Zoeken
Sarah Sluimers mentale crisislogboek van het thuiszitten #1
Zoals zovelen zit ook schrijfster Sarah Sluimer nu binnen. Voor Vrij Nederland houdt ze een dagboek bij. Dit is het eerste deel. 'In onze honger naar een sluitend narratief geven we anderen gretig een rol.'

Sarah Sluimers mentale crisislogboek van het thuiszitten #1

Gepubliceerd op 16 maart, 2020 om 00:00

In de tuin staat de witte magnolia uitbundig te bloeien. De knoppen kwamen uit op vrijdag, de eerste dag dat we binnen bleven, en nu staat ze weelderig te pronken, giftig en trots. We kijken naar haar van achter het raam. Mijn vriend zegt: 'Als je ooit een boek over deze periode schrijft, zet je die magnolia op de voorkant.'


PATHETIEK

Ik draai bijna iedere dag de soundtrack van de film Little Women, niet omdat die muziek nou zo goed is, maar de laatste keer dat ik echt buiten was ging ik naar die film en was ik gelukkig en vrij.

Iedere dag zijn er momenten die we in ons mentale crisislogboek opslaan. Ons oudste kind Ezra, die roerloos in de vensterbank staat en stilletjes naar buiten staart, handen op het raam. Een kopje koffie op het balkon zonder het geluid van auto’s op de achtergrond, maar met een merel die kwinkeleert alsof zijn leven ervan af hangt. Het bedritueel met het vaste liedje voor de twee jongetjes, zachtjes gezongen, net als altijd, maar opeens is daar die scène uit Titanic met die moeder die haar kinderen instopt terwijl het water de hut bijna overspoelt.

Wat een pathetiek.


SCHADUWEN VAN VIJANDELIJKE RUIMTESCHEPEN

We voeren allemaal onze eigen performance op in deze situatie, ontleend aan films uit de onschuldige jaren negentig waarin grote schaduwen van vijandelijke ruimteschepen over de straten vallen. Of aan boeken over een plots blinde of dode wereldbevolking. Ik denk de laatste dagen graag aan The Sacrifice van Tarkovski, waarin een groep mensen, fantastisch gekleed, samen in een huis, denkt dat de Derde Wereldoorlog is uitgebroken en in steeds diepere wanhoop verzandt.

Maar het wringt. De scripts die we kennen voldoen niet. We zijn niet voorbereid. Hoe zou dat ook kunnen: we weten niet in welk stuk we zijn beland.

In onze honger naar een sluitend narratief geven we anderen gretig een rol. De jongen die tot gisteren nog als een onoverwinnelijke halfgod met vrienden op het terras zat heeft niet meer de hoofdrol, maar is ineens de vijand. De vrouw die trots de schappen van de supermarkt leegroofde, haar gezin zouden ze niet te pakken krijgen: een onsympathieke bijrol.

De pubers die met rode konen van het harde werken de schappen in de supermarkt blijven aanvullen: jonge helden.


GEEN PRECEDENT

Een vriend stuurt een bericht: ‘Voelen jullie ook die focus in de lucht hangen? Alsof de hele wereldbevolking maar aan één ding denkt?’
Gretig beamen we zijn gedachte.
‘Het voelt als de week voor een belangrijke begrafenis,’ zegt mijn vriend. Ik knik driftig. Een Leitmotiv!

We zijn allemaal in vlagen bang of voelen ons opeens opgejaagd. We verwonderen ons over die nieuwe alertheid in ons zenuwstelsel. We zoeken naar woorden, manieren om boven de angst uit te stijgen. Maar er is geen precedent. Niet voor mijn generatie, niet voor de generatie voor ons.

‘Ik ben zo bang dat niemand me de komende weken aan zal raken,’ zegt een vriendin zonder geliefde, die nu alleen in haar huis zit.
Wie speelt zij?

Ik keek net nog eens naar de magnolia en weet opeens niet meer wat haar witte bloemen betekenen.

Datzelfde geldt misschien wel voor ons allemaal: pas als er weer licht aan het einde van de tunnel schijnt, zullen we weten wie we geworden zijn.


***

Dit artikel verscheen eerder in Vrij Nederland 

Auteurs
Auteur: Sarah Sluimer

Sarah Sluimer (1985) schrijft voor onder andere de Volkskrant, ELLE en De Correspondent. Ze heeft een zaterdagcolumn in het NRC en schrijft toneelstukken. In 2018 debuteerde ze met Keizer. In 2020 kwam haar tweede roman uit, De stilte, die een toekomst verbeeldt na de coronapandemie.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: