Eigen Huis en Tuin, met Mick en Roel #4
Dit is deel 4. Lees de voorgaande brief hier.
Lieve Roel,
Je bent geen hamsteraar, je hebt gewoon slechte weekboodschappen gedaan. Drie potten bejaardengroente en een paar pakjes rijst, als een student die net op zichzelf is gaan wonen.
Wij zijn inderdaad Indisch, of nee, ík ben Indisch en mijn meisje is Moluks. Niet hetzelfde, hoewel we beide erg van rijst houden (geheel in lijn met jouw twijfelachtige aanname, haha). Eet jij je rijst met boter en suiker?
Persoonlijk zou ik het liefst elke dag rijst eten, ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds. Dat meen ik. Tijdens mijn onvruchtbare pogingen te studeren kookte ik de rijst in een pannetje. Die koekte aan en ‘s avonds at ik de aangekoekte rijst met ketjap, in plaats van chips. Dat vind ik nog steeds heerlijk. Ik kende de quote van Annie Schilder niet, maar ik overweeg het om hem op mijn lijf te tatoeëren. Zo’n zelfgeprikte gevangenistattoo als souvenir van de Corombola-tijden. Een steeds minder gek idee.
Ik wilde na het eten voorzichtig schrijven over hoe het optimisme er inmiddels wel een beetje vanaf is bij mij, en toen kwam ineens de persconferentie.
Grapperhaus sprak.
‘Juno.’ Zei hij.
Fucking juno.
Vanochtend kreeg ik een jeuk aan de binnenkant van mijn ribbenkast waarvan ik wist dat die uit mijn hoofd kwam. Er was een e-mail van de school, en ik moest een weekplanning maken voor de kinderen. Ik ben daar slecht in, maar dat moet normaliter wel lukken. Zo niet dit keer, ik stokte volledig.
In de nacht ervoor was ik wakker geworden. Ik liep onze tuin in. Dat doe ik anders nooit. Voor de vorm pakte ik de grasmaaier erbij, we hebben een handgrasmaaier. Zo stond ik achter de grasmaaier op ons gazonnetje naar de sterren te kijken. Het was koud en kraakhelder. Weinig vliegtuigen. (‘Ja, echt weinig hè, wow een streeploze lucht, heb je ooit zoiets gezien?’)
Ik stond daar maar en het deed me niks, dus ik ging terug in bed liggen, koud en nog onrustiger. De hele week was ik hyperactief en optimistisch geweest. Wild gespeeld met de kinderen en mezelf voorgehouden hoe fijn het allemaal is.
‘Fijn hè, Mick?’
‘Ja, echt fijn. Hmmm nou.’
Een laagje magnetronfolie over een put vol zelfhaat, onkunde en duisternis geweest.
En toen kreeg ik dus ‘s ochtends jeuk aan de binnenkant van mijn ribbenkast door een e-mail van de basisschool van mijn kinderen. Ik keek naar mijn vrouw. Ze zag het meteen.
‘Ga maar.’ Zei ze. ‘Ga wandelen.’ Ik hou van haar. Ik was voor dit hele akkefietje veel aan het wandelen. Wij zouden samen ook gaan wandelen, Roel. Daar keek ik naar uit. Ik vroeg me tijdens het wandelen af of het een angstaanval was, en of ik vanaf nu een persoon was die angstaanvallen krijgt.
Deed jouw moeder ook weleens rookworst en grof gesneden selderij door de macaroni? Wij aten vroeger thuis ook meestal rijst, behalve als mijn vader op oefening was. Dan kregen we weleens Italiaans, vermoedelijk uit dezelfde streek als waar jouw moeder haar inspiratie opdeed.
Fucking juno, Roel. Het gaat nog lang duren.