Eigen Huis en Tuin, met Mick en Roel #5
Dit is de vijfde brief. Lees hier nummer vier.
Mick,
Rijst met boter en suiker? Wie eet dat in godsnaam, en waarom? Ik heb gisteren nasi gemaakt (nog altijd rijst genoeg hier, we hebben geld overgemaakt naar de Voedselbank), of in ieder geval iets wat daarvoor door zou moeten gaan. Als ik jou zou vertellen wat erin zat zou je me waarschijnlijk met vlakke hand een petsje in mijn gezicht geven.
Jij zult met je Indische bloed vast zo’n typisch geheim-van-moeder-op-moeder-op-moeder-op-zoon-recept hebben waarmee je ‘de lekkerste nasi op de wereld’ maakt. Whatever dude. Het zijn geen tijden voor culinaire innovatie hier thuis.
Sorry. Fucking juno. We kijken alleen nog maar afleveringen van Bear Grylls die overleeft op… nou ja, waarop niet eigenlijk. Schelpen, gekookte boomschors, beenmerg van het skelet van een eland, teennagels. Toen het internet er hier gisteren even uitlag, heb ik dat gefixt met een rol ducttape, een wasknijper en mijn eigen urine als geleider. Niks meer aan doen.
Waar denk je aan als je aan het wandelen bent? Of juist aan zo min mogelijk? Er is een tijdje geweest dat ik ook veel ging wandelen, best wel een tijdje zelfs. Omdat het voelde alsof het internet in mijn eigen hoofd eruit lag, homepages niet meer werkten en zoektermen geen hits meer opleverden behalve in de krochten van het Darkweb. Maar ik weet eigenlijk niet meer zo goed waarom ik ging wandelen. Het is toch veel voor de hand liggender om vol gas te geven op drank en drugs?
Ik weet ook niet meer waaraan ik precies dacht terwijl ik wandelde. Het is niet alsof ik er met een mentaal to do-lijstje op uit trok om binnen een uurtje stappen alles af te kunnen vinken. Ik heb geen mathematische problemen opgelost of een oplossing gevonden voor de smeltende ijskappen. Ik wandelde gewoon, tot het opeens voelde alsof het wandelen niet meer nodig was, tenminste niet voor redenen anders dan om mijn superduper body of steel in vorm te houden.
Maar nu dit ‘akkefietje’, fucking juno, en alles wat een ritme leek te hebben in mijn leven ligt op zijn gat. Ik heb de laatste dagen een vreemd gevoel, alsof alles met elkaar samenhangt. Van het lieveheersbeestje vanochtend toen ik de krant uit de brievenbus ging halen, tot de mango in onze fruitschaal die maar niet eetrijp wil worden, van de nakende teloorgang van Rumag tot de discutabele machtspositie van farmaceut Roche en de Paus alleen daar op dat plein in het Vaticaan. Op een vreemde manier lijkt Gerri Eickhof er ook mee te maken te hebben. Dat beeld van hem krijg ik maar niet uit mijn hoofd: een paar jaar terug tijdens een van die strenge winters, met een gigantische ijsmuts op zijn kop terwijl hij kapot staat te gaan voor Centraal Station in Amsterdam om live voor NOS Journaal verslag te doen van sneeuw en ijs op het spoor.
Ken je die film Under the Silver Lake? Zoiets. Ik denk dat ik er bijna ben, de puzzel krijgt steeds meer contouren. Geef me nog even, dan hoef je je daarna geen zorgen meer te maken. Niemand niet. Dan heb ik antwoorden op al je vragen, op ieders vragen.
De zonnebloempitjes die ik gezaaid had in het moestuintje van mijn zoon zijn aan het kiemen. Het is me gelukt om leven te persen uit iets wat daarvoor nog niet levend was, of op zijn hoogst een soort slaapdood. Niet slecht, toch? Ik zal zo Shiny Happy People van rem weer eens opzetten. Ondertussen leer ik Venus van Shocking Blue op gitaar, omdat dochterlief dat met de klas aan het zingen was. Alleen zingt ze de hele tijd ‘Penis’ in plaats van ‘Venus’.
‘She’s got it, yeah baby, she’s got it.’
Roel