Ik heb geleefd #44: Kunstenares Els (63) heeft dodelijke leverziekte: Ik hoef geen transplantatie
Wat is het belangrijkste deel van een grafkist? Het voeteneinde, vindt beeldend kunstenaar Els Timmerman (63). Daar kijken de mensen immers tegenaan tijdens de uitvaart. Dus begon ze met het beschilderen van dat bijna vierkante plankje. Het staat nu in haar huiskamer. ‘Ik heb het speciaal voor jou hier neergezet,’ zegt ze.
Els struinde zelf het internet af, op zoek naar deze kist die je als een soort Ikea-kast in elkaar kunt zetten. ‘Ik wil niet steeds zo’n complete kist in mijn kamer hebben staan. Nu schilder ik per plank. Als er een af is, pak ik de volgende.’
We kijken naar bosviooltjes. Paars, met groene steeltjes. Els houdt van bosviooltjes. ‘En van vlinderstruiken en van blauwe regen. Er komen alleen planten op mijn kist die ik mooi vind.’
Natuur
Els is een natuurliefhebber. Aan de muren van haar kleine woonkamer in Andelst hangen schilderijen met ganzen, mussen en een zwaan. Die zwaan heeft ze zelf groot zien worden. Eerst was het zo’n grijs pluizebolletje dat bij zijn ouders in het nest zat. In de loop der tijd – Els liep er elke dag met haar hondjes langs – groeide het uit tot een sierlijke watervogel. ‘Ik heb tijd genoeg gehad om de zwaan te bestuderen. Uiteindelijk heb ik hem geschilderd.’
Je zou haar eens moeten zien als ze aan het werk is. Niets hoort ze van de dingen die om haar heen gebeuren. Opperste concentratie. Eigenlijk zou ze een butler moeten hebben, grapt ze. Iemand die haar eten en drinken serveert, zodat zij haar penseel niet van het doek hoeft te halen.
Geen blijvende kunst
Is het beschilderen van je eigen grafkist anders dan werken aan een schilderij? ‘Ja,’ zegt Els. ‘Normaal werk ik met olieverf. Op de kist gebruik ik afbreekbare acrylverf, die heb ik moeten aanschaffen. En de ondergrond heb ik bewerkt met een speciaal soort vernis. De pot met mijn as wordt straks begraven op een natuurbegraafplaats en daar willen ze, logisch, geen chemische troep in de grond.’
Ik zeg dat ik de vraag anders bedoelde. Dit is haar kist. Ze moet er straks zelf in.
Van een afstandje kijkt ze naar de viooltjes. Ze aait een van haar drie hondjes op de stoel naast haar. ‘Tja...’ zegt ze dan. ‘Luister eens... dit is natuurlijk geen blijvend kunstwerk, hè. Dit hele ding gaat straks het vuur in. Ik zou het ook kunnen afraffelen als ik wil.’ Ze lacht.
Leverziekte
Els weet al een paar jaar dat ze doodgaat. Ze heeft haar lot aanvaard en barst niet meer in tranen uit als ze nadenkt over haar laatste rustplaats. ‘De dingen die ik wilde doen in mijn leven, heb ik gedaan. Helemaal alleen heb ik twee kinderen opgevoed, ze zijn nu volwassen en redden zich. Ik hoef geen levensverlengende ingrepen of transplantatie. Laten ze die nieuwe lever lekker geven aan een 23-jarige die net een auto-ongeluk heeft gehad en nog een heel leven voor zich heeft.’
Haar lever sterft langzaam af, want Els heeft levercirrose. Nog drie tot vijf jaar, zei de arts. Els zit nu in jaar drie. Toen het net begon, boekte ze een reis naar Florida. Familie woont daar, ze wilde altijd nog eens op bezoek. ‘Het was heerlijk. Verrukkelijk! In november met je blote voeten in het zand. Als ik al een bucketlist had, was dit het laatste wat erop stond.’
Diepe dalen
Oh, ze zou ook best nog eens naar IJsland willen, maar laten we wel even realistisch blijven. Els is al tien jaar werkloos en leeft van een uitkering. Het schilderen brengt niets op. Ooit had ze een goedbetaalde baan als projectmanager en woonde ze in een vrijstaande boerderij met kippen en schapen. Door de economische crisis raakte ze alles kwijt. ‘Ik heb heel diepe dalen gekend,’ vertelt ze, terwijl haar hand rust op het zwarte koppie van haar hond. ‘Maar daardoor ken ik ook de pieken. Dat is een van de belangrijkste lessen die ik in mijn leven heb geleerd.’
In de zon
Schilderen is pieken. Als Els er niet meer is, blijft haar werk achter. En ze leeft voort in de harten van haar geliefden. ‘Wat met mij sterft, zijn mijn herinneringen. Dat vind ik jammer, want die herinneringen maken mij tot wie ik vandaag de dag ben. Ik snap heel goed dat mensen hun memoires gaan schrijven.’ Els begint er niet aan.
Onlangs is ze gaan kijken op de natuurbegraafplaats, daar heeft ze een mooi plekje uitgekozen in de zon. Ze hoopt dat er straks een boom wordt geplant op de plek waar haar as komt te liggen. ‘Liefst een fruitboom die door mij weer nieuwe vruchten geeft.’
***
Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@persgroep.nl
Dit artikel verscheen eerder in het AD.
Annemarie Haverkamp won met haar roman De achtste dag de Bronzen Uil 2019, de Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige debuut van het afgelopen jaar.