Zoeken
Ik heb geleefd #53: Babette (36) weet sinds een maand dat ze binnenkort doodgaat
In de serie ‘Ik heb geleefd’ praat Annemarie Haverkamp met mensen over hun leven en het einde dat nadert. Babette Bot (36) houdt van het leven. ‘Als vampirisme zou bestaan, werd ik een vampier. Dan had ik het eeuwige leven.’ Sinds een maand weet ze dat ze binnenkort doodgaat. De kanker die ze heeft, is zeldzaam agressief en woekert als een dolle. 

Ik heb geleefd #53: Babette (36) weet sinds een maand dat ze binnenkort doodgaat

Gepubliceerd op 24 februari, 2020 om 00:00


‘Ik zou wel onsterfelijk willen zijn. Ik vind het hier zo fantastisch. Als vampirisme zou bestaan, werd ik een vampier. Dan had ik het eeuwige leven.’ Babette Bot (36) is geen vampier en ziet er ook niet zo uit. Ze is klein van stuk, haar ogen staan zacht en ze heeft normale hoektanden. Soms, als ze praat, moet ze even slikken. Sinds een maand weet ze dat ze binnenkort doodgaat. Net als haar kat, die ze een dag voor haar diagnose moest laten inslapen, heeft ze uitgezaaide kanker. Er wordt weleens gezegd dat dieren zoiets kunnen voelen. ‘Mijn kat sliep al een paar maanden met zijn kop op mijn rechterborst, dat was iets nieuws.’ Precies op die plek voelde ze weinig later een knobbeltje.

Kat Moses staat in een urn bovenop de kast in Nootdorp. Babette wil straks samen met hem worden geplant in een biologische urn. Er zijn dagen, zegt ze, dat het lijkt of het allemaal niet over haar gaat. Dan dringt het niet tot haar door dat zij degene is die doodziek is. ‘Laatst belde een verpleegkundige. Ik dacht: nu ga je zeggen dat het een vergissing is.’

 

Ziekte van Crohn

Voordat ze de tumor in haar borst ontdekte, voelde Babette zich beter dan ooit. Voor het eerst in vijftien jaar had ze het idee dat ze helemaal zichzelf was. ‘Op mijn 21ste kreeg ik de ziekte van Crohn. Ik ben heel veel ziek geweest. Door de prednison ging mijn stofwisseling kapot. Ik kwam kilo’s aan. Dolgraag wilde ik een maagverkleining, maar steeds werd me verteld dat dat niet kon vanwege Crohn. In februari 2018 was het eindelijk zover. In het halfjaar daarna viel ik 57 kilo af.’

Een wereld ging voor haar open. Letterlijk. Babette stapte in het vliegtuig naar Sri Lanka. Onbewust had ze vliegtuigstoelen lange tijd gemeden. Wie zwaar is, zit niet lekker in een Boeing. ‘Ik weet nog dat ik een rots beklom. Dat had de oude ik never nooit gekund. Ik herinner me het uitzicht, hoe ik daar stond en de geluiden uit de jungle beneden hoorde. Het was zo’n enorme overwinning. Nu, als ik me slecht voel, ga ik in mijn hoofd vaak terug naar die plek om kracht te vinden.’

 

Droomreis

Babette moet even stoppen met praten. Hier zit dus haar emotie, zegt ze na een slokje thee. Het is ook dankbaarheid. Sri Lanka neemt niemand haar meer af. En er komt nog veel meer. Babette wilde altijd al verder reizen. Om dat voor elkaar te krijgen, regelde haar zus een online-inzamelingsactie. En wat denk je: ze haalde ruim 10.000 euro op. ‘Het is ongelooflijk wie er allemaal doneerden. Heel veel oud-leerlingen. Ik heb altijd in het onderwijs gewerkt, begeleidde onder meer leerlingen met autisme. Daar zat mijn passie.’ Babette had zelf nooit een kinderwens. Dat geeft haar vrijheid.

Haar droomreis gaat – samen met een vriendin – naar Japan. Inmiddels zijn de tickets geboekt. Babette heeft het zo gepland dat ze er landt als de kersenbomen bloeien. Voor Japanners heeft de kersenbloesem een spirituele betekenis, de roze bloemenpracht staat voor geboorte, leven, dood en wedergeboorte. ‘Het is het ultieme symbool van vergankelijkheid. De Japanse cultuur trekt me.’ Maar ze gaat ook nog naar IJsland. En naar Noorwegen. En naar Aruba. Het is alleen te hopen dat haar lijf het nog even volhoudt. De kanker die ze heeft, is zeldzaam agressief en woekert als een dolle.

 

Altijd haast

Babette heeft dus haast. Het gekke is, zegt ze, dat ze dat altijd al had. Net als het konijn uit haar favoriete kinderfilm Alice in Wonderland. ‘Haast, haast, haast. Alsof ik wist dat ik niet lang op deze wereld zou zijn. Ik leefde bij de dag en deed wat ik wilde. Toen ik hoorde dat ik dood zou gaan aan mijn ziekte, leek het of er wat puzzelstukjes in elkaar vielen. Ik kreeg sterk het gevoel dat ik ergens anders nodig was, ergens waar het goed is.’

In het ziekenhuis werd ze onlangs pas voor het eerst opstandig. Na een eenvoudige borstingreep – eerder kreeg ze na een borstamputatie een implantaat – lag ze op een zaal met drie bejaarde dames. Oh, wat waren ze aan het klagen. En niemand die haar vroeg wat er met háár aan de hand was. ‘Ik kreeg zin om te schreeuwen: “Hou allemaal je mond! Jullie zijn 80 en hebben al een heel leven achter de rug, ik ga bijna dood!”’

Ze hield zich in en vroeg de verpleegkundige om oordopjes.

(Kort na het interview mailt Babette dat de pijn is toegenomen en ze Aruba heeft moeten afzeggen. Ze hoopt vurig dat ze Japan nog kan zien.)

 

***

Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@persgroep.nl
Dit artikel verscheen eerder in het AD
Annemarie Haverkamp won met haar roman De achtste dag de Bronzen Uil 2019, de Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige debuut van het afgelopen jaar.

Auteurs
Auteur: Annemarie Haverkamp

Annemarie Haverkamp (1975) is schrijver en journalist voor diverse kranten en tijdschriften. Met haar debuutroman De achtste dag won ze zowel De Bronzen Uil 2019 als de Anton Wachterprijs 2020. Ze is hoofdredactrice van universiteitsblad Vox en columniste bij De Gelderlander.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: