Ik heb geleefd #68: Doodzieke Reginald trouwde net op tijd met zijn Marloes: ‘Wachten kon niet’
Een drive-inbruiloft. Daar hadden Reginald Peene (54) en zijn vriendin Marloes tot een paar maanden geleden nooit van gehoord. En misschien is een huwelijk ook nog wel nooit op die manier gevierd. Maar de coronacrisis en Reginalds slechte vooruitzichten maakten dat een gewone bruiloft er niet in zat. 'In onze ringen staat nog de datum van 27 maart', zegt Reginald. 'Die dag zouden we trouwen en een groot feest geven. Door corona kon dat niet. Normaal gesproken zouden we hebben gezegd: we stellen het uit tot na de crisis. Maar ik kreeg opnieuw een slechte uitslag en heb misschien nog maar een paar maanden te leven.'
Marloes: 'De drive-inbruiloft was een idee van mijn zus. Zij is het gaan regelen.'
Reginald: 'Er werd een route door het dorp gemaakt. Wij stonden onder een partytent voor ons huis. Voor elke auto was er alcoholvrije champagne en een bakje nootjes.'
Honderd auto's
Marloes: 'Er zijn honderd auto’s geweest. Sommige waren fantastisch versierd met ballonnen en zo. Met iedereen maakten we door het autoraam een praatje. Een fotograaf heeft van alle gasten foto’s gemaakt. Op de laatste beelden zie je dat wij wel wat wallen onder onze ogen hebben.'
Marloes kijkt liefdevol naar Reginald. Hij moet lachen. Ook andere mensen dan de gasten kwamen vast te staan in de drive-instoet, vertelt hij. Zo trouwde het hele dorp Westkapelle op 1 mei met het bruidspaar mee.
Reginald en Marloes zijn vier jaar samen. Ze kennen elkaar van de Christelijke Scholengemeenschap Walcheren, waar hij Engels geeft en zij Frans. 'We hadden al een geregistreerd partnerscha', zegt Marloes. 'Trouwen wilden we ooit nog doen.'
Onderuit
Toen werd Reginald ziek. In september constateerde de internist dat het flink foute boel was: slokdarmkanker zonder kans op genezing. In de spreekkamer vielen hij en Marloes allebei flauw. 'Ik ging gewoon onderuit', herinnert Reginald zich. Marloes: 'En daar schrok ik zo van, dat het helemaal zwart werd voor mijn ogen.' Allebei verlieten ze in een ziekenhuisbed de kamer, naast elkaar werden ze even later wakker op de recoveryroom.
Heel filmisch eigenlijk, als ze het zo vertellen. Stel je voor, achter elkaar in zo’n bed de gang door. Opnieuw schieten ze in de lach.
Vader verliezen
'Nu sta ik er niet meer elke dag bij stil dat ik doodga', zegt Reginald. 'Ik kan heel goed in het nu leven.' Natuurlijk zijn er momenten. Vorige week werd Marloes 35. 'Dan weet ik: haar 36ste verjaardag ga ik niet meer meemaken.' Of neem het slagen van zijn dochters dit jaar. De oudste neemt een tussenjaar. En daarna? Hij zal er geen getuige van zijn.
Reginalds jongste is elf. Elke zaterdag stond hij als trotse vader langs het voetbalveld. Tot hij vanwege zijn ziekte verstek moest laten gaan. Toen hij er laatst toch weer was, maakte zijn zoon drie doelpunten. De trainer zei: 'Hij wilde voor jou uitblinken.' Reginalds stem breekt als hij vertelt hoe lief hij dat vond. Het knaapje is pas elf. 'Op die leeftijd mag je je vader toch niet verliezen.'
Eigenlijk wilden ze met de kinderen op huwelijksreis naar Mexico of Cuba. Door corona wordt het de Côte d’Azur. Met een beetje mazzel zijn ze over een paar dagen onderweg.
Wensenlijstje
Andere dingen heeft Reginald niet op zijn wensenlijstje. In december maakte hij een single voor het goede doel, KWF. Naast zijn werk als docent was hij altijd entertainer. Hij zong op feesten en partijen. Typetjes deed hij ook, noemde hij zichzelf Freddy Marcus, een Duitse schlagerzanger. Zong hij Rosamunde of Du, zweepte hij de zaal op met een blonde pruik op zijn hoofd.
'Ik heb nog een gifgroen pak', schiet hem te binnen. Vragend richting Marloes: 'Misschien moet ik dat aandoen in de kist?'
Zij vertelt dat ze meer bezig is met zijn dood dan hij. Soms komt ze ’s ochtends beneden terwijl hij nog slaapt. Schiet door haar hoofd dat het straks altijd zo zal zijn. Een leeg huis.
Reginald wil pas nadenken over zijn uitvaart als hij ziek op bed komt te liggen. Een playlist heeft hij al wel globaal in zijn hoofd. Een paar vrolijke nummers, maar toch ook wat tranentrekkers. Er moet wel gehuild worden. 'Ik sta graag in de belangstelling. Ik heb altijd gezegd: 'Als ik vroeg doodga, hoop ik dat er veel mensen komen op de uitvaart'.' Hij is van plan nog een paar maanden te leven. Ten minste tot het aantal mensen op begrafenissen weer meer dan het coronamaximum van dertig mag zijn. 'Het liefst zou ik zelf optreden, maar ja, dat wordt lastig.'
***
Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@persgroep.nl
Dit artikel verscheen eerder in het AD.
Annemarie Haverkamp won met haar roman De achtste dag de Bronzen Uil 2019, de Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige debuut van het afgelopen jaar.