Eigen Huis en Tuin, met Mick en Roel #11
Dit is de elfde brief. Lees nummer tien hier.
Mick,
Je hoeft aan mij geen verantwoording af te leggen over de uitwassen van je crisis, hoor. Als jij de aandrang voelt om in een bloemetjesschort een weckpot peren op sap leeg te eten, terwijl Deepak Chopra je levenslessen influistert, moet je dat gewoon doen. Zwelg er lekker in. Alles is geoorloofd om geestelijk bij de les te blijven en je horizon te verbreden, zeker in deze tijd. Nou ja, niet alles natuurlijk, maar over dat Corona-lied van die bn’ers heeft gelukkig toch niemand het meer.
Ik heb dat boek nog ergens thuis, Zen en de kunst van het motoronderhoud, en ik heb het ook nog nooit gelezen. We zouden met zijn tweeën een leesclubje kunnen beginnen, maar daar heb ik helemaal geen zin in. Al vind ik het interessant wat je zegt over kunst, dat we het nodig hebben om het leven op waarde te kunnen schatten, omdat we er ‘anders doorheen leven’. Ik denk dat de boeken die ik nu lees, de muziek die ik luister, de films en series die ik kijk wellicht pas over een paar jaar betekenis voor me gaan krijgen, omdat ze onlosmakelijk gekoppeld zijn aan deze rare periode en daarmee ook aan een gevoel dat ik nu nog niet herken of kan duiden.
Mijn vader heeft een aantal jaren terug zijn hele elpee-collectie weggedaan, omdat de muziek uit zijn jeugd hem te veel herinnerde aan een tijd die nooit meer terugkomt. Ik denk dat ze dat weemoed noemen, of melancholie. Als ik liedjes hoor uit de jaren tachtig en negentig bekruipt me soms ook een unheimisch gevoel, beelden van vroeger schieten door mijn hoofd, een eigenaardige kriebel in mijn onderbuik die niet per se prettig is. Ik snap waarom mijn vader die elpee’s weggedaan heeft, maar toch houd ik sinds een halfjaar een playlist bij op Spotify met nummers van vroeger die zich in mijn onderbewuste hebben genesteld. REM’s ‘Losing My Religion’, ‘Tom’s Diner’ van Suzanne Vega. Het heeft iets masochistisch, het schuurt en wringt, maar die liedjes houden herinneringen levend, het besef dat er ook nog een vroeger is.
Ik kijk nu met mijn dochter van tien Stranger Things, misschien zo’n serie die voor haar onlosmakelijk aan deze periode verbonden zal blijven. Ook probeer ik veel muziek te draaien, moderne popliedjes die zich zullen verankeren in hun geheugen en ze over dertig jaar een unheimisch gevoel zullen geven. Dua Lipa, Snelle, Katy Perry. Hopelijk nemen ze me dat later niet kwalijk. Momenteel is het nummer ‘S.U.C.C.E.S.S’ van de Noorse band Sløtface hier thuis een hit.
Over vroeger gesproken: vind je het eigenlijk niet verdacht, of op zijn minst opvallend, dat het tv-programma Eigen huis en tuin van de buis gehaald is, na zevenentwintig jaar? Gerri Eickhof heeft er vrijwel zeker iets mee te maken, al zal het moeilijk worden het bewijsmateriaal daarvoor rond te krijgen. Na zevenentwintig jaar! Nota bene in een tijd waarin iedereen noodgedwongen de hele dag in eigen huis en tuin moet zitten. Het programma zou te duur zijn geworden. Nou, geef mij drie spijkers, een tube secondelijm, drie vergeet-me-nietjes, een zak tuinaarde en een selfiestick en we zijn weer up and running, hoor.
‘Life, oooo life, ooooo liiiiiiiiife, ooooo life’ - Des’Ree
Salut,
Roel