Zoeken
Ik heb geleefd #70: Willem (72) wil niet in een kist: ‘Zonde van het hout’
In deze slotaflevering van de serie 'Ik heb geleefd' praat Annemarie Haverkamp nog eenmaal met mensen over hun leven en het einde dat nadert. Willem Houtman (72) heeft een progressieve longziekte en heeft niets met begrafenissen. 'Ze noemen me weleens de meest eigenwijze man van Vlissingen.'

Ik heb geleefd #70: Willem (72) wil niet in een kist: ‘Zonde van het hout’

Gepubliceerd op 6 juli, 2020 om 00:00

 

Houtman was het type kroegbaas dat met een theedoek over de schouder achter de toog stond en zich mengde in het gesprek. Hij was altijd zelf in de zaak. Lag hij om vier uur ’s nachts in bed, dan stond hij drie uur later weer op om de hond uit te laten. 'In mijn café Soif kwam heel cultureel Zeeland', vertelt hij. 'Schrijvers, kunstenaars. Maar ook wethouders, en vissersjongens die na een week op vrijdagmiddag weer aan land kwamen.'

Ruim vijftien jaar had Willem zijn café in hartje Vlissingen. Tot hij het rustiger aan wilde doen en een eethuisje kocht, een stukje verderop. "Sans etoile", wat "zonder ster" betekent. 'Perfect eten zonder flauwekul.'


Patatten

Vanmiddag zit hij op een houten bankje voor de brasserie aardappels te schillen. Dat doet hij elke dag. Gewoon, omdat zelf gesneden patatten lekkerder zijn dan die van de groothandel. Hij is al jaren geen eigenaar meer van het eethuis. Wegens longproblemen kwam hij nauwelijks de trap nog op. Zijn dochter nam de zaak over en doopte die om tot Brasserie Jong.

'Aardappels schillen is het enige wat ik nog kan', zegt Willem. Af en toe steekt hij zijn hand op naar mensen die voorbijkomen. Willem kent iedereen.

Hij haalde regelmatig de krant. Bijvoorbeeld toen de gemeente hem in de jaren negentig een dwangsom oplegde, omdat hij na sluitingstijd nog met wat mensen aan de bar zat na te praten. Willem werd furieus en plakte de dwangsombeschikking demonstratief op het caféraam. 'Ze noemen me weleens de meest eigenwijze man van Vlissingen'. 


Kroegdichtheid

Zijn legendarische café Soif begon hij ook vanuit eigenwijzigheid. Willem Houtman werd geboren in Rotterdam, maar was in de vakanties vaak bij zijn oma in Vlissingen. Zijn moeder verhuisde er in 1984 naar terug. 'Ik vond het hier fijn, ik miste alleen een leuk café.' De stad had op dat moment een gigantische kroegdichtheid, maar er zat niets bij wat Willem aansprak. In Utrecht had hij jarenlang gewerkt in café De Vriendschap, een stamkroeg voor studenten, kunstenaars en professoren. Zoiets miste hij.

'Ik heb heel veel blauwe maandagen gestudeerd in Utrecht. Acht jaar in totaal, toen kon dat nog. Ik wilde advocaat worden, omdat ik onrecht wilde bestrijden. Al snel stapte ik over naar Nederlands, want ik hield van literatuur.' Helaas bestond de opleiding uit meer dan het analyseren van romans en haakte Willem af. Zo werd hij in 1986 caféhouder in Zeeland, waar hij vlak daarna zijn vrouw ontmoette.


Duizenden insecten

Geëngageerd is hij nog altijd, ook nu hij niet meer achter de bar staat en geen exposities meer organiseert, waar zelfs de vissersjongens die nog nooit een boek hadden gelezen naar kwamen kijken. Deze week nog stapte hij naar het stadhuis om zijn beklag te doen over een 'stupide' idee van de gemeente om onkruid tussen de tegels weg te halen. 'Ze gaan het verwijderen met een gasbrander. Terwijl er duizenden insecten leven die we keihard nodig hebben!' Pak maar een schoffel, was de boodschap van Willem. 'Louis Paul Boon was een van mijn favoriete schrijvers, ik denk vaak in zijn woorden: 'Schop de mensen tot zij een geweten krijgen'.' Voor Willem betekent dat: spreek je uit en doe iets.

Willem heeft een progressieve longziekte waardoor hij steeds benauwder wordt. Na dit interview moet hij straks eerst twintig minuten aan de zuurstof. Zijn immuunsysteem is incompleet, wat maakt dat hij wel tien keer per jaar een longontsteking heeft. Er zit ook nog eens een gevaarlijke bacterie in zijn longen. Vorig jaar lag hij weken in het ziekenhuis, volgens dochter Anna was hij bijna dood. Als het zover is, doneert hij zijn lichaam aan de wetenschap. Met begrafenissen heeft hij niets, en al helemaal niet met de plichtmatige praatjes voor de bühne. Hij wil niet in een kist. 'Zonde van het hout.'


Dood

Het idee dat het leven elk moment afgelopen kan zijn, werd hem bijna vijftig jaar geleden rauw ingewreven. Zijn zus, een sportieve jonge vrouw en een 'moordwijf', voelde zich op een avond niet goed. Anderhalf uur later was ze dood. Willem vond troost in de teksten van de Belgische zanger Jacques Brel. In café Soif draaide hij altijd Franse muziek.

Met het geloof heeft hij niets. Geen hiernamaals voor Willem Houtman. 'De dood is boem, klaar, afgelopen.' Tot die tijd vermaakt hij zich uitstekend. Het woord verveling is hem vreemd. Op het terras heft de oude kroegbaas zijn handen ten hemel. 'Kijk toch eens naar die luchten. Prachtig. Ik kan uren naar een vogel kijken.'
 

***

Dit artikel verscheen eerder in het AD
Annemarie Haverkamp won met haar roman De achtste dag de Bronzen Uil 2019, de Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige debuut van het afgelopen jaar.

Auteurs
Auteur: Annemarie Haverkamp

Annemarie Haverkamp (1975) is schrijver en journalist voor diverse kranten en tijdschriften. Met haar debuutroman De achtste dag won ze zowel De Bronzen Uil 2019 als de Anton Wachterprijs 2020. Ze is hoofdredactrice van universiteitsblad Vox en columniste bij De Gelderlander.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: