Ik heb geleefd #42: Anjo (65) werd dertig keer zwanger in haar leven dat nu het einde nadert
Aan het eind van het gesprek schuift Anjo Estourgie (65) haar vest opzij. Boven haar linkerborst - op het hart - prijkt een tatoeage van een slapende baby. Het is Guéreaud, haar zoontje dat slechts vier dagen leefde.
‘Hij staat symbool voor al onze kinderen die het niet hebben gered,’ zegt ze. Anjo werd dertig keer zwanger in haar leven. Door allerlei complicaties leidde slechts één zwangerschap tot een voldragen, gezonde baby. Dochter Lausanne is inmiddels 36 en zelf moeder van drie. ‘Zij was het die me deze tatoeage gaf voor mijn zestigste verjaardag.’
11 procent
We zitten in de keuken in Nijmegen. Anjo praat veel, maar soms moet ze noodgedwongen zwijgen om op adem te komen. Ze heeft de longziekte COPD en zit in het laatste stadium. Haar longinhoud is nog maar 11 procent. Dagelijks heeft ze pijnaanvallen die haar soms volledig lamslaan.
‘Elk jaar vieren we de geboortedag van ons zoontje met een kaarsje en taart’, gaat ze verder als ze weer lucht heeft. ‘In mijn hoofd zit nog steeds het beeld van een baby. Ik zou hem graag hebben gezien als volwassene.’
Ze heeft altijd een lijntje met hem gehouden. Ergens daarboven zal ze haar zoon weer tegenkomen, verwacht ze. Al heeft haar katholieke geloof een behoorlijke deuk opgelopen door de tegenslag die haar en haar man in hun vruchtbare jaren overkwam. ‘Ik kan me gewoon niet voorstellen dat iemand dit een gezin aandoet. We gingen door een hel.’
Vechtstand
Toen ze in 2014 ziek werd, schoot ze direct weer in de vertrouwde vechtstand. Door niet op te geven, was ze ooit uiteindelijk toch moeder geworden - het grootste geluk in haar leven. Ze zou wel even laten zien dat ze ook de longziekte COPD de baas werd. ‘Ik was heel sportief. In mijn jeugd heb ik op hoog niveau gehockeyd. Ik kon niet accepteren dat mijn actieve leven voorbij was.’
Anjo kwam zichzelf genadeloos tegen. Haar conditie ging rap achteruit. Ze kreeg de ene longontsteking na de andere en nu, vijf jaar later, heeft ze resistente bacteriën in haar longen waardoor ze niet meer te behandelen is. ‘Het gekke is… toen ik hoorde dat ik dood zou gaan aan deze ziekte, viel er een last van mijn schouders. Ik hoefde niet meer te vechten.’
Herfstkleuren
Over haar geworstel schreef ze het boek COPD neemt de regie van mijn leven over (verkrijgbaar via regelneefje@hotmail.com). Op de achterkant staat een foto van Anjo met paars haar. Vandaag is haar paardenstaart donkerpaars met grijze en oranje strepen. ‘Ik wilde herfstkleuren.’ Eigenlijk is haar coupe een afleidingsmanoeuvre, zegt ze. Door de medicijnen kwam ze kilo’s aan. Vréselijk. Nu hoopt ze dat de mensen vooral naar haar haar kijken. Of naar haar bril. Anjo heeft in haar leven zo’n dertig verschillende brillen verzameld. Het montuur in de vorm van een fiets draagt ze vaak. ‘Ik fietste zo graag. Nu kan ik niet meer op de fiets. Dan zet ik de fiets maar op mij…’
Ach, ze was altijd al een tikkeltje alternatief, zegt ze. Met haar man, een tandarts, had ze een geweldig leven. Ze reisden de hele wereld over, hadden veel sociale contacten. ‘We waren lolmakers.’
Anjo grijpt naar haar rechterhand, die een spasme lijkt te krijgen. ‘Dat zijn krampen, door de inspanning. Ik heb ze ook in mijn longen. Dan krijg ik geen lucht en verga ik van de pijn.’
Onvoorspelbaar
Ze snuift een paar pufjes Fentanyl, een pijnstiller. De hand ontspant. Dit soort aanvallen maakt de ziekte zo onvoorspelbaar. Maar Anjo is gestopt haar bestaan erdoor te laten bepalen. ‘Ik heb me voorgenomen zo lang mogelijk te genieten van mijn gezin en de kleinkinderen.’ Elk weekend gaat ze naar de boerderij van haar dochter. Voor de kleintjes kocht ze een minipaardje, voor haar kind een bont veulen - dochter Lausanne is ruiter. En geloof het of niet, binnenkort gaat Anjo drie weken naar Afrika; een koffer vol medicijnen reist mee. ‘Ik heb het er met mijn longarts over gehad. Die zei: “als jij dat wilt, moet je gaan.” We zullen vooral met de auto door wildparken rijden, dat houd ik wel vol. Dit wordt waarschijnlijk onze laatste reis. Aan mijn handtas hangt een niet-reanimerenpenning. Mocht ik tussen zes plankjes terugkomen, dan heb ik daar vrede mee.’
Anjo ontbloot haar bovenbeen. Een kersverse tatoeage, de inkt is nog maar net droog. We zien een koikarper. ‘Die vis zwemt tegen de stroom in om obstakels te vermijden. Net zoals ik ook constant bezig ben obstakels te vermijden.’ Onder de vis staat in sierlijke letters het woordje breathe.
****
Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@persgroep.nl
Dit artikel verscheen eerder in het AD.
Annemarie Haverkamp won met haar roman De achtste dag de Bronzen Uil 2019, de Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige debuut van het afgelopen jaar.