Eigen Huis en Tuin, met Mick en Roel #8
Dit is de achtste brief. Lees nummer zeven hier.
Lieve Roel,
Je schreef in je een na laatste brief over wandelen, en toen vroeg je waar ik aan denk tijdens het wandelen. Ik weet het eigenlijk niet zo goed. Er is maar één constante tijdens het wandelen. Ik neem een punt op de einder en daar loop ik naartoe. Als alles meezit ben ik na een uur of wat bij dat punt aangekomen. Daar denk ik: ‘Hé, ik ben er.’ Dan neem ik een nieuw punt en begin ik opnieuw. Als ik niet meer weet wat ik ertussen heb gedacht beschouw ik de wandeling als geslaagd.
Ik heb ook altijd een notitieboekje bij me, mocht ik iets denken wat de moeite van het opschrijven waard is. Een wandeling met een notitie is ook steevast een goeie wandeling.
Soms zie ik mezelf staan terwijl ik iets opschrijf. Een man van 40, peinzend in het Noordhollandse landschap omringd door sloten en riet, schrijvend in een piepklein notitieboekje, met van die wandelschoenen aan zijn voeten. Het is zaak op die momenten niet te lang stil te staan bij de vraag of ik daadwerkelijk deze lul ben geworden, anders is het effect van de wandeling meteen verpulverd. Ik bekijk mezelf steeds vaker van zo’n afstand. ‘Ben ik dit?’ denk ik dan. Een man met een boodschappenwagentje. Een man die zijn telefoon bedient met de wijsvinger van de andere hand dan waarmee hij hem vasthoudt. Een man die trilt van woede omdat de kinderen klieren tijdens het tandenpoetsen. Een man met wie het niet goed gaat zonder wandelen en yoga.
Godzijdank bieden mijn notities enige troost. Onlangs schreef ik een gedichtje over een uitgebrande kerk die door een kunstenaar gevuld wordt met stront. Ik stond tussen de kerk en de eerste boerderij buiten Zunderdorp. Ik ben geen goede dichter, maar ik word er vrolijk van als ik het teruglees.
Ik begin me steeds comfortabeler te wentelen in deze situatie, Roel. Ik raak eraan gewend. De mensheid heeft zo lang kunnen bestaan door twee soorten mensen, als je het mij vraagt. Er zijn de mensen die altijd alles willen verbeteren, en die dat ook daadwerkelijk proberen. En er zijn mensen die niets verbeteren, maar zichzelf gelaten in bochten wringen zodat ze ermee kunnen leven. (Er is nog een soort: de mensen die zich ergeren aan de situatie en er tegelijk niks aan doen, maar die sterven jonger en hebben ons als soort nooit verder geholpen.)
Needless to say, ik behoor tot de categorie bochtwringers. Ik ben niet echt handig en ik ben lui. Zo is het nou eenmaal. Ik weet niet zo goed in welke categorie jij past, Roelie Geller de fietsbender. Ik zou graag met je in zee gaan, maar aan mij heb je niks. Ik bedenk van alles en daarna moet jij van alles doen. Ik geloof niet dat dat een succes wordt.
Ik ben de laatste tijd op een ongezonde manier gefocust op Amerika. Er zijn mensen die met een kampeerstoeltje, een thermoskan koffie en een bakje kleffe boterhammen rondrijden tot ze op hun politiescanner over een ongeluk of brand horen om lekker naar te kijken. Zo kijk ik naar Amerika vanuit mijn comfortabele intelligente lockdown. Mezelf verkneukelend kijk ik toe hoe dit akkefietje langzaam maar zeker de schillen van beschaving afpelt en zo de rotte, tot de tanden bewapende kern van de Verenigde Staten blootlegt. Ik weet dat dat vreselijk is, maar toch vind ik het heerlijk om te zien. Verse gemberthee naast de koffie terwijl ik ‘s ochtends de krant scan op Amerikaanse rampspoed. ‘Ben ik dit?’
Je sloot al je brieven af met een quote uit een liedje, maar de vorige brief niet meer. Waarom niet? Ik vond dat erg goed. Aanvankelijk wilde ik ook zo afsluiten, maar ik kwam niet verder dan ‘Binnen’ van Marco Borsato. Een vreemd nummer om wekenlang in je hoofd te hebben, laat staan tijdens een intelligente lockdown.
Open mijn ogen
Kijk om me heen
Alles lijkt veranderd
Mijn buik doet raar en ik voel me vreemd
X
Mick.