Zoeken
Ik heb geleefd #43: Margreet zingt dierbaren nog één maal toe: Ik weet niet hoe vaak ik nog jarig zal zijn
Annemarie Haverkamp praat met mensen over hun leven en het einde dat nadert. Margreet Thannhauser is bijna 60 en heeft kanker. Lang deed ze wat mensen van haar verwachtten, maar dankzij een paar bijzondere wendingen in haar leven durfde ze haar hart te volgen. ‘Ik ben sterker geworden.’

Ik heb geleefd #43: Margreet zingt dierbaren nog één maal toe: Ik weet niet hoe vaak ik nog jarig zal zijn

Gepubliceerd op 11 november, 2019 om 00:00, aangepast op 4 februari, 2020 om 00:00


Misschien had ze er meer mee moeten doen. ‘Maar ik kom uit een calvinistisch gezin van “doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg,”’ zegt Margreet Thannhauser (59). Als kind kwam het niet in haar op serieus werk te maken van haar zangtalent. Ze ging naar school in Zwolle en kwam daarna in dienst bij de bank waar haar zus ook werkte. Zingen deed ze tussen de bedrijven door, maar nooit ‘echt’. En misschien, formuleert ze het voorzichtig, heeft ze daar nu wel een heel klein beetje spijt van.

Later in het gesprek zal ze vertellen dat ze te lang deed wat mensen van haar verwachtten, dat ze pas op latere leeftijd voor zichzelf op durfde te komen. ‘Ik was niet zo autonoom.’ De omslag kwam gelukkig op tijd. Dankzij een paar bijzondere wendingen in haar leven leerde ze zichzelf veel beter kennen en durfde ze haar hart te volgen. ‘Ik ben sterker geworden. Ik denk zelfs dat ik mijn ziekte anders niet had aangekund.’

 

Zangclub

Maar eerst terug naar de muziek. Als meisje van 7 won Margreet al eens een mini-songfestival op de camping. Op school stond ze steevast op het podium tijdens de weekafsluiting. En later ging ze bij een koor. ‘Zingen is mijn overleving,’ zegt ze. ‘Als ik zing, voel ik geen pijn.’

Margreet is een lage alt. Ze zingt graag ‘Het Dorp’ van Wim Sonneveld. Haar zangclub treedt soms op voor ouderen. ‘Dan zie je die mensen helemaal teruggaan in de tijd. Zo mooi.’

 

Eigen lied

Op 6 december wordt Margreet 60. Dat viert ze met een groot feest en een eigen lied. ‘De tekst heb ik zelf geschreven, de muziek is gemaakt door de muzikaal leider van mijn zanggroep.’ In 2016 werd eierstokkanker bij haar geconstateerd. Na de eerste operatie leek ze even schoon, maar de kanker kwam terug. De behandelingen die ze nog krijgt, zijn bedoeld om haar leven te rekken.

Het verjaardagsfeest ziet Margreet als een moment om alle mensen die haar dierbaar zijn nog één maal toe te zingen. ‘Ik weet niet hoe vaak ik nog jarig zal zijn.’ Is dat niet emotioneel? ‘Jawel,’ zegt ze, ‘je moest eens weten hoe veel ik heb gehuild tijdens het repeteren... en ik zal ook nog heel veel huilen tot het feest. Maar dan zijn hopelijk al mijn tranen op en kan ik zingen.’

 

Foute boel

De week nadat ze de 60ste verjaardag van haar man hadden gevierd – drie jaar geleden – kwam de kanker bij Margreet aan het licht. ‘De arts die de echo maakte, zei na vijf seconden al dat het niet goed was. Ik was zo blij dat mijn man mee was, ik heb de helft niet gehoord van wat er werd gezegd.’

Ze was uit het lood geslagen. Hoe vertelde ze dit haar moeder? Haar kinderen en kleinkinderen? De eerste tijd was ze jaloers op gezonde mensen die maar gewoon doorleefden alsof er niets aan de hand was.

 

Nieuwe baan

Margreet Thannhauser werkte toen al lang niet meer bij de bank. Via een medekoorlid hoorde ze tien jaar geleden toevallig dat er een baan vrij kwam bij de ggz. Haar droom was ooit in de zorg te werken en ze ging ervoor. Ze werd aangenomen als medisch secretaresse. Met oren op steeltjes zat ze bij patiëntbesprekingen. In de spreekkamers leerde ze zo veel over de mens – en over zichzelf. ‘Het begon tot me door te dringen dat je, als je niet zegt wat je wilt, niet verder komt in het leven.’ Bij de ggz kwam haar autonomie tot wasdom. Ze ruimde oud zeer op in haar hoofd en was niet langer een pleaser. ‘Toen ik uiteindelijk ziek werd, had ik de ruimte me alleen daarop richten.’

Ze durfde haar ggz-baan op te zeggen – ze had geen zin om de diploma’s te halen die opeens gevraagd werden – en zocht nieuw werk toen de kanker weg leek. Helaas kon ze er maar zes dagen werken. Ze kreeg buikpijn en het was foute boel.

 

Oppasoma

Nu is ze thuis in Apeldoorn en laat ze zich het liefst omringen door haar familie. ‘Ik ben oppasoma, dat vind ik heerlijk.’ Het leven dat ze momenteel leidt noemt ze ‘puur en intens’. Voor haar man kocht ze onlangs in een galerie een beeldje. ‘Ik zag het staan en wist dat het voor Henk was. Hij verdient een standbeeld, want hij is alles voor me.’ Straks als zij dood is, zal hij elke dag thuiskomen in een leeg huis. Dat vindt ze heel erg.

Margreet vraagt of ik dat lied van Boudewijn de Groot ken, ‘Avond’.
‘Maar de dingen in de kamer zouden levenloze dingen zijn zonder jou.
En je kunt niets zeker weten, want alles gaat voorbij.’

 

***

Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@persgroep.nl
Dit artikel verscheen eerder in het AD
Annemarie Haverkamp won met haar roman 
De achtste dag de Bronzen Uil 2019,  de Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige debuut van het afgelopen jaar.

Auteurs
Auteur: Annemarie Haverkamp

Annemarie Haverkamp (1975) is schrijver en journalist voor diverse kranten en tijdschriften. Met haar debuutroman De achtste dag won ze zowel De Bronzen Uil 2019 als de Anton Wachterprijs 2020. Ze is hoofdredactrice van universiteitsblad Vox en columniste bij De Gelderlander.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: