Erkenning
Om de enigszins abstracte band tussen Van Gogh en zijn geboortegrond te ontwaren las ik de brieven die hij vanuit het krankzinnigengesticht in Saint-Rémy schreef. De gekte interesseert mij het meest. Zoals velen ben ik een ramptoerist van de geschiedenis. Maar tussen de aanvallen door schrijft hij een stuk helderder dan sommige mensen die niet gediagnostiseerd zijn.
Toen Van Gogh eindelijk erkenning ontving zat hij in het krankzinnigengesticht. In een lovende recensie van Albert Aurier herkent hij zijn schilderijen, ‘maar beter dan ze in werkelijkheid zijn, rijker, meer betekenis. Toch voel ik mij niet op mijn gemak, als ik bedenk dat wat u zegt anderen meer zou toekomen dan mij.’
Hij stelt voor om Aurier ander werk van hem te tonen, om zijn artikel juister te laten zijn. Een uiterst charmante houding, deze openheid voor een discussie over een meningsverschil. Een haast zeldzame houding ook, in dit tijdsgewricht. Het patent op een eigen waarheid die enkel resoneert bij gelijkgestemden is groot.
De onvrede in de wereld, de revolutie, als daar al sprake van mag zijn, lijkt erg ver weg van Zundert. Hier wonen misschien alleen gelijkgestemden. Al zei een oude man die keek naar het standbeeld van Vincent en Theo van Gogh gister wel: ‘Ze trekken dit beeld ook nog eens omver’. Er was verder geen hond op straat. Ik haalde onwetend mijn schouders op en liep door.
Terwijl ik dit schrijf zit ik in de galerie in Zundert die pas over een paar dagen opent. IJverig werkte ik de afgelopen weken aan een serie schilderijen, nu komen er twee Amerikanen met zonnebrillen aanlopen, al regent het buiten. ‘Are you open? Do we have to pay?’
Zonder het te weten zijn ze de eerste bezoekers. Ik zwijg. Ze bekijken alles maar zetten hun zonnebrillen niet af. Ze mompelen wat en dan als enig verstaanbare: ‘Hey, the ear Vincent cut off!’ Na een minuut bedanken ze me vriendelijk en dan lopen ze naar buiten, op zoek naar het Van Gogh-grafje op het kerkhof.
Van Gogh was ze misschien achterna gerend en had ze van uitleg over de schilderijen voorzien. Maar als kind van deze tijd liet ik het gaan. Er was niet de minste behoefte om ze te vertellen wat ze wel of niet hadden gezien. Vrijheid van meningsuiting en onverschilligheid komen soms akelig dicht bij elkaar in de buurt.