Sarah Sluimers quarantainelogboek: Als de echte gekte toeslaat
Mijn beste vriend, een geweldige kok die er al drie weken geleden voor heeft gezorgd dat zijn voorraadschuur gevuld is met ganzenvet en kwarteltjes, want je kan maar zonder zitten, stuurt me een bericht dat hij nu echt veranderd is in een feeder, en zijn vriend daardoor in een feedy. ‘Of een gans,’ zegt hij glunderend.
Hij heeft deze keer kippenragout gemaakt met bloemkool, erwten, bieslook, witte wijn en gruyère. ‘In laagjes en niet zomaar door elkaar gemieterd,’ zegt hij er voor de zekerheid bij. ‘Ik ben gemaakt voor quarantaine,’ sluit hij gelukzalig af.
WE KUNNEN ONS GEEN GEKTE PERMITTEREN
Ik heb precies die dag het idee dat ik allesbehalve gemaakt ben voor het Grote Binnen Blijven. Voor iemand van kinds af aan ‘het herdershondje’ wordt genoemd omdat ik de mensen graag in één ruimte bij elkaar heb, lijk ik op dit moment eerder op een paniekerige poedel in een snikhete auto op een parkeerplaats.
Mijn vriend zegt, terwijl hij peinzend naar de schutting in de achtertuin staart, dat hij denkt dat mensen ‘echt gaan doordraaien’ als dit nog lang duurt.
Ik denk aan de overal opduikende agressieve spugers en hoesters op straat, die mensen de stuipen op het lijf jagen met hun longvochtaanvallen. Ze worden opgepakt, razendsnel berecht en kunnen tot wel tien weken celstraf krijgen.
De samenleving is hard voor haar huidige buitenstaanders. Ontregelende verwarden die onze afspraken binnen de openbare ruimte zo bruut doorboren omdat ze zo eindelijk even zichtbaar kunnen zijn, ontvangen geen mededogen. Ze worden als melaatsen behandeld omdat we als samenleving nu fragieler zijn dan anders. We kunnen ons geen gekte permitteren, denken we.
VERLAMD DOOR DE UITZICHTLOOSHEID
De laatste tijd merk ik ook aan de mensen om me heen dat ze makkelijker van hun stuk te brengen zijn. Dat ze zich vaak angstig voelen, geagiteerd zijn, somber of lusteloos. Bang voor hun werk, verlamd door de uitzichtloosheid. Vol van het gemis van de huid van een ander, of juist benauwd omdat ze nooit meer een seconde alleen zijn.
Alles door elkaar en niet in laagjes.
Ik geloof niet dat wij een overheid hebben die de psychische gezondheid van haar gemiddelde ‘hardwerkende burger’ als eerste prioriteit ziet. De geestelijke zorg is uitgekleed. Als er ongeregeldheden op straat voorkomen, moeten die de kop ingedrukt worden.
Maar binnen is het speelveld nu vrij voor crises, ruzies en geweld.
HET TEGENOVERGESTELDE VAN EEN OPLOSSING
‘Zorg voor elkaar’ betekent juist de ander in het oog houden wanneer de virtuele borrels stoppen en je niet meer gevraagd wordt je favoriete gedicht of kinderfoto te delen.
Hoe je dat doet, terwijl iedereen in zijn eigen huis zit, verborgen voor de wereld: ik weet het niet precies. We zullen er allemaal iets op moeten verzinnen. Maar straf en uitsluiting zijn het tegenovergestelde van een oplossing.
Bij milde somberheidsklachten adviseer ik overigens de kippenragout van mijn vriend. Goed eten heelt kleine wonden. Ik stuur u graag het recept.