Zoeken
Pop en literatuur (82): Nona Hendryx en Zora Neale Hurston
Iedere week bespreekt Cor de Jong de relatie tussen pop en literatuur. Deze week deel 82 met Nona Hendryx en Zora Neale Hurston.     

Pop en literatuur (82): Nona Hendryx en Zora Neale Hurston

Gepubliceerd op 10 december, 2019 om 00:00

 


De roman Their Eyes Were Watching God is een poëtisch meesterwerk van de Amerikaanse schrijfster Zora Neale Hurston. Ze maakte deel uit van de zogenaamde Harlem Renaissance, een groep zwarte schrijvers die furore maakte voor de Tweede Wereldoorlog.

De poëtische beschrijvingen van de verteller contrasteren met de dialogen die juist in spreektaal weergeven worden. Dat draagt echter wel bij aan de levensechtheid van de personages. Hoofdpersoon van het boek is Janie, een zelfstandige jonge vrouw, van gemengde afkomst, die zich probeert te ontworstelen aan de verwachtingen van haar omgeving. Van haar grootmoeder, bijvoorbeeld, die haar opvoedt en een geschikte echtgenoot voor haar uitzoekt. Van haar eerste echtgenoot, van wie ze niet houdt en voor wie ze vooral een hulp in de huishouding lijkt. Van haar tweede man, Joe, met wie ze wegloopt, die haar meeneemt naar Eatonville, de eerste stad van ‘vrije’ zwarte mensen in het Zuiden, waar hij een winkel opent en al snel tot burgemeester verkozen wordt. Ze kwijnt weg als burgemeestersvrouw en na de dood van Joe kiest ze voor een zwervend bestaan met Tea Cake, een vrijbuiter, met wie ze een tijdlang echt gelukkig is.

Tot hij na een verwoestende orkaan met haar op de vlucht slaat voor het oprukkende water van het Okeechobeemeer. Tijdens de vlucht, in een poging Janie van de verdrinkingsdood te redden, wordt Tea Cake gbeten door een dolle hond. Hij blijkt rabiës opgelopen te hebben en wordt steeds onberekenbaarder en gevaarlijker, tot groot verdriet van Janie, die hem uiteindelijk uit zelfverdediging moet doden.

Het boek is onder meer zo sterk omdat Zora Neale Hurston in de beschrijving van haar personages nooit vervalt in eenvoudige tegenstellingen of al te eenzijdige typeringen. Zo oogt het personage Joe aanvankelijk tamelijk sympathiek in zijn ijver om de zwarte gemeenschap in Eatonville te ontwikkelen en te scholen, en te zorgen voor straatverlichting en welvaart. Tegelijkertijd wordt hij steeds meer een hypocriete hervormer die onbedoeld op een slavendrijver gaat lijken, in elk geval in de manier waarop hij Janie behandelt.

En de vrienden van Tea Cake kiezen partij tegen Janie nadat ze haar hondsdol geworden man heeft doodgeschoten. In de rechtbank wordt ze vrijgesproken door een witte jury. Als ‘halfbloed’ is ze verdacht in de ogen van de zwarte gemeenschap. Later vindt er toch weer een verzoening plaats. Te simpele tegenstellingen (zwart-wit, man-vrouw, goed-fout) vermijdt Hurston steeds zorgvuldig, waardoor haar personages mensen van vlees en bloed worden en de complexiteit van maatschappelijke krachtenvelden (tussen én binnen groepen) blootgelegd wordt.

Het nummer ‘Footprints in the Sky’ van jazz-zangeres Nona Hendryx, is gebaseerd op één zin uit het boek van Hurston, maar het lijkt toch ook een beschrijving te zijn van het kortstondige liefdesgeluk van Janie en Tea Cake.

 

Nona Hendryx – Footprints in the Sky

 

This morning when I woke up

My heart was still on fire

You were like the sun on my tongue

Love was on the wire

I dreamt I could fly

And leave footprints in the sky

 

Oh, when the sun has gone

And left its mark on the sky

We have loved, we have cried, we died

I could no longer fly

A part of my soul went with you

And love left its footprints on the sky

 

Oh, you see

Instead of my eyes watching God

My eyes were full of you

My lips were missing you

Oh, they were missing, kissing you

A beautiful sight had turned into hate

We walked away

God had finally closed the gates

I got on my knees

I beg you please

I dreamt that I could fly

Love left its footprints on the sky

 

I dreamt that I could fly

Love left its footprints on the sky

 

I dreamt that I could fly

Love left footprints on the sky

 


Het boek heeft grotendeels de vorm van een flashback. Aan het begin van het boek komt Janie terug in Eatonville, na de dood van Tea Cake:

So the beginning of this was a woman and she had come back from burying the dead. Not the dead of sick and ailing with friends at the pillow and feet. She had come back from the sodden and the bloated; the sudden dead, their eyes flung wide open in judgment.
The people all saw her come because it was sundown. The sun was gone, but he had left his footprints in the sky.

In het nummer is het de ‘ik’ die droomt dat ze kan vliegen en voetsporen achterlaten in de lucht. Hier is het de zon die voetsporen heeft achtergelaten in de lucht. Het is een mooie zin, die niet alleen beeldend is, maar ook symbolisch. Er valt haast niet aan te ontkomen om in de sporen die de zon achter heeft gelaten sporen te zien die Tea Cake heeft achtergelaten: smalle strepen van geluk tegen een donker wordende achtergrond. Dat is in elk geval de lezing die Nona Hendryx eraan lijkt te verbinden.

Het is niet de enige keer dat de verteller onze ogen vestigt op de lucht. Ook de titel is daar een voorbeeld van. De zinsnede slaat op het moment dat de storm opsteekt, die over zal gaan in een tornado met duizenden slachtoffers, die de geschiedenisboeken ingegaan is als de Okeechobee Hurricane. Janie en Tea Cake zijn met enkele vrienden in hun huis:

The wind came back with triple fury, and put out the light for the last time. They sat in company with the others in other shanties, their eyes straining against crude walls and their souls asking if He meant to measure their puny might against His. They seemed to be staring at the dark, but their eyes were watching God.

Het is weer zo’n prachtige, beladen zin. Ze leken naar het donker te staren, maar in werkelijkheid keken ze naar God. Het zou een beschrijving kunnen zijn van de menselijke staat.

Enkele bladzijden verder, nadat Tea Cake gebeten is en de dokter heeft vastgesteld dat hij ongeneeslijk is, staart Janie opnieuw naar de lucht:

She looked hard at the sky for a long time. Somewhere up there beyond her blue ether’s bosom sat He. Was He noticing what was going on around here? He must be because He knew everything. Did he mean to do this to Tea Cake and her? It wasn’t anything she could fight. She could only ache and wait. Maybe it was some big tease and when He saw it had gone far enough He’d give her a sign. She looked hard up there for something to move for a sign. A star in the daytime, maybe, or the sun to shout, or even a mutter of thunder. Her arms went up in a desperate supplication for a minute. It wasn’t exactly pleading, it was asking questions. The sky stayed hard looking and quiet so she went inside the house. God would do less than He had in His heart.

De lucht blijft ondoordringbaar. God verhult zijn aangezicht in deze passage en een teken van zijn genade blijft uit. Maar wie terugbladert naar de eerste bladzijde van het boek, ziet misschien toch een teken. Geen teken van hoop wellicht, maar een spoor. Een voetspoor in de lucht. Een herinnering aan voorbijgegaan geluk. Love left its footprints in the sky.

Auteurs
Auteur: Cor de Jong

Cor de Jong (1978) is schr?ver, leraar Nederlands en studiebegeleider b? de jeugdopleiding van Sparta Rotterdam. H? publiceerde al meerdere korte verhalen. De aanname is z?n debuutroman.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: