. En in april van dit jaar, na verschillende behandelingen, hoorde ze haar doodsvonnis klinken: ‘Mevrouw, we kunnen niets meer voor u doen.’

‘Dat was zo raar. Ik dacht – en dat denk ik nog steeds vaak – dit gaat niet over mij! Ik ben altijd zo gezond geweest.’

 

Mooi leven

Ze herinnert zich hoe ze na het slechte nieuws bij haar zoon in de auto zat. Jan was thuis, want die kan zonder haar geen kant op. Ze belde hem vanuit de auto met de boodschap dat ze nog maar een paar maanden had. Hij was in tranen. ‘Maar mijn zoon en ik hebben hele fijne gesprekken gehad tijdens die rit. Ik zei tegen hem: je moet niet gaan treuren als je moeder er straks niet meer is, want ik heb een mooi leven gehad.’

En dat meent ze. Neem alle reizen die ze samen hebben gemaakt. Overal is ze met Jan geweest: Florida, Maleisië, Cuba. ‘Niet met zo’n groepsreis, daar houden wij niet van. Gewoon alles zelf regelen. In Venezuela zaten we in een bus vol kippen. Gingen we tussen de lokale bevolking naar het strand. Weet je nog, Jan?’

Hij lacht. Ja, zijn vrouw zat altijd vol plannen. Toen de drie kinderen nog klein waren, kwamen haar ouders bij hen in huis, zodat ze samen op vakantie konden. ‘Er zijn mensen die denken dat ze later wel gaan reizen,’ zegt hij, ‘als ze oud zijn. Maar dan zul je zien dat de een mank is en de ander wordt ziek. Wij hebben alles nu gedaan. Zo is Ankie: nu, nu, nu!’

 

Verzorgingsflat 

Allebei zijn ze dankbaar voor wat ze hebben gehad. Toen Jan vanwege zijn invaliditeit niet meer kon vliegen, crosten ze met de auto door Europa. Ankie achter het stuur.

Jan ziet ertegenop dat hij straks alleen overblijft. Hij kan er niet meer even uit voor een kopje koffie op een terras. Aan de andere kant is hij blij dat ze al in een verzorgingsflat wonen; hij hoeft maar op een knop te drukken en er komt hulp. ‘Ik ben heel nuchter,’ zegt hij. ‘Ik zie wel hoe het me dan vergaat.’

 

Kleine uitstapjes

Ankie benadrukt dat de fase waarin ze nu zitten ook heel waardevol is. Kleine uitstapjes naar hun geliefde Middelburg maken ze. En binnenkort gaan ze naar Brabant. Gelukkig heeft ze geen pijn. ‘Er zijn mensen die zeggen dat het oneerlijk is dat ik nu ziek ben. Onzin! Wat is oneerlijk? Zinloos geweld, dat is oneerlijk. Ik ben 75, ik heb alles gehad.’

‘Maar het is wel oneerlijk dat je een invalide man achterlaat,’ grapt Jan vanuit zijn stoel.

Zij schiet in de lach. ‘Ach, jij!’

 

Dit artikel verscheen eerder in het Algemeen Dagblad. Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@persgroep.nl. Annemarie Haverkamp schreef bij Lebowski De achtste dag, over timmerman Egbert die leeft met zijn zwaar gehandicapte kind. Wanneer Egbert hoort dat hij nog maar kort te leven heeft, moet hij noodgedwongen nadenken over de toekomst van zijn zoon. Luister ook de podcast die we opnamen met Annemarie Haverkamp over haar roman, over het leven en over de dood.

Auteurs
Auteur: Annemarie Haverkamp

Annemarie Haverkamp (1975) is schrijver en journalist voor diverse kranten en tijdschriften. Met haar debuutroman De achtste dag won ze zowel De Bronzen Uil 2019 als de Anton Wachterprijs 2020. Ze is hoofdredactrice van universiteitsblad Vox en columniste bij De Gelderlander.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: