Mens en dier
Met groot plezier bevond ik me de afgelopen dagen in Berlijn. Over het milieu zal ik zwijgen, maar het was prachtig weer. Dat kwam het urenlang wandelen met een vriend door deze rommelige stad ten goede.
We hadden een privékamer via Airbnb gehuurd. Bij voorkeur verblijf ik in hotels,we joegen de knappe huiseigenaresse nu namelijk naar een matrasje in de kamer van haar dochter, terwijl wij haar slaapkamer en soms ook de woonkamer in beslag namen. Bovendien, met twee vreemden mannen in een klein appartement slapen, dat vereist vertrouwen in de mensheid. Ze was niet bang voor de dierlijke dromen waar sommige mannen door geplaagd worden, denk ik.
Maar op de deur van haar dochters kamer, waar de vrouw sliep, hing ironisch genoeg een briefje in het slordige handschrift van een kind: ‘In meinem zimmer sind nur tiere wilkommen.’ Deze boodschap werd gevolgd door een dozijn uitroeptekens. Overdag sliep de kat des huizes braaf in de kinderkamer.
Op een van de avonden in Berlijn vroeg de vriend in een restaurant: ‘Waar denk jij dat het misging met de mensheid?’
‘De mens weet in tegenstelling tot het dier dat hij zal sterven, volgens mij ga je daar naar handelen.’
Hij zei: ‘Het heeft vast met macht en lust te maken.’
We haalden onze schouders op, we zouden er toch niet uitkomen die avond. We bestelden een dessert en liepen langs de Spree naar huis.
Bij het vertrek bedankte de vrouw van het Airbnb-appartement ons. Ze zei dat de kat aan ons gewend was geraakt en: ‘Jullie waren mijn eerste gasten die niet hun kamer inschoten en zich als geesten gedroegen in mijn huis. Jullie hebben je als mensen gedragen.’
Inwendig haalde ik mijn schouders op. De volgende keer zou ik weer een hotelkamer boeken. Je moet jezelf als mens niet overschatten.