Zoeken
Voorpublicatie 'De kapitein en de Glory'
Morgen verschijnt het nieuwe boek van Dave Eggers; De kapitein en de Glory, een hilarische en absurde satire over een luidruchtige en vuige kapitein. Vandaag kan je al een fragment lezen op het Lebowski Blog, incluis de bijbehorende illustratie door Nathaniel Russell.  ***

Voorpublicatie 'De kapitein en de Glory'

Gepubliceerd op 18 november, 2019 om 00:00, aangepast op 20 november, 2019 om 00:00

II

'Ik vind het leuk om kapitein te zijn,’ zei de man met de gele veer. Hij stond op de brug van de Glory en overzag de zee, zwellend van trots. De passagiers hadden hem gekozen om het schip te besturen en daar was hij bijzonder mee ingenomen.
    De aanhangers van de nieuwe kapitein waren ook blij. Dolblij zelfs. Nog nooit hadden ze zoiets meegemaakt. Ze voelden zich triomfantelijk, onstuitbaar, tot alles in staat. Om deze ongekende overwinning te vieren wilden ze ter ere van de nieuwe kapitein nog diezelfde dag een parade houden. Terwijl sommige aanhangers het schip versierden met vlaggetjes en ballonnen, zochten een paar van de vurigste fans van de nieuwe kapitein – te opgewonden om zich nuttig te kunnen maken – een paar bewonderaars van de oude kapitein op en sloegen die met knuppels en hamers in elkaar. Elke vreugdevolle klap droegen ze op aan hun held. Terwijl ze daarmee bezig waren, vernamen ze dat de Admiraal was overleden. Hij was zo geschokt en teleurgesteld over de verkiezing van de weerzinwekkendste passagier aan boord dat zijn hoofd was bevroren en zijn hart gebarsten, waarop de rest van zijn lichaam er ook de brui aan had gegeven. Dit tot verdriet van velen, maar tot blijdschap van de vurigste supporters van de man met de gele veer. Die voelden zich nu niet alleen onoverwinnelijk, maar ook bevrijd – vrij van de geschiedenis en van alles wat oud, saai en suf was.
    Toch knaagde er nog iets aan de fans van de man met de gele veer. Het kleine meisje had de nieuwe kapitein – en eigenlijk dus ook zijn bewonderaars – in haar toespraak een ‘smerig haantje’ genoemd, en dat stak. Het deed zelfs behoorlijk pijn.
    Maar toen kregen een paar van de meest verblinde bewonderaars van de nieuwe kapitein een geniale inval: het moest een geuzennaam worden! Voorafgaand aan de parade beplakten ze hun kleren met duizenden kippenveren. Van papieren bordjes maakten ze snavels en op hun borst schreven ze met grote letters SMERIG HAANTJE. Zo paradeerden ze over het dek, tot verrukking van de andere aanhangers van de kapitein. De Rokkenrollers vonden het gestoord en grotesk, maar ze zeiden niets in de hoop dat het verenpak zou aanslaan.

Dat gebeurde ook. Al snel flansten nog tientallen andere aanhangers een ‘haantjeskostuum’ in elkaar en iedereen verkleedde zich als de vogel waarin hij zichzelf het meest herkende. Toen de parade begon en de kapitein in een draagstoel door de menigte werd gedragen, had zijn electoraat zich uitgedost als kip, haan, renkoekoek, condor, koolmees of kaketoe. De mensen hielden spandoeken omhoog met de woorden SMERIG HAANTJE en juichten hun kapitein enthousiast toe. Als hij in hun buurt kwam, probeerden ze hem aan te raken, maar hij ontweek hen, want hij vond zijn volgelingen maar ongewassen simpele zielen die ontelbare griezelige besmettingshaarden en ziektekiemen met zich meedroegen.
    Maar verder was het een pracht van een parade, die van de nieuwe kapitein eeuwig door had mogen gaan. De hele dag op de brug staan, de koers bepalen en het schip besturen sprak hem aanmerkelijk minder aan dan zich laten toejuichen door mensen in zelfgemaakte vogelpakken. Na afloop van de parade werd hij weer naar de brug gedragen, waar hij werd opgewacht door een tiental bemanningsleden die hem moesten bijstaan en die hij geen van allen vertrouwde. Hij keek naar alle beeldschermen, toetsenborden en knoppen en floot. ‘Wat een hoop schermen en knoppen!’ Hij floot nog eens. Het is nu al ingewikkelder dan ik had verwacht, dacht hij.
    Hij besloot dat hij hulp nodig had. Meteen dacht hij aan een vrouw die hij al een paar keer aan dek had gezien. Hij keek altijd zo lang mogelijk naar haar en bewonderde haar lieftallige hartvormige gezicht, haar schitterende figuur en haar haar, want dat was zijdeachtig, steil en net zo geel als zijn veer. Hij zei vaak tegen andere mannen dat hij haar aantrekkelijk vond en dat ze zolekker rook en dat hij best een date met haar zou willen. Zoiets moois wilde hij altijd wel in zijn buurt hebben, dus vroeg hij of ze hem wilde helpen bij het besturen van het schip.
    ‘Oké, pap,’ zei ze.

Auteurs
Auteur: Dave Eggers

Dave Eggers (1970) is de auteur van onder meer Een hartverscheurend verhaal van duizelingwekkende genialiteit, Wat is de Wat en De Cirkel. Hij is tevens de drijvende kracht achter uitgeverij McSweeney's en de non-profit 826 Valencia. Zijn boeken werden genomineerd voor de Pulitzer Prize, de National Book Award en de National Book Critics Circle Award.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: