Pop en literatuur (98): Grateful Dead en T.S. Eliot
De leden van Grateful Dead (ooit begonnen als The Grateful Dead, maar al snel dropten ze het lidwoord) zijn de vaandeldragers van de hippiebeweging. Ze waren bevriend met Ken Kesey (schrijver van o.a. One Flew Over The Cuckoo’s Nest) en Neal Cassady (door Jack Kerouac vereeuwigd in On the Road; Cassady stond model voor het personage Dean Moriarty) en volgden de Merry Pranksters op hun jolige (en met drugs doordrenkte) tour door de Verenigde Staten. Later speelden ze op Woodstock. De band bleef bij elkaar tot de dood van leadgitarist Jerry Garcia in 1995 en al die tijd bleven ze ook de idealen van de hippiebeweging trouw.
Toch is het nummer 'Dark Star' uit 1968 geen ode aan de eerder genoemde schrijvers of een bewerking van hun werk. In dit nummer grijpt tekstschrijver Robert Hunter terug op het werk van T.S. Eliot, om precies te zijn het gedicht ‘The Love Song of J. Alfred Prufrock’ uit 1917.
Grateful Dead – Dark Star
Dark star crashes Pouring its light Into ashes Reason tatters The forces tear loose From the axis Searchlight casting For faults in the Clouds of delusion
Shall we go You and I While we can? Through The transitive nightfall Of diamonds
Mirror shatters In formless reflections Of matter Glass hand dissolving To ice petal flowers Revolving Lady in velvet Recedes In the nights of goodbye
Shall we go You and I While we can? Through The transitive nightfall Of diamonds |
T.S. Eliot – The Love Song of J. Alfred Prufrock
Let us go then, you and I, When the evening is spread out against the sky Like a patient etherized upon a table; Let us go, through certain half-deserted streets, The muttering retreats Of restless nights in one-night cheap hotels And sawdust restaurants with oyster-shells: Streets that follow like a tedious argument Of insidious intent To lead you to an overwhelming question ... Oh, do not ask, “What is it?” Let us go and make our visit.
In the room the women come and go Talking of Michelangelo.
The yellow fog that rubs its back upon the window-panes, The yellow smoke that rubs its muzzle on the window-panes, Licked its tongue into the corners of the evening, Lingered upon the pools that stand in drains, Let fall upon its back the soot that falls from chimneys, Slipped by the terrace, made a sudden leap, And seeing that it was a soft October night, Curled once about the house, and fell asleep.
[…] |
De overeenkomst met Eliots gedicht is bescheiden. Eigenlijk gaat het maar om één regel die geciteerd wordt en dan nog zeer vrij bovendien. Het is echter wel een van de bekendste regels uit Eliots oeuvre (en daarmee automatisch ook uit de wereldliteratuur).
Eliots gedicht begint met een uitnodiging aan een onbekende persoon in de tweede persoon enkelvoud. Wie? Het zou de lezer kunnen zijn, al doet de titel vermoeden dat de woorden gericht zijn aan een verder onbekende geliefde. Daarna volgt een merkwaardige beeldspraak: ‘When the evening is spread out against the sky/ Like a patient etherized upon a table’. De avond die tegen de hemel uitgespreid is zoals een verdoofde patiënt op een operatietafel. Hmmm… de uitnodiging wordt meteen een heel bedenkelijke. De avond wordt een operatie. Misschien wel eentje op leven en dood. Ook de rest van de strofe is niet erg aanlokkelijk. Het vooruitzicht dat geschetst wordt is desolaat, eenzaam, naargeestig zelfs. Wat voor gedicht er ook gaat volgen, een alledaagse ‘Love Song’ is dit lied van J. Alfred Prufrock zeker niet!
De tekst van Hunter/Grateful Dead is even raadselachtig. Dat begint al bij ‘the transitive nightfall of diamonds’. De vergelijking is bijna net zo vergezocht als die ‘patient etherized upon a table'. En ook hier de nodige ondergangssymboliek: de uitgedoofde ster, de as, de gebroken spiegel, de ‘nights of goodbye’. De beschrijving van de nacht krijgt bij Grateful Dead apocalyptische trekjes. Bij Eliot zagen we een ‘yellow fog’, hier is sprake van ‘clouds of delusion’. Het is, zeker in de context van de psychelische rock van The Dead, best voor de hand liggend om het verband te leggen met hallucinaties of droombeelden. Hier is het niet, zoals bij Eliot, de nacht die verdoofd is, maar lijkt de ‘ik’ zelf onder invloed.