Portret van Lydia uit 'Hier is alles veilig' van Anneleen Van Offel (door Charlotte Van den Broeck)
Een portret, Lydia
Een vrouw. Lydia Lamont.
Een half leven heeft ze achter zich. Misschien zou Lydia de ene helft ‘een gat’ noemen, een afgrond, een barst, maar eigenlijk lukt het haar jarenlang om van de diepte weg te blijven. Ze stort niet te pletter
Lydia is Arts, specialisatie: neonatologie - zeg dit drie keer snel achter elkaar: neonatologie, neonatologie, neonatologie, dat wil zeggen dat ze zich ontfermt over leven en sterven.
Lydia is nodig.
Ze is zo nodig dat ze al tien jaar geen tijd heeft voor minnaars, wel maakt ze naast haar baan in het ziekenhuis een proefschrift.
Maar misschien gaat het zo: misschien trekt een afgrond je pas naar de diepte als de randen errond zich tekenen. De rand vormt zich uit vier woorden:
'Kom. Naar. Israël. Mama.'
Lydia is een moeder. Een moeder zonder zoon. Nu ja, zijn zoon. Haar zoon, ook al is hij niet bij haar, hij is een geluid – iets met krekels, voortdurend de krekels. Haar zoon heeft een moeder voor haar en een moeder na haar.
Lydia krijgt van hem vier woorden, - of is het één kreet?
Lydia neemt bedenktijd, enkele weken. Later zal ze dit ‘spijt’ noemen.
Lydia reist. Toegegeven: liever had ze een andere bestemming.
Tahin, tomaten, granaatappel, falafel, sachertorte
Lydia is, net als ik, zenuwachtig over haar hand mond coördinatie als ze met vreemden eet
Lydia ontmoet Eran, Uzi, Yitzhak, Ofra, anderen.
Lydia is over het algemeen verantwoordelijk met alcoholconsumptie, behalve die ene keer.
Lydia is niet ongevoelig voor de erotische geladenheid van een openspattende granaatappelpit, voor de aandacht van potentiële minnaars, jongere minnaars.
Lydia las vermoedelijk Times arrow van Martin Amis, maar ook Italo Calvino en Amos Oz, ze heeft dezelfde neiging fragmentarisch, recursief en omgekeerd en meesterlijk te vertellen.
Lydia is niet persé een veilige chauffeur, met name niet in flashbacks.
Zei ik al dat haar zoon Immanuel heet?
Immanuel, Immanuel. Lydia noemt hem.
Sommige noemen hem ‘mor’alim’ (vergiftigd): Lydia’s zoon is een jongetje en een systeem
Zijn vader Joachim was Lydia’s geliefde, nu beweegt hij zich ergens in dezelfde stad in zijn eigen leven
In tegenstelling tot Joachim vindt Lydia Israël geen vakantiebestemming, laat staan een thuis
We were stoned in Hebron staat er op de T-shirt van haar zoon.
Lydia weet dat je kwaad niet met kwaad kan bestrijden
Lydia bewaart een eucalyptusnootje op de bodem van haar tas.
Vermoedelijk heeft Lydia de film Interstellar gezien: dimensies zijn fluïde, wijken voor haar immense verdriet.
Lydia leeft volgens emotionele tijd, vloeibare vlakken, een bolvormige krop op het tijd-ruimte continuüm en ter hoogte van haar borst
Lydia ziet een muur en een barst lopen door het land, of is het hetzelfde: de muur en de barst?
Lydia zwijgt. Ze doet dat voor het eerst op pagina 112 – 115.
Ze zwijgt opnieuw op pagina 122 – 140.
Daarna zal ze herhaaldelijk zwijgen. Of wordt ze onderbroken OF Loopt de barst die door het land loopt evengoed door het verhaal door elke poging om een tomeloos leven in een narratief te passen
een barst duidt aan waar het zal breken, een barst is een scheur in wat breekbaar is, in wat je dacht dat niet kon breken, en het breekt toch.
Lydia rouwt,
ze rouwt, ze rouwt.
Foto: Assia Bert