Pop en literatuur (77): Yes en Ovidius
De Metamorphosen spreken ook zo’n 2000 jaar nadat ze werden neergepend door Ovidius, nog altijd tot de verbeelding. Vorige week citeerde ik al een stukje, al leek The Herd meer bij Vergilius te rade zijn gegaan. Veel verhalen uit de Metamorphosen zijn zo bekend dat je je nauwelijks nog realiseert waar ze vandaan komen. In veel verhalen draait het, zoals de titel al doet vermoeden, om een gedaanteverwisseling. Mensen veranderen in bomen, vogels of andersoortig pluimvee. Goden kunnen allerlei gedaantes aannemen en soms komt een standbeeld dankzij goddelijke interventie tot leven. Dat laatste is het geval in het verhaal van Pygmalion.
De mythe van Pygmalion is verweven met het verhaal van vorige week, over Orpheus en Eurydice. Na de dood van Eurydice en Orpheus’ mislukte poging om haar terug te halen uit het dodenrijk, zwerft de zanger radeloos van verdriet rond met zijn lier. Met zijn muziek trekt hij bomen en dieren aan (onder andere een cipres waarin de knaap Cyparissus huist) en zingt voor hen een aantal liederen. Eén daarvan gaat over Pygmalion, een beeldhouwer die een afkeer heeft van vrouwen en een verstokte vrijgezel is. Het thema sluit aan bij de belevenissen van Orpheus zelf, die na het verlies van Eurydice geen vrouw meer aanraakt en een voorkeur ontwikkelt voor jonge mannen, hetgeen hem de reputatie van vrouwenhater oplevert.
Pygmalion vervaardigt een beeld van een jonge vrouw, dat zo levensecht is dat hij verliefd wordt op zijn eigen schepping. Hij wil niets liever dan dat het beeld tot leven komt. Tijdens het feest van Venus, na afloop van het traditionele offer, blijft hij bij het altaar staan en bidt hij dat zijn wens bewaarheid zal worden. Zodra hij thuiskomt en het beeld kust, komt het tot leven. Ze trouwen. Einde.
Het verhaal heeft door de eeuwen heen tal van kunstenaars geïnspireerd. De Franse neo-classicistische schilder Jean-Léon Gérôme bijvoorbeeld, maakte meerdere schilderijen en een sculptuur gebaseerd op het verhaal. Bij hem heeft de geliefde van Pygmalion inmiddels ook een naam, die bij Ovidius nog ontbrak: Galatea.
Metropolitan Museum of Art, New York City, door Jean-Léon Gérôme, 1890 || sculptuur van Jean-Léon Gérôme, 1890. Zie online bron.
Maar ook muzikanten laten zich niet onbetuigd. Het nummer ‘Turn of the Century’ (1977) van Yes (de band die ook al eens met Tolstoj aan de slag ging) vertoont duidelijk parallellen met de mythe van Pygmalion.
Yes – Turn of the Century
Realising a form out of stone Set hands moving Roan shaped his heart Through his working hands Worked to mold his passion into clay Like the sun
In his room, his lady She would dance and sing so completely "So be still," he now cries "I have time, oh let clay transform thee so."
In the deep cold of night Winter calls, he cries "Don't deny me!" For his lady, deep her illness Time has caught her And will for all reasons take her
In the still light of dawn, she dies Helpless hands soul revealing
Like leaves we touch, we learn We once knew the story As winter calls he will starve All but to see the stone be life
Now Roan, no more tears Set to work his strength So transformed him Realizing a form out of stone His work so absorbed him
Could she hear him? Could she see him? All aglow was his room Dazed in this light He would touch her He would hold her
Laughing as they danced Highest colors touching others
Did her eyes at the turn of the century Tell me plainly How we'll meet, how we'll love Oh, let life so transform me
Like leaves we touch, we dance We once knew the story As autumn called and we both Remembered all those many years ago I'm sure we know
Was the sign in the day with a touch As I kiss your fingers We walk hands in the sun Memories when we're young Love lingers so
Was it sun through the haze That made all your looks As warm as moonlight? As a pearl deep your eyes Tears have flown away All the same light
Did her eyes at the turn of the century Tell me plainly When we meet, how we'll look As we smile time will leave me clearly
Like leaves we touch, we see We will know the story As autumn calls we'll both remember All those many years ago |
De tekst van Yes is niet alleen een bewerking van het verhaal van Pygmalion, het is er ook een commentaar op. In de tekst van Anderson c.s. heeft de beeldhouwer een andere naam: Roan. Hij is geen vrouwenhater en al helemaal geen vrijgezel, sterker nog: hij wil een beeld maken van zijn vrouw. Ze zingt en danst door zijn atelier en hij vraagt haar om stil te blijven staan, zodat hij haar kan vereeuwigen.
Maar dan wordt ze ziek en overlijdt ze. Roan blijft achter met zijn beeld. Verscheurd door herinneringen die door het beeld in leven worden gehouden, wil hij niets liever dan dat het beeld tot leven komt. Waar hij eerst zijn vrouw verzocht om stil te blijven staan zodat hij haar beeltenis kon vereeuwigen, wenst hij nu dat ze weer kan bewegen, kan ademen, kan dansen en zingen.
Het verhaal dat in dit nummer verteld wordt is een ontroerende variant op de mythe van Pygmalion. De boodschap die erin doorklinkt is misschien niet een heel originele of verrassende, maar wel heel belangrijke levensles: dat genieten van het leven belangrijker is dan streven naar vereeuwiging.