Pop en literatuur (95): Incubus en Philip K. Dick
Do Androids Dream of Electric Sheep? is de titel van een van de bekendste science-fictionromans van Philip K. Dick. Deze roman, uit 1968, werd niet alleen een cult-klassieker die een inspiratiebron vormde voor vele andere science-fictionschrijvers, het boek vormde ook de basis voor de film Blade Runner (1982) die op zijn beurt een klassieker werd en vele filmmakers beïnvloedde.
Het boek en de film gaan over een tijd waarin kunstmatige intelligentie ervoor zorgt dat er superieure wezens kunnen worden voortgebracht om de mens te dienen. Het gevaar ligt alleen op de loer dat op enig moment deze androids de macht zullen overnemen. Rick Deckard, de hoofdpersoon, is erop uit om opstandige androids uit de weg te ruimen. Daarbij doet zich de moeilijkheid voor dat deze namaakmensen sprekend lijken op echte mensen, behalve dat… ja, behalve wat eigenlijk? Precies dat is een van de vragen die het boek en de film stellen aan de kijker/lezer.
De titel van het boek is een cryptische verwoording van dit vraagstuk. Wat maakt mensen 'echt'? De androids hebben voorgeprogrammeerde herinneringen, die niet echt zijn, maar tegelijkertijd niet van echt te onderscheiden zijn. Hoe zien hun dromen eruit? Zijn die echt? Minder echt dan de dromen van iemand die wel een 'echt' mens is?
In het boek (in tegenstelling tot de film) is hoofdpersoon Rick Deckard ook daadwerkelijk in het bezit van een elektrisch schaap. Dat is een surrogaat voor een echt (huis)dier, want echte dieren zijn inmiddels zeldzaam geworden en dus bijna niet te betalen. Als premiejager hoopt Deckard genoeg androids te kunnen doden om het geld bijeen te sparen voor een echt dier.
Het voert te ver om het hele boek en de hele film hier te bespreken, laat staan om ze te vergelijken. Wat in elk geval duidelijk is, is dat ze relevante vragen stellen over wat 'echt' is, wat identiteit inhoudt en hoe we onszelf verhouden tot dat wat artificieel is. Naarmate de mensheid meer voor god gaat spelen, brengt dat immers ook de mogelijkheid mee dat de mensheid zichzelf om zeep helpt.
Het boek van Philip K. Dick inspireerde ook popartiesten, zoals de Amerikaanse band Incubus. In dit nummer, uit 2004, komt een verwijzing voor naar Dicks roman.
Incubus – Talk Shows on Mute
Take a bow, pack on powder Wash them out with buzzing lights Pay an audience to care "Impress me" personality
Still and transfixed The electric sheep are dreaming of your face Enjoy you from the chemical Comfort of America
Come one, come all Into 1984 Yeah, three, two, one Lights, camera, transaction
But quick, your time is almost up Make all forget that they're the moth Edging in towards the flame Burn into obscurity
Still and transfixed The electric sheep are dreaming up your fate And judge you from the card castle Comfort of America
Come one, come all Into 1984 Yeah, three, two, one Lights, camera, yeah Come one, come all Into 1984 Yeah, three, two, one Lights, camera, transaction
Lights, camera, transaction
Come one, come all Into 1984 Yeah, three, two, one Lights, camera, transaction
Your foundation is canyoning Fault lines should be worn with pride I hate to say so much more You're so much more Endearing with the sound turned off |
In de tekst komen weer die elektronische schapen voor, maar hier in een actieve rol: 'The electric sheep are dreaming of your face'. Hier wordt niet gedroomd over schapen, maar zijn het de schapen zelf die dromen. In eerste instantie dromen ze je gezicht, later zelfs je lot.
Het nummer gaat over de bedrieglijkheid van de televisie. De beeldbuis die ons beeld van de werkelijkheid vervormt. Het 'powder' uit de eerste regel is dubbelzinnig. Het zou kunnen verwijzen naar drugs, maar ook simpelweg naar grimage. 'Lights, camera, transaction' is natuurlijk een woordspeling die het commerciële aspect van de media belicht. De thematiek van Do Androids Dream of Electric Sheep? wordt hier toegepast op de wereld van de media waarin authenticiteit en gekunsteldheid voortdurend met elkaar strijden, al is het dan niet op leven en dood.
Bedrieglijkheid. Niet goed in staat zijn het verschil te zien tussen wat echt is en wat nep, uiteindelijk zelf een projectie blijken te zijn van iemand anders brein. Misschien wel van een schaap. Het is niet alleen science-fiction, het is ook dystopisch. Maar evenals de wereld die Philip K. Dick opwerpt (en die van Ridley Scott, de regisseur van Blade Runner) staat deze dystopische werkelijkheid wellicht helemaal niet zo ver van de onze af.
'Come one, come all,/ into 1984' nodigt Brandon Boyd, leadzanger van Incubus ons uit. De regel is natuurlijk een verwijzing naar dat andere beroemde science-fictionboek, van George Orwell (waar ik eerder in deze reeks al eens over schreef) over een wereld waarin de waarheid ten prooi is gevallen aan de belangen van een dictator en waarin iedereen zich voortdurend bespied weet. Daarbij zou je bijna vergeten dat het jaar waarin dat boek zich afspeelt al lang achter ons ligt.
Nu we het er toch over hebben: Philip K. Dick situeerde zijn roman in 1992. Ingehaald door de werkelijkheid veranderde zijn uitgever dat jaartal later naar 2021. Nu dat jaartal óók weer schrikbarend dichtbij komt, is misschien de vraag wel gerechtvaardigd wat de begrippen 'waarheid' en 'echt' vandaag de dag voor ons betekenen.