Ik heb geleefd #51: Ko overleed vlak na dit interview: hij hoopte dat de lente hem energie zou geven
Ko van Krieken staat op, eet een boterham, gaat weer op bed liggen, kijkt tv. Zo zien zijn dagen eruit sinds hij niet meer naar zijn werk kan. Eentonig. Zijn baan was alles, zegt de lange man van 62. Ritme, regelmaat, contact met collega’s. ‘Het was mijn uitlaatklep.’
Vieze handjes
Als calculator in de bouw berekende hij de kosten van nieuwe gebouwen. Daarvoor deed hij werk waar hij ‘vieze handjes’ van kreeg: timmeren. Maar op kantoor vond hij het comfortabeler.
Nu zit hij dus thuis in Heerewaarden, in het mooie Land van Maas en Waal. Hoe lang al? Sinds hij bloed begon te hoesten, zo’n negen maanden geleden.
Ko laat het gebakje dat zijn vrouw Loesjean zojuist voor hem op tafel heeft gezet, onaangeroerd. Hij is te druk met praten. Voor het huis loopt een weg langs, of ik die zie? Hij wijst door het raam. ‘Ik kan de straat niet eens meer op en neer lopen. Hierachter loopt de Maas, vlakbij! Maar dat haal ik al helemaal niet.’
Nierkanker
Het moment dat hij thuis kwam te zitten, zat er al heel lang aan te komen, vertelt hij. Ko leeft al vijftien jaar met nierkanker. Het begon met zwaar hoesten. ‘Als iemand die twee pakjes zware shag per dag rookt.’ Er werd een nier verwijderd, later kwamen er uitzaaiingen. Nu zit er een gezwel in zijn long. Vorig jaar kreeg hij zomaar een hartaanval in het ziekenhuis, net die ene keer dat zijn vrouw niet was meegegaan. ‘We gaan áltijd samen!’ Werd ze opeens gebeld dat haar man op de operatietafel lag om gedotterd te worden.
Ko van Krieken ging achteruit. Zelf wilde hij dat eerst niet weten, zegt zijn vrouw. Was hij moe? Dan kwam dat doordat hij te lang had gelopen. Of een uur later naar bed was gegaan.
Druk
Zij: ‘Hij wil er niet aan dat het de kanker is die groeit.’ Op de rode bank kijkt Ko voor zich uit. Dat is zo, zeggen zijn ogen.
Later zal hij zeggen dat hij hangt aan het leven. Toen die nier werd verwijderd, was dat geen ramp, hij had er immers twee. Maar het leven, daar heb je er maar één van.
Zijn vrouw werkt gelukkig nog. Vier ochtenden per week brengt zij brood rond voor een bakkerij. Ze is blij met de afleiding: ‘Ik ben heel druk, heb ook een eigen toneelvereniging.’
Ko maakte vroeger de decorstukken, dat lukt niet meer. Maar als het even kan, gaat hij nog mee.
Lusteloos
‘Je snapt bijna niet dat zij overeind blijft,’ zegt Ko. Zij haalt haar schouders op en zegt dat ze niet anders kan: ‘Ik zou gek worden. Zodra ik de deur uit ben, gaat er een knop om. Dan denk ik niet meer aan thuis. Deed ik dat wel, dan zou ik het brood verkeerd bezorgen. Soms vraagt iemand op mijn werk hoe het mijn man is en dan denk ik ‘o ja...’’
Ko is lusteloos de laatste tijd. Hij zou de schuur moeten opruimen. ‘Maar ik kan me er niet toe zetten. Straks misschien, als de zon weer gaat schijnen.’ Deze donkere dagen kijkt hij liever RTL 7 of Discovery Channel. ‘Ik ben het gelukkigst boven in mijn bedje.’
Het is zo’n contrast met hoe het de laatste jaren ging, vertelt hij. Hij werkte fulltime, kwam regelmatig in het dorp. Vakantiemensen waren ze nooit, maar in de zomer zaten ze graag achter het huis. ‘Ko is met niks tevreden,’ zegt zij.
Bucketlist
De vraag of hij nog wereldreizen op zijn bucketlist heeft staan, wuift hij lachend weg. ‘Naar Verweggistan? De rimboe in omdat ik misschien over een half jaar dood ben? Dat had ik normaal ook niet gedaan.’ Belangrijker is dat hun zoon onlangs een appartement heeft gekocht. Ze konden daar financieel aan bijdragen. Ko moet slikken als hij vertelt hoe mooi het was dat ze met z’n drieën bij de notaris zaten, dat hij dat nog mocht meemaken. Zijn zoon is afgestudeerd en heeft een baan. ‘Die hebben we gelukkig heel goed weggezet.’
Hij hoopt dat de lente hem nieuwe energie geeft. Dat hij die snoeischaar weer oppakt en de tuin in duikt. Kerkelijk is hij niet, maar hij heeft wel het gevoel dat er iemand over hem waakt. ‘Soms praat ik in gedachten met hem. Baat het niet, dan schaadt het niet. Het zal toch wel een beetje geholpen hebben, want ik zit hier nog steeds.’
Ko van Krieken is kort na het interview overleden, op zondag 26 januari. Omdat de fotograaf nog niet langs was geweest, is er een bestaand portret van Ko afgebeeld.
***
Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@dpgmedia.nl
Dit artikel verscheen eerder in het AD.
Annemarie Haverkamp won met haar roman De achtste dag de Bronzen Uil 2019, de Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige debuut van het afgelopen jaar.