Zoeken
Waanzin en tragiek

Waanzin en tragiek

Gepubliceerd op 28 november, 2019 om 00:00, aangepast op 2 december, 2019 om 00:00

Op de Grabbeplatz in Düsseldorf, voor de Kunstsammlung K20, stopte er een busje waaruit een paar enthousiaste mannen en vrouwen met speakers en spandoeken tevoorschijn kwamen. Wat de bedoeling hiervan was zou me later pas duidelijk worden. Eerst bezocht ik de tentoonstelling van schilder Edvard Munch die schrijver Karl Ove Knausgård had samengesteld. 

Knausgård schreef het boek Zoveel verlangen op zo’n klein oppervlak over zijn rol als curator. Al weken vertelt een vriend elke keer als ik hem zie over dat boek, dat hij nog altijd aan het lezen is. Ik vertrouw hem op zijn scherpe geest: de ene week vindt hij het boek goed, de andere week weet hij het niet. Twijfel zou ik altijd verkiezen boven stelligheid. Niets zo saai als zekerheid.  

Knausgård kwam in mijn leven op de kunstacademie. Omdat het me vervelend leek een scriptie te schrijven begon ik aan een roman. Daarnaast had ik er behoefte aan om, na jaren schilderen, een concreter verhaal te vertellen. De abstractie van beelden, hoe figuratief ze ook waren, stond me tegen. En zo geschiedde: ik begon met schrijven. De lerares die als meelezer fungeerde zei dat er geen details in mijn teksten zaten, slechts handelingen of gedachten. Ze raadde me Knausgård aan. Je zou kunnen zeggen dat zijn werk niet veel meer is dan een aaneenschakeling van details, die samen het grote geheel vormen. Ik verslond zijn autobiografische reeks Mijn Strijd, tot het laatste boek. Toen kon ik de details niet meer verdragen.

Op verzoek van Knausgård hingen er geen bordjes met uitleg naast de schilderijen. De mens schijnt vaak langer naar een bordje dan het werk te kijken. Ook was het een verademing dat er geen chronologie in de werken zat, slechts overeenkomsten in thema, per zaal.  Het was namelijk al makkelijk te vermoeden dat Munch naarmate hij ouder werd steeds losser ging schilderen. Mijn geliefde verwoordde dat als: ‘Iedere kunstenaar wordt op een gegeven moment gek.’ Maar die gekte, of dat lossere schilderen, bleek hij al vanaf jongs af aan te bezitten. Knausgård zei dat Munch in staat was om het onbewuste te schilderen, niet alleen dat wat de blik vangt. Schuilde daar de waanzin?

Een thema dat telkens terugkeerde in zijn werk was rouw. Op jonge leeftijd moest Munch al afscheid nemen van zijn moeder en zus. Beiden stierven aan tuberculose. De vriend die het boek leest schreef me eens: Dat die zenuwen op jeugdige leeftijd opengereten zijn door dramatische verliezen zou kunnen; het kan ook dat ze door deze gebeurtenissen geïntensiveerd zijn en een directe verbinding met het canvas hebben gevonden. Zoals elektriciteit naar de aarde gaat. De haast waarmee veel werken geschilderd zijn veronderstelt noodzaak en drift. Het ‘onaffe’ vraagt om een volgend werk en nog een. Een onafgebroken stroom.

Weer buiten stond de Grabbeplatz helemaal vol met schreeuwende mensen en spandoeken. Waar de woede op gericht was, werd me niet duidelijk. Tot ik Nederlands hoorde. Ik vroeg een vrouw wat er gaande was. ‘Dat zie je toch?’ zei ze bits. Ze vertelde dat ze tegen het verplicht vaccineren van kinderen was. Dat ze zelf ooit nog kinderen zou voortbrengen, leek me uiterst onwaarschijnlijk, kijkend naar haar grijze kuif. ‘Ook in Duitsland stikt het van de bewuste ouders. Het is alleen jammer dat er niet zoveel mensen zijn vandaag. Er is carnaval in de stad.’

Ik dankte haar voor de uitleg. Een man beklom het podium en zei: ‘Een dode per jaar door de mazelen? Er komen jaarlijks acht mensen om door de bliksem.’

Ik dacht aan wat de vriend over Munch en bliksem schreef en keek naar de spelende kinderen aan de voeten van de ‘bewuste’ ouders op het plein. Voor het eerst sinds honderd jaar is er in Nederland weer een dode gevallen door tuberculose. Zo’n honderd jaar geleden schilderde Munch The Sick Child. Wat goed is voor de kunst, kan een bedreiging zijn voor de mens. Kunst die vrij is van tragiek lijkt me niet het bekijken waard. Misschien geldt dat ook voor de mens.

Auteurs
Auteur: Jonah Falke

Jonah Falke (1991) werd geboren in Ulft en studeerde fine art painting aan ArtEZ, Enschede. Hij exposeerde in binnen- en buitenland en maakte als frontman van de band Villa Zeno de plaat Self Made Woman. In 2016 verscheen zijn debuutroman Bontebrug, in 2019 volgde De mooiste vrouw van de wereld. Hij schreef voor Vrij Nederland, See All This, ELLE, HP/De Tijd en VPRO Nooit meer slapen en is vaste columnist bij de Gelderlander en op het Lebowski Blog.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: