Zoeken
Sarah Sluimers quarantainelogboek: Over twintig jaar zijn de kinderen van de quarantaine groot
Ook schrijfster Sarah Sluimer zit binnen. Voor VN houdt ze een dagboek bij. Dit is aflevering elf. Ze vraag zich af hoe kleine kinderen dit nu ervaren en hoe dit hen zal vormen. ‘Een deel zal er een leven lang mee bezig zijn om de angst en pijn van deze maanden weg te masseren.’

Sarah Sluimers quarantainelogboek: Over twintig jaar zijn de kinderen van de quarantaine groot

Gepubliceerd op 9 april, 2020 om 00:00, aangepast op 10 april, 2020 om 00:00

 

Mijn kind ligt op de bank. Hij zei net zelf dat hij moe was en pakte, voor wij hem naar boven konden sturen, een deken. We stopten hem in. Nu ligt hij met roze wangen te dromen.

Wij zitten onder de luifel, luisteren Vera Lynn, drinken een glas wijn en praten wat. Aan onze voeten de emmer heksensoep die hij vandaag heeft gemaakt: water, handenvol afgescheurd gras en vlijtig gebroken takjes.


HET GELUK UIT JE EIGEN JEUGD

Vergeten worden op een feest, langs tafels struinen en hapjes snaaien in mijn witte kanten jurk en zwarte lakschoenen. Bij late schemering naar bed gebracht worden door mijn moeder die licht en weemoedig is door de wijn, om daarna langzaam weg te doezelen bij het geluid van klatergelach in de tuin en ‘Rum and Coca-Cola’ van The Andrew Sisters.

Je kind gelukkig zien is gelukkig zijn zoals je als kind kon zijn. Je kind gelukkig maken doe je dan ook door het geluk uit je eigen jeugd te reproduceren. Voor mij is dat geluk: vooroorlogse jazz, en aarde onder je nagels.


MENTALE ISOLATIE

In onze buurt woont een klein jongetje dat soms schreeuwt tegen de anderen in zijn gezin. Of tegen zichzelf. Soms klinkt zijn stem zo hard dat hij doormidden lijkt te scheuren. Ik hoor hem vaak de laatste weken.

Een jeugd speelt zich voor een groot deel in en om het huis af. Het huis is de vesting. Of, wanneer er pijn en verdriet is, wanneer de ouders de kinderen en elkaar beschadigen: een gevangenis.

Een klein kind leeft eigenlijk in mentale isolatie: het heeft de behoefte voortdurend beschermd en gekoesterd te zijn. De ouders en verzorgers binnen de vesting zijn het baken. Het baken is de afgelopen decennia nog nooit zo lang zo dichtbij het kind geweest als nu. Het baken moet wel nu er buiten niets te halen is.


LEVEN IN EEN POPPENHUIS

Tegen al mijn voorgaande principes in merk ik hoe vaak ik mijn kinderen eigenlijk gemist heb de afgelopen jaren. Hoeveel dagen ik niet bij hen was. Hoe weinig tijd mijn zonen kregen om elkaar echt te zien. Nu ken ik zelfs hun lichamen, ieder plooitje en tandje, beter dan ooit.

Quarantaine is als leven in een poppenhuis. We wandelen van kamer naar kamer en komen elkaar steeds weer tegen. We werken, lopen naar beneden en daar zijn de kinderen: onmiddellijk kan je endorfine aanmaken door aan hun haren te ruiken en zachtjes in hun armen te bijten. De overgangen worden vloeibaar.

Daar staat tegenover dat er geen enkele mogelijkheid is te vluchten. Buiten is een afgrond. Het onweer in je hoofd kan je niet verbergen in een commune. We zijn nu van de groep en niet meer van onszelf.


EINDELOZE WEKEN

Over twintig jaar zijn de kinderen van de quarantaine groot. Een deel zal er een leven lang mee bezig zijn om de angst en pijn van deze maanden weg te masseren. Een ander deel zal altijd op zoek blijven naar deze eindeloze weken waarin aanraking en veilige vrijheid om te spelen continu binnen handbereik lagen.

Een andere wreedheid: als ouders weet je niet tot welke groep je nageslacht zal behoren. Hoe dicht je ook bij elkaar bent.

En hoe vaak je ook, vol goede moed, je eigen geluksmuziek voor hen draait.

Auteurs
Auteur: Sarah Sluimer

Sarah Sluimer (1985) schrijft voor onder andere de Volkskrant, ELLE en De Correspondent. Ze heeft een zaterdagcolumn in het NRC en schrijft toneelstukken. In 2018 debuteerde ze met Keizer. In 2020 kwam haar tweede roman uit, De stilte, die een toekomst verbeeldt na de coronapandemie.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: