Ik heb geleefd #40: Fleur (37) heeft nog maar kort te leven, maar gaat gewoon elke dag naar kantoor
Haar collega’s zijn inmiddels wel gewend aan de cynische humor van hun ongeneeslijk zieke collega. Fleur voelt zich er prettig bij. ‘Zo maak ik het bespreekbaar.’
‘Het’ is het sterven. Fleur is net 37 geworden, de ballonnen hangen nog voor het raam. De 40 zal ze niet halen. Dankjewel, darmkanker.
Chemokuur
Vandaag werkt ze thuis, aan de grote tafel in Geldermalsen. De reden is dat ze net een chemokuur achter de rug heeft, en daar is ze altijd een paar dagen flink ziek van. Met handschoenen aan schuift ze haar laptop opzij. ‘Van de kuur krijg ik hele koude handen.’
De tabletten zullen Fleur niet beter maken, maar geven haar extra tijd. Een halfjaar of zo, hoopt ze. ‘Als deze behandeling niet meer werkt, is het gedaan. Dit is het laatste middel dat ze me kunnen geven.’
Werken
Fleur werkt fulltime als adviseur binnendienst bij financieel dienstverlener Claeren. En ook al heeft ze nog maar kort te leven, ze piekert er niet over daarmee te stoppen. ‘Als je werkt, hoor je er nog bij,’ zegt ze. ‘Zou ik thuis op de bank gaan zitten, dan voelt het alsof ik wacht tot de dood me komt halen.’
Ja maar... er zijn toch belangrijkere dingen in het leven dan werken? Fleur rolt met haar ogen. Hoe vaak ze dát al niet gehoord heeft. Haar antwoord is helder: ‘Ik vind mijn werk gewoon heel leuk.’
Begin 2018 kreeg ze de diagnose. De kanker in haar darmen was niet te genezen. Het was een enorme klap in haar gezicht. Wie verwacht nou zo jong dood te gaan? Er volgde een zwaar traject van operaties, bestralingen en chemokuren. Negen maanden zat ze ziek thuis. Tot ze zich beter begon te voelen en zich afvroeg: ‘Als ik in de zon een boekje kan zitten lezen, dan kan ik toch ook werken?’
Oude Fleur
Ze benaderde haar werkgever met het plan weer aan de slag te gaan. Hij was niet direct overtuigd. Ook hij vroeg zich goedbedoeld af of er geen belangrijkere dingen in het leven zijn dan werken. Maar Fleur zette door. ‘Ik was heel erg klaar met thuis koffiedrinken. De raarste mensen komen langs als je ziek bent. Mensen die je in geen járen hebt gezien en op wie je ook totaal niet zit te wachten.’
Fleur wilde verder gaan met leven. Niet langer de zieke Fleur zijn, maar terugkeren naar de oude Fleur aan wie mensen niet continu vroegen hoe het met haar ging. ‘Dat gevraag, dat wordt op een gegeven moment echt irritant...’
Uit eten
Daarbij: ze voelde zich goed. Nog steeds trouwens. Tussen de chemokuren door gaat ze gewoon uit eten en loopt ze hard. Op het aanrecht staat een aangebroken fles wijn. Ze knikt. ‘Ja, ik kan ook nog wijntjes drinken.’ Soms denkt ze weleens dat het allemaal één grote vergissing is, dat haar scanfoto’s zijn verwisseld met die van een ander. ‘Maar dan zie ik mijn geboortedatum erop staan en denk ik: het zal toch wel kloppen.’
Dit jaar is ze vijf jaar getrouwd met haar man. Net als zij, werkt hij fulltime. Ze heeft er een goed gevoel bij als hij ’s ochtends de deur uit gaat. ‘Ook voor hem is werk aflei...’
Eerlijk
Haar telefoon gaat. Fleur neemt op. Het is haar werkgever. Ze zegt dat ze later zal terugbellen. Ik vraag of hij in dit stadium nog eerlijk tegen haar is. Durft hij er iets van te zeggen als zijn zieke werkneemster slecht werk zou leveren? Fleur is even stil. ‘Inmiddels denk ik van wel, ja. Maar het was even zoeken.’
Waar waren we? Bij haar man die fulltime werkt. ‘Ook voor hem is het dus afleiding.’
Ze hebben geen waslijst aan dingen die ze nog samen willen doen. Het leven was goed. Met vrienden, familie, een fijn huis. Voor haar 37ste verjaardag nodigde Fleur zeventig gasten uit. Meer dan anders, omdat ze wilde vieren dat ze nog een verjaardag kón vieren. Voor haar collega’s bakte ze een taart. Haar bureau was versierd.
Ceremonie
Fleur schuift haar stoel naar achteren. Met handschoenen aan serveert ze een tweede rondje koffie. Volgende week heeft ze een afspraak met een uitvaartondernemer. Haar vriendinnen zullen een grote rol spelen tijdens de ceremonie.
Ze drukt een tweede werktelefoontje weg. Neemt een slok. Nog een koekje? Fleur Duijvestijn kijkt langs de felicitatiekaarten naar de zithoek. ‘Er komt natuurlijk een moment dat ik daar wel op de bank lig. Dan hebben we een probleem.’
***
Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@persgroep.nl
Dit artikel verscheen eerder in het AD.
Annemarie Haverkamp won met haar roman De achtste dag de Bronzen Uil 2019, de Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige debuut van het afgelopen jaar.