Zoeken
Vosje, een kerstverhaal (Bodil de la Parra)
Bodil de la Parra licht die avond uit, vele jaren geleden, toen ze nog op de theaterschool zat en uitgenodigd werd op een hip kerstdiner waar de dresscode 'extravagant' was. Het bleek al gauw dat andere gasten dat kledingvoorschrift iets serieuzer hadden genomen dat zij. Een kerstverhaal.

Vosje, een kerstverhaal (Bodil de la Parra)

Gepubliceerd op 19 december, 2019 om 00:00

 

Het was 1989 en ik zat op de theaterschool in Amsterdam. Mijn geliefde, die ik net had leren kennen, was al klaar met de opleiding en beginnend acteur met een eigen theatergroep. Hij verkeerde in een spannende kring van mensen waarmee ik al maanden optrok. Het waren behalve acteurs ook muzikanten, belichters, kunstenaars en fotografen. De meesten waren een stuk ouder dan ik en woonden in echte huizen omdat ze al geld verdienden met hun kunst, iets wat voor mij nog ver weg leek. Op de theaterschool waren we slechts bezig met improvisaties rond thema’s als ‘zoek het beest in jezelf’, die meestal uitmondden in ellenlange sessies waarin je over de grond aan het kruipen was als een leeuw.
    Op eerste kerstdag waren we voor een diner uitgenodigd bij de fotograaf van de theatergroep. Hij was tien jaar ouder dan wij en woonde met zijn vriendin, ex-fotomodel en drie koppen groter dan ik, in een gigantische ruimte in een oud schoolgebouw dat volgens de hipste woontrends was verbouwd tot woning annex studio annex atelier. De plafonds waren vijf meter hoog en dit was het soort woning waarvan ik in die dagen alleen nog maar had gehoord. Zogenaamde lofts had je ver weg, ergens in de wereld, in een grote New York-achtige stad. De loft van de fotograaf stond gewoon in Amsterdam, in de Jordaan.
    ‘Extravagante kleding gewenst!’ stond er in de uitnodiging en ook: ‘Kerstacts meer dan welkom!’ Nu waren we beginnende acteurs, dus dat we iets zouden doen stond vast. Ik had er de hele week al op zitten broeden. Gingen we een lied zingen? Maar welk lied dan? Of een gedicht voordragen? Maar welk gedicht? Of een scène naspelen? Uit het toneelrepertoire of uit een film? Uiteindelijk leek het ons het beste om zelf iets bedenken. Eerst verzonnen we iets met Maria en Jozef en het kindeke Jezus, maar dat lag te veel voor de hand, toen iets met een disfunctionele broer en zus maar ook dat doorstond de test niet. Het was tenslotte kerst en onze act moest écht hout snijden, vonden we. Het liefst wilden we een serieuze boodschap verpakken in een grappige act. Uiteindelijk verzonnen we een act met twee zwervers. We zouden tijdens het diner even weg sneaken en snel een paar oude slaapzakken over ons lijf draperen, en dan aanbellen. Dan zouden we aankomen bij het gezelschap en verlekkerd kijken naar het ongetwijfeld exorbitante kerstdiner. Vervolgens zouden we een zielig maar aangrijpend verhaal vertellen over verkeerde keuzes en pech in het leven en als we onze vermomming dan uit hadden gedaan, bleken wij het maar te zijn. We oefenden de act een paar keer en toen die in the can zat, moest alleen de extravagante kleding nog.
    Eitje, dachten we. Maar op de dag zelf stonden we pas om een uur of drie op – de vorige avond waren we op een kerstbal geweest en we waren pas om zeven uur ‘s ochtends thuisgekomen – en we konden maar niet besluiten welke extravagante kleding we aan zouden trekken. Vriendlief vond het allemaal niet zo belangrijk en wilde gewoon in spijkerbroek met nette bloes, maar dat vond ik belachelijk. Ikzelf haalde al mijn felgekleurde jurkjes tevoorschijn, maar de twijfel bekroop me. Was dit wel extravagant te noemen? Uiteindelijk besloot ik, na drie uur voor de spiegel te hebben gestaan waarbij ik alles uit mijn studentenkledingkast aan en weer uit had getrokken, om gewoon een little black dress aan te trekken, maar vervolgens dan wel met een glitterpanty en satijnen handschoenen tot aan de elleboog. Het zag er chique uit en dat was op dat moment extravagant genoeg. Vriendlief besloot zijn colbert met schoudervullingen aan te doen. De vlinderstrik die hij van zijn vader uit Friesland had geleend moest dan maar de extravagantie aantonen. Veel tijd hadden we niet meer. Het was vijf voor half zeven en om half zeven werden we verwacht. We moesten ook nog de slaapzakken voor de zwerversact mee die we snel in vuilniszakken propten.

Op het moment dat we aanbelden bij de loft was ik behoorlijk zenuwachtig. Er waren zeker dertig gasten uitgenodigd, waarvan ik er misschien maar zeven kende en de fotograaf en zijn modellenvriendin had ik ook nog maar een keer ontmoet. De deur werd opengedaan door gastheer de fotograaf. Hij had schoenen met hoge hakken aan en een grote hoed op met een pauwenveer. Over extravagant gesproken. Ik keek naar vriendlief, zag zijn vlinderstrik en trok die van zijn kraag af.
    ‘Wat doe je?’ vroeg hij.
    ‘Ik stop deze gewoon even in je zak,’ antwoordde ik. Mijn geliefde was verbouwereerd, maar gelukkig had niemand er iets van gemerkt.
    Na de hartelijke begroeting met omhelzingen en drie kussen, werden we de verwarmde loft binnengetrokken door de gastvrouw, die compleet in knalrood leer gekleed was. Ze nam onze jassen aan en duwde ons een glas prosecco in de hand. We nipten aan ons glas in volle bewondering. De megablitse loft was compleet gestyled in kerstsfeer, maar dan hip.
    Een paar minuten later stond de gastheer voor onze neus met een ander stel. ‘Dit zijn P. en S.’ zei gastheer de fotograaf en liep weg. En daar stonden we. Met P. en S. P. was ook in pak, maar dan heel stijlvol, zodat de schoudervullingen van vriendlief er belachelijk uitzagen. S. gaf ons een hand en stelde zich voor. ‘Hai, aangenaam kennismaken,’ zei ze met hese stem. Voordat ik het wist stak ik mijn hand uit: ‘Ook aangenaam kennismaken.’ Maar ik had heel veel andere dingen willen zeggen, want ze was namelijk naakt.
    Jezus, ze is naakt! dacht ik en ik vervolgde alsof ik haar naaktheid de gewoonste zaak van de wereld vond: ‘Wat een mooi huis, he?’ Ook vriendlief zei iets in de trant van: ‘Ja, een helemaal te gek huis.’ We wisten verder niet wat we moesten zeggen, het viel stil, er kwamen andere mensen binnen en we doken de hoek in.
    ‘Sta ik daar in mijn mooie jurk,’ smiespelde ik. ‘Zullen we maar naar huis?’
     ‘Ben je gek’ zei vriendlief.
    ‘Hé, een naakte vrouw,’ zei de volgende gast die binnenkwam. En stelde zich voor.
    ‘Hadden wij ook kunnen zeggen,’ zei vriendlief, ‘in plaats van maar te doen alsof het normaal is.’
    Naakt, dacht ik, met mijn little black dress en handschoentjes tot aan mijn ellebogen. Ik dronk mijn glas prosecco in een teug leeg. Nu aan de champagne. En de naakte vrouw maar eens goed bekijken. Ze had hoge laarzen tot aan haar knie en had een vossenbontje schalks om haar schouder geslagen. En een prachtig lijf. Toen zag ik iets wat ik nooit eerder had gezien.
    ‘Moet je kijken,’ zei ik tegen vriendlief, ‘ze heeft een ringetje door haar kut.’ Haar benen waren zo slank dat er een stuk tussen zat en het ringetje schitterde op de plek waar ik in 1989 nog nooit een ringetje had zien blinken. En vriendlief zeker ook niet.
    ‘Hoe hebben ze die er nou in gekregen?’   
    ‘Ja, dat moet je niet aan mij vragen’ antwoordde ik ietwat kattig.
    De gasten dropen binnen, de meeste waren verrast. Niemand gaf blijk van enige gêne en we gingen aan tafel. Ik zat niet ver van de naakte S. Sterker nog, ik bleek naast haar te zitten. Vriendlief had beter zicht, die zat tegenover haar. Ik had niet bijster veel zin in onze zwerversact, en ik hoopte maar dat tegen de tijd dat wij aan de beurt waren, iedereen ons vergeten zou zijn of in ieder geval te dronken om er iets van mee te krijgen. Maar na wat toespraken, liedjes en onhandig voorgedragen gedichten stond eerst de act van P. en de naakte S. nog op het programma.
    P. bleek kunstenaar en vertelde dat zijn S. in haar nakie voor de kast had gestaan en had gevraagd: ‘Wat zal ik aandoen vanavond?’ ‘Je Vosje misschien?’ had P. vervolgens gesuggereerd. Daarmee bedoelde hij een jurk ontworpen door modeontwerper Edgar Vos die ze kennelijk in haar bezit had. Waarop, zo vervolgde P., S. een vossenbontje van de kapstok haalde en over haar naakte lijf had aangetrokken met de woorden: ‘Bedoel je dit Vosje?’ Hij had het fantastisch gevonden en samen hadden ze besloten dat haar outfit hiermee compleet was. Ik moest denken aan de drie uur die ik voor de spiegel had gestaan. Had me in ieder geval veel tijd gescheeld.   
    Vervolgens kregen alle dertig gasten een tekening van de kunstenaar P. Ze waren allemaal anders. ‘S. met Vosje’ stond eronder. Op die van mij zat ze op een stoel. Ik zag de zijkant van haar been. Vriendlief had er een gekregen met bovenaanzicht, waarbij ze met Vosje op bed lag.  
    S. zelf deed ook nog een act. Ze danste met een raffiarokje aan op Afrikaanse muziek. Ze spreidde haar benen daarbij steeds heel ver uit elkaar en gooide ze hoog de lucht in waardoor we uitgebreid naar haar edele delen konden kijken. Ik dacht zelfs te kunnen zien dat het ringetje door haar buitenste schaamlip was gestanst. De dans was de gêne voorbij en ging veel te lang door. Iedereen kreeg zin in de volgende gang.
    Toen wij aan de beurt waren stortten we ons er helemaal in. Nadat we hadden aangebeld had iedereen zich afgevraagd wie dat nu weer waren, maar vanaf het moment dat we met de slaapzakken de ruimte binnenkwamen werd er gelachen. Dat we met waxinelichtjes, die we van de tafel hadden meegenomen, onze zwartgemaakte tanden beschenen zorgde voor hilariteit, alsook de manier waarop we tijdens onze act af en toe restjes eten in onze mond propten. Als klap op de vuurpijl haalde vriendlief de strik die hij van zijn vader had geleend nog tevoorschijn met de vraag of hij alsjeblieft mocht aanschuiven. Dit alles werd beloond met een joelend applaus.

Het werd nog best een leuke avond, waarop we dansten en boeiende gesprekken voerden tot diep in de nacht. S. was inmiddels in kennelijke staat en hing met haar hoofd op Vosje, terwijl P. haar lijf van benen tot schouders streelde.  
    Vriendlief en ik behoorden tot de laatsten die vertrokken en hand in hand zwalkten we naar huis. Tegen de tijd dat we in bed belandden was het ochtend. Het was heerlijk om onze kleren uit te doen. Naakt had nog nooit zo goed gevoeld.

 

***

Bodil de la Parra werkt op dit moment aan een roman bij Lebowki.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: