Sarah Sluimers quarantainelogboek: We hebben al genoeg te verduren, en dan komt Jort Kelder ook nog zijn zegje doen
We zitten straks drie weken in quarantaine en de zo gekoesterde strohalm van maatschappelijke saamhorigheid begint al langzaam te knakken.
Het is voor de mens behoorlijk ingrijpend om de ander niet meer aan te kunnen raken, om het sociale en het werkzame leven via schermpjes te laten verlopen, maar we deden het om elkaar en vooral ook de ander te redden van een afschuwelijke verstikkingsdood.
En dat bleek goed te zijn: er is iets merkbaar van een afvlakking in de curve. En ja, er zijn grote zorgen omtrent het aantal beschikbare IC-bedden, maar als we niet met z’n allen de afgelopen tijd toch redelijk braaf binnen waren gebleven, was het leed niet te overzien geweest.
HARTELOZE SCHOFT
Ook opvallend: afgezien van zo hier en daar wat gespeculeer, hielden de media zich erg koest. De overdrijving hoefde ook niet opgezocht te worden, het nieuws was al erg genoeg.
Maar daar was dan gisteren Jort Kelder, die op een lokale zender iets had geroepen over dikke rokende ouderen op de Intensive Care die ons land in de tang houden ten kostte van ondernemers. En diezelfde avond zat hij bij Op1. Iedereen verontwaardigd. Dus hopelijk iedereen kijken.
Alles was bij het televisieprogramma naar de smaak van de kijker thuis in stelling gebracht. Twee presentatoren die die Kelder wel eens even ferm en beslist aan de tand gingen voelen. Een arts met een migrantenachtergrond die met een enkele zin meer vaderlandsliefde en empathie toonde dan deze harteloze schoft, deze 'ervaren mediaman', die toch heel goed wist dat wat hij zei over de grens van het betamelijke ging.
Staatssecretaris Blokhuis deed ook mee, prees het 'inhoudelijke gesprek', maar vond toch dat je mensenlevens misschien niet in geld uit moest drukken, hoewel ze dat in onderzoeken natuurlijk eigenlijk al deden, ja, dat moest toch ook gezegd worden.
HOOGOPGETROKKEN WENKBRAUW
Kelder kreeg toch de kans om zijn ideeën rondom de rendabele mens om te buigen naar een verhaal over de gevolgen van een lockdown voor de economie en in het spel van hoogopgetrokken wenkbrauw en tuitmondje was te zien dat hij toch wel oprecht bezorgd was. Want ook dit zijn de regels van een talkshow: je laat iemand natuurlijk wel uitpraten. Het moet wel een éérlijk gesprek blijven.
Drie weken de neiging tot reuring weerstaan, de experts ons laten voorlichten, zorgvuldig omgaan met informatie en het daarna zo voelen kriebelen, dat je Jort Kelder, de man van niets, dagvoorzitter en kletsmajoor, de kans geeft om in je programma een debat aan te zwengelen over de waarde van mensenlevens, terwijl hij heerlijk louterend – u vraagt wij draaien – toch ook om z’n oren krijgt van presentatoren en medegasten.
Het niet kunnen weerstaan van dat borrelende gevoel in de buikjes van de redacteuren van Op1 om hem uit te nodigen, er wordt immers over hem gepráát.
DEBATJES MET POSEURS
Niemand wil weten wat Jort Kelder te zeggen heeft over de economie, de zorg of over mensenlevens. Niemand. Jullie denken dat alleen maar, omdat jullie hem blijven uitnodigen.
Ga je schamen, makers van Op1, dat je van een wond in onze samenleving – de angst dat we moeten gaan beslissen wie dood gaat en wie blijft leven – een debatje hebt gemaakt zoals we al jaren debatjes met poseurs voeren. Schaam je dat jullie geen betere journalisten zijn in deze tijd, maar lui weer in de kaartenbak van drie weken geleden graaiden, toen we dachten dat meningen van bordkartonnen poppen zaligmakend waren.
Vertel me wat ik moet weten en bespaar me je oude reflexen. We hebben al genoeg te verduren.