Zoeken
Ik heb geleefd #65: Huisarts Mirjam wil haar laatste levensfase niet thuis op de bank doorbrengen
Annemarie Haverkamp praat met mensen over hun leven en het einde dat nadert. Huisarts Mirjam Willemsen (46) heeft longkanker en weet sinds vorig jaar dat ze er dood aan zal gaan. Door haar ziekte begrijpt ze haar patiënten beter: 'Artsen moeten hun patiënt als mens zien, en niet als scan of ziekte.'

Ik heb geleefd #65: Huisarts Mirjam wil haar laatste levensfase niet thuis op de bank doorbrengen

Gepubliceerd op 31 mei, 2020 om 00:00, aangepast op 6 juli, 2020 om 00:00

 

Stel dat dit haar laatste jaar is. Stel dat ze door de coronamaatregelen haar laatste maanden thuis op de bank moet doorbrengen. Voor huisarts Mirjam Willemsen (46) zou dat een ramp zijn. Al weken leest ze in de krant over de lockdown en dat 'de kwetsbaren' beschermd moeten worden. Maar wat willen die kwetsbaren - zoals zij - zelf? 

'Er wordt niet gevaagd naar onze mening en dat maakt me boos. De patiënt zou centraal moeten staan, ook tijdens deze crisis. Iedereen moet zich bewust zijn van de risico’s en op basis daarvan zelf kunnen beslissen wat hij of zij wil.'


Geen later

Mirjam snakt naar uit eten met haar man, terrasjes pakken met vriendinnen, reizen met haar gezin. Te vaak hoort ze mensen opmerken: 'Ach, dat halen we later wel in'. Maar voor Mirjam is er geen later. 'Ik voel me nú goed.'

Kijk ook eens naar de bewoners van verpleeghuizen, zegt ze. Die mogen nog altijd bijna geen bezoek ontvangen. En dat zijn heus niet allemaal demente bejaarden die niets meer van de wereld mee krijgen. Het zijn mensen ('ménsen!') die de pech hebben nog maar een jaar, hooguit twee, te leven vanwege een broze gezondheid. Die moet je mooie laatste maanden gunnen. De keus of zij familie willen ontvangen - en dus een risico lopen - is aan hen.


Eigen ervaringen

De Maastrichtse heeft zelf longkanker. Sinds vorig jaar weet ze dat ze er dood aan zal gaan. Ze had net samen met haar coach uitgestippeld hoe ze haar laatste levensfase zinvol wilde besteden.

Mirjam heeft haar praktijk, die ze samen met een vriendin runde, overgedragen, maar werkt nog altijd twee dagen in de week. Al vóór haar ziekte had ze zich toegelegd op de palliatieve zorg. Haar eigen ervaringen zijn nu van toegevoegde waarde.

'Artsen moeten hun patiënt als mens zien, en niet als scan of ziekte', vindt ze. 'Vraag vaker naar iemands doelen. Misschien wil iemand wel helemaal niet meer behandeld worden, is die patiënt eigenlijk al vijf jaar klaar met leven. En als iemand wel een behandeling wil aangaan, probeer dan helder te krijgen tegen welke prijs. Wil je drie maanden ziek zijn van de chemo om nog zes maanden langer te kunnen leven?'


Wensen en grenzen

Door het hele land geeft Mirjam lezingen. Daarnaast werkt ze samen met specialisten in de regio Zuyderland MC aan een plan om het praten over wensen en grenzen veel eerder in de behandeling van ernstige zieke patiënten toe te passen. Zelf weet ze zeker dat ze niet op de intensive care wil belanden. 

'Omdat ik heb gezien hoe mensen daar vandaan komen. Als huisarts bezoek ik de patiënten met doorligplekken en infecties, ik zie hoe zwaar de revalidatie is en dat sommigen er nooit meer bovenop komen. Voor mezelf wil ik dat niet. Ik wil kwaliteit van leven, geen kwantiteit.'


Bewust leven

Eigenlijk heeft ze altijd bewust in het leven gestaan, zegt ze in haar schaduwrijke achtertuin. Ze wijst naar haar bescheiden huis. Samen met haar man, ook arts, had ze al lang iets groters kunnen kopen. Hebben ze bewust nooit gedaan. 'Dus geen torenhoge hypotheek. Daardoor kunnen we drie keer per jaar met de kinderen op vakantie.'

Ze hebben een dochter van negen en een zoon van twaalf. 'Afgelopen januari zijn we nog met het gezin wezen wildkamperen in Oman. Geweldig.'

Mirjam vindt het onpeilbaar verdrietig dat ze haar kinderen niet groot zal zien worden. Het minste wat ze kan doen is hen nu nog zo veel mogelijk mooie herinneringen bezorgen. 'Ik plan niet verder vooruit dan drie maanden, leef van scan naar scan. Onze volgende reis zou naar Taiwan gaan, maar ik vrees dat die door corona wordt afgezegd. Met mijn man heb ik afgesproken dat we de eerste de beste vlucht pakken die wél gaat, ik ben benieuwd in welk land we uitkomen.'


Euthanasieverzoek

Ze herinnert zich het eerste euthanasieverzoek dat ze kreeg als arts, dertien jaar geleden. De vraag kwam van een flamboyante vrouw van begin zeventig met een mondtumor. Er was kans op genezing, maar haar gezicht zou blijvend verminkt zijn en ze kon daarna niet meer eten. 'Ze hield van lekker eten en was heel stellig: geen operatie, want zo wilde ze niet verder leven.'

Mirjam ging in discussie. Er was toch kans op genezing? 'Maar zij bleef erbij. Zei dat ze een mooi leven had gehad. De operatie hield ze af en ze ging achteruit, ik zag haar lijden. Uiteindelijk heb ik haar de euthanasie toch verleend. Haar hele familie zat erbij, het was mooi. Nu begrijp ik die vrouw veel beter.'


*** 

Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@persgroep.nl
Dit artikel verscheen eerder in het AD
Annemarie Haverkamp won met haar roman De achtste dag de Bronzen Uil 2019, de Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige debuut van het afgelopen jaar.

Auteurs
Auteur: Annemarie Haverkamp

Annemarie Haverkamp (1975) is schrijver en journalist voor diverse kranten en tijdschriften. Met haar debuutroman De achtste dag won ze zowel De Bronzen Uil 2019 als de Anton Wachterprijs 2020. Ze is hoofdredactrice van universiteitsblad Vox en columniste bij De Gelderlander.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: