Armoede
Er werd me gevraagd om armoede in Nederland te onderzoeken en erover te schrijven. Infiltreren in de achterbuurten, onder de armen, leek me verstandig en gezond. Alhoewel leed geen wedstrijd is, toch kan de ideologische of principiële opwinding van mensen die niet direct worden bedreigd door hun leefsituatie, wat vrijblijvends hebben.
Planbureaus voorspellen, los van de coronacrisis, een aanzienlijke groei van de armoede in Nederland de komende jaren. Corona is slechts een extra zetje. Momenteel leven er een miljoen Nederlanders in armoede. Onder kinderen is het relatieve aantal het grootst met zo’n acht procent in 2017. En, is armoede geen vruchtbare bodem voor populisme? Over die geestelijke armoe zal ik proberen te zwijgen.
Kijkend naar cijfers kwam ik erachter dat ik soms ook onder de armoedegrens leef. Ik had armoede altijd met vrijheid verward. Ik doe mijn best om er netjes uit te zien. Maar afgelopen week noemde de galeriehoudster van mijn geliefde me nog lachend ‘een in de goot geworpen kakker’. Vanuit die goot lijkt best veel mogelijk. Misschien roken mijn opdrachtgevers dit ook wel en vroegen ze me daarom. Ik troost me met de gedachte dat journalist van de twintigste eeuw, H.J.A. Hofland, eens een man werd genoemd die een miljonair óf zwerver zou kunnen zijn.
Alsof het zo moest zijn raakte ik in de dagen die volgden een soort van bevriend met Joke. Ze kwam net in Zundert aan en woont al jaren op straat. Een winkelkar is alles dat ze bezit. Ze vroeg: ‘Heb je er al spijt van dat je hier zit?’ Kijkend naar mijn schilderijen vroeg ze welke ik zelf de beste vond en zei: ‘Eerder had ik een auto, maar ik ben gaan lopen, dan zie je veel meer.’
Vaak is er geen touw aan vast te knopen wat ze allemaal zegt. Daardoor is het moeilijk te onthouden. In een paar minuten hoor je dat haar vader Vincent van Gogh was, dat ze de troon zal opvolgen in Engeland, maar ze heeft niet zo veel met Londen, en het bier, dát maakt de mensen pas ziek. ‘Maar wie ben ik?’ zegt ze. ‘Een simpele onderwijzer die met de kindekes manden vlecht en ‘s avonds eten kookt.’
Op dag drie spreidde ze haar armen op straat en zei ze: ‘Ik heb veel aan je gedacht. Je bent een aardsengel.’ Ik had mijn aanwezigheid onder de armen anders voorgesteld. De ene dag denken ze nog dat je uit de goot kroop, de volgende dag verklaren ze je heilig. Het kan snel gaan. Al zegt Joke tien seconden na de heiligverklaring gelukkig dat ze niks meer van het geloof moet hebben. En: ‘Jezus had slecht zaad. Daarom werd hij gekruisigd. Wist je dat al?’