Zoeken
De diepte schuilt aan het oppervlak: een bezoek aan Museum Jan Cunen
In september werd er door Lebowski een benefietmidddag voor Monique Burger georganiseerd waarbij Lebowski-auteurs De Nieuwe Boekhandel overnamen. Aan het einde van het programma vond er een veiling plaats. Tijdens die veilig werd er onder andere een column van Jonah Falke geveild, waarin de koper de hoofdrol zou spelen. Manuela Klerkx kocht de column en nodigde hem onlangs uit voor een bezoek aan Museum Jan Cunen in Oss waar ze verantwoordelijk is voor pr en communicatie.

De diepte schuilt aan het oppervlak: een bezoek aan Museum Jan Cunen

Gepubliceerd op 21 november, 2019 om 00:00


In de trein naar Oss mail ik een bevriend schilder dat ik onderweg ben naar zijn geboorteplaats. Hij zegt: ‘Schuin tegenover het museum zat een café waar ik naartoe ging als ik spijbelde. Naast mijn middelbare school. Vanuit die plek zie je in de verte de kerk waar ik als dertienjarige een ongelovige organist was.’ Hij wenst me veel plezier. ­­­

Het museum lijkt op het oude gedeelte van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Wanneer ik Carly Manders, een jonge medewerker met blauw haar, vraag of het museum in Oss door dezelfde architect ontworpen is, antwoordt ze: ‘Ik denk het niet. Een zekere H.R. Hendriks heeft dit pand ontworpen, evenals twee villa’s verderop in de straat, daarna is hij gestorven.’  

Tijdens de lunch vertelt Manuela dat in 1962 de eerste anticonceptiepil werd geproduceerd in Oss waar toentertijd medicijnenfabrikant Organon was gevestigd. De pil bracht seksuele vrijheid teweeg en zorgde ervoor dat de katholieke Brabantse gezinnen kleiner werden. Niet in het minst onder invloed van Bisschop Bekkers van Den Bosch die in 1963 zei dat ‘geen zielzorger zich meer met het krijgen van kinderen mocht bemoeien’. Vanwege dit verhaal is tot op de dag van vandaag het gezegde ‘het lekkers van Bekkers’ gemeengoed in Brabant.

Manuela leidt me rond en laat me kennismaken met de mensen die er werken. Op de begane grond treffen we Henk Kobussen, een man met een walrussnor. Hij staat op het punt om bij ‘mama’ te gaan lunchen, zegt hij. Mama blijkt zijn vrouw te zijn. Al vijftien jaar werkt hij in het museum. Als ik vraag wat hij daar doet zegt hij lachend: ‘Er zijn hier veel vrouwen, die moeten in de gaten gehouden worden,’ en vertrekt.

We treffen Karin Schipper in de gang. Zij is verantwoordelijk voor de afdeling educatie en vertelt dat ze aan Art Based Learning doen in het museum. Een methode waarbij mensen met een vraag het museum in gestuurd worden. ‘Dan gaan ze vijftien minuten naar een kunstwerk kijken, zonder het te interpreteren. Om daarna nog eens een kwartier te kijken om de fantasie de vrije loop te laten. En dan komen ze er vaak achter dat ze onbewust een antwoord op de vraag geformuleerd hebben.’  Ik dacht altijd dat het onderbewuste meer vragen stelt dan ze beantwoordt, maar dat kan een misvatting zijn.

Karin houdt zich ook bezig met VMBO’ers die in de kunsten terecht zijn gekomen en als ‘rolmodel’ fungeren om jongeren te ‘inspireren.’ Als ex-VMBO’er bezocht ik eens mijn middelbare school. Het doel was vergelijkbaar. De leerlingen stelden me slechts twee, weliswaar zeer essentiële, vragen: is alle seks in je boek waargebeurd? En: hoeveel geld verdien je nu? Als Karin vraagt of ze mij mag contacteren om als rolmodel te fungeren, antwoord ik dan ook met een volmondig ja.

We lopen door en bekijken de expositie ‘Sign of the Times’. Initiatiefnemer en gastcurator Frank van der Linden heeft tweeëndertig hedendaagse kunstenaars gevraagd om een wit masker van keramiek te bewerken. Naast deze interpretaties is er vrij werk van dezelfde kunstenaars te zien. De houten vloeren kraken als we stapvoets door de zalen lopen. Manuela: ‘Eigenlijk zijn de cruciale vragen die deze expo oproepen: wat is identiteit? En waar bevindt die zich: voor of achter het masker? Hoe gaan kunstenaars van vandaag om met dit vraagstuk? Onthult of verhult een masker? En wie is 'echt’? Een bankier? Een kunstenaar? Een vluchteling?’

Bij veel kunstwerken is het oorspronkelijke masker, geïnspireerd op een masker uit Gabon, nog zichtbaar. Maar in het beeld van Bram Hermens niet. Het zijn drie hoofden zonder ogen. Het masker lijkt hier zowel letterlijk als figuurlijk verdwenen.
 

Bram Hermens, in Museum Jan Cunen (fotograaf: Peter Cox)


In de volgende zalen hangt vrij werk. De schilderijen van Erik-Jan van der Schuur leerde ik onlangs kennen in het Paleis op de Dam waar ze getoond werden vanwege zijn nominatie voor de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst. In Oss hangt zijn schilderij ‘Cloth of Christ’. Het zou zomaar gemaakt kunnen zijn door een verward persoon, in de meest positieve zin van het woord. Op het ‘doek van Christus’ zit een steekwond waaruit bloed gutst. Van der Schuur lijkt de dingen niet mooier te willen maken dan ze zijn.

Erik-Jan van der Schuur, in Museum Jan Cunen (fotograaf: Peter Cox) 


Maar het is zeker niet alleen maar ernst in Oss. Eén museumzaal, de voormalige burgemeesterskamer, is tijdelijk ingericht als de slaapkamer van Sinterklaas. Naast een slordig opgemaakt bed staat een hobbelpaard en ligt een witte onderbroek op de grond. Manuela zegt: ‘Kinderen mogen vanaf eind november hun schoen zetten in het museum en de slaapkamer van Sinterklaas bewonderen, inclusief de knuffel waarmee hij slaapt. Ook is er een kleurplaatwedstrijd. De winnaars daarvan mogen Sinterklaas op vijf december mee uit bed halen. Is dat niet spannend?’

We lopen verder. Een kale man komt met een zoekende blik de trap op, alsof hij zijn huisdier kwijt is, en zegt: ‘Ik kijk of er hier nog mensen zijn die zin in koffie hebben...’  Dick Eijsackers is één van de vele vrijwilligers hier. De Art Based Learning-techniek gaat hem aan het hart: ‘Allerlei soorten mensen komen daaropaf. Bedrijven, een kegelclub, of een groep vrouwen van tachtig. Mensen ontdekken dan dingen over zichzelf en het is verrassend om te zien hoe diep dat kan gaan. Bij die kegelclub was een vrouw die zich bijzonder aangetrokken voelde tot een bepaald masker, en pas begreep waarom toen ze erachter kwam waar bij haar de schoen wrong. Ze werkte met terminale patiënten, sliep slecht en voelde zich onrustig. Zonder dat ze ook maar iets van het kunstwerk wist, was ze geraakt.’ En wat bleek: het beeld – gemaakt door Bram Hermens – toont de kunstenaar zelf en zijn vader, levend en dood. Dick: ‘Haar werk met terminale zieken ging haar niet in de koude kleren zitten. Ook het feit dat ze zelf ouder werd, vond ze confronterend. Door dat beeld, waarin dood en leven samenkomen, werd haar duidelijk waar ze het moest zoeken. Dat was heel mooi om mee te maken.’ Terwijl hij praat straalt de man een gelukzaligheid uit die je maar zelden ziet.  

Als laatste spreek ik Tatjana Annuschek, een jonge dame die in het museumrestaurant werkt. Ze gaat het museum binnenkort verlaten om yogales te geven. ‘Maar,’ zegt ze ‘Ik geef ook weleens yoga hier, in het museum, en ik hoop dat te kunnen blijven doen.’
‘Dan zullen de vloeren flink kraken,’ zeg ik.
Tatjana: ‘Ja, daar moeten mensen vaak om lachen. “Let op je ademhaling,” zeg ik dan.’
Manuela: ‘Wij mensen leven oppervlakkig, laten ons snel afleiden. Soms ga ik 15 minuten op een stoel zitten en naar een lege muur staren, gewoon, om tot rust te komen. Mijn vader doet dat soms uren achtereen, met een zengroep: zitten en mediteren.’
Tatjana: ‘Ik ga hier weleens naar de wc, klep naar beneden en dan gewoon even zitten en tot tien tellen.’
‘Heb je dat vandaag al gedaan?’ vraag ik. ‘Nee, vandaag is een rustige dag,’  lacht ze.

Ik knik instemmend en kijk naar buiten. Gevallen bladeren nemen het plein voor de ingang van het museum in beslag. In de verte slaat de klok in de kerktoren. In Oss mag het geloof in God sinds 1963 zijn afgenomen, Sinterklaas blijft bestaan. Evenals de kunst, of een masker, is hij een welkome tijdelijke illusie voor volwassenen in dit oppervlakkige leven.

Mijn bevriende schilder uit Oss zei eens de hoopvolle woorden: ‘De diepte schuilt aan het oppervlak.’ 

Auteurs
Auteur: Jonah Falke

Jonah Falke (1991) werd geboren in Ulft en studeerde fine art painting aan ArtEZ, Enschede. Hij exposeerde in binnen- en buitenland en maakte als frontman van de band Villa Zeno de plaat Self Made Woman. In 2016 verscheen zijn debuutroman Bontebrug, in 2019 volgde De mooiste vrouw van de wereld. Hij schreef voor Vrij Nederland, See All This, ELLE, HP/De Tijd en VPRO Nooit meer slapen en is vaste columnist bij de Gelderlander en op het Lebowski Blog.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: