Eigen Huis en Tuin, met Mick en Roel #14
Dit is brief veertien. Lees nummer dertien hier.
Lieve Roel,
Ik heb gelachen om je laatste brief, maar ook gehuild. Gelachen om je kinderlijke afkeer van poep en pies en piemels, en gehuild omdat dat het enige is wat je bij is gebleven van het idee voor mijn eerste boek. Voor iemand in jouw positie is dergelijke oppervlakkigheid levensgevaarlijk. Het is voor mij onvoorstelbaar dat jij, als redacteur bij een grote uitgeverij, niet opnieuw reflecteert maar zonder na te denken teruggrijpt naar de aanvankelijke “angst” waardoor je gegrepen werd ten tijde van onze eerste gesprekken. Angst is een slechte raadgever, Roel.
Zie je dan niet dat mijn nooit geschreven roman deze crisis praktisch voorspelde? Een man wordt dag na dag wakker op dezelfde plek op de Dam, in een verlaten wereld. Voor zover hij weet is hij nog het enige levende wezen op de planeet, en hij heeft geen idee waarom. Terwijl de tijd verstrijkt en alle dagen exact hetzelfde beginnen wordt het alsmaar moeilijker om zonder fysiek contact te bestaan. Zie je dan geen parallel met het akkefietje waarin we nu zitten?
Uiteindelijk wordt de man krankzinnig van het gebrek aan menselijke warmte en geilheid. Hij besluit zijn eigen, warme stront te neuken om maar iets te voelen, en sterft aan de infectie die hij daaraan overhoudt. Je moet niet bang zijn voor poep, Roel. Het Engelse kunstenaarsduo Gilbert & George zei het ooit zeer treffend: 'Shit is people’s first adventure in form, and it’s one that everybody in the world understands, whether they are rich or poor, come from a desert or a city, or are three years old or seventy. It’s a great unifying theme.' Gilbert & George hebben een hoop wijze uitspraken gedaan met betrekking tot decadente, elitaire en onbegrijpelijke kunst, die enkel over kunst zelf gaat. Zij noemen dat een wrede ontkenning van het Leven van Mensen.
Maar goed, een man die uiteindelijk sterft omdat hij toegeeft aan zijn driften. Ook hier zie ik een parallel met het post-testosterontijdperk, ingeluid door de metoo-beweging.
Oké, eerlijk, ik had mijn ouders er geen plezier mee gedaan, maar dit is toch een instant cultklassieker? Ik weet haast zeker dat er een kleine opleving was geweest in de verkoopcijfers, als we het in deze coronatijden opnieuw in de markt hadden geworpen. Een bestseller was het nooit geweest, daar geef ik je gelijk in.
Het terugdenken aan dit nooit geschreven verhaal doet me aan mijn tweede boek denken. Die is er eveneens (nog) niet, en dat was de reden dat we samen zouden gaan wandelen, hetgeen om welbekende redenen in deze briefwisseling resulteerde. Ook in dit boek was (is?) een gebrek aan fysiek menselijk contact een thema. Wat heeft dat te betekenen, Roel? Tasten mijn voelsprieten de toekomst af, zonder dat ik dat begrijp? Ben ik een ziener?
Wat maakt het eigenlijk uit, dat soort dingen zijn niks waard als het werk niet afgemaakt is. En ideeën tot product maken is en blijft mijn makke. Ik ben zeer dankbaar voor jullie geduld met mij.
De kinderen zijn gisteren voor het eerst weer naar school geweest. Ze stonden per klas netjes in rijen voor het gebouw. Mijn buurman mompelde: 'Zo begon mijn schooldag vroeger altijd.' Hij groeide op in Oost-Duitsland. Mijn zoon (8) was erg laconiek over de terugkeer van het fenomeen school in zijn leven, maar ik ben blij dat hij weer kan gaan. Zijn laatste tekening was er een van Magere Hein met vier ogen, getiteld: 'De Dood wacht op je.' Hij schreef er een bordje bij met de boodschap van de kunstenaar: 'De wereld is eenmaal wreed.' Een gesprek met een leeftijdsgenoot over de krachten van team Lego Ninja Go zal hem goed doen.
Mijn dochter (6) was doodsbang voor de eerste dag. Zij houdt niet van nieuwe situaties in het vooruitzicht, en kan haar gevoelens moeilijk onder woorden brengen. Dus huilde ze om het ontbijt op haar bordje, om wat ze daarbij te drinken kreeg, en om een vlaggetje aan hun houten hut die misschien wel te veel wind zou vangen die ochtend. De tranen leken onverschillig over de oorzaak te rollen. Het was klaar zo gauw ze haar vriendinnen zag. Ze hadden allebei een fijne dag op school.
En nu dan? Hoe ontvouwt dit akkefietje zich verder? Twee dagen per week school is niet veel. Als het nog een paar keer echt lekker weer wordt kunnen we een nieuwe piek covid-patiënten verwachten, gezien de totale doodsverachting waarmee veel mensen zich hutjemutje in parken en in de stad bewegen. Aan de andere kant, wat moeten ze anders? Mensen houden niet van stilstand, maar hoe weet je of je vooruit gaat zonder stip op de horizon?
Liefs,
Mick