Pop en literatuur (100): David Bowie en William Shakespeare
Twee grootheden ontmoeten elkaar in dit nummer: David Bowie (1947-2016) en William Shakespeare (1564-1616). ‘Station to Station’ is het openingsnummer van het gelijknamige album uit 1976. In dit nummer introduceert Bowie zijn nieuwe alter ego: The Thin White Duke. Een duister personage. Een koele Engelse aristocraat, onberispelijk gekleed in een zwarte pantalon en een hagelwit overhemd, al dan niet met een gilet en met het felrode haar altijd in een messcherpe scheiding. Iemand die zijn gevoelens probeert te onderdrukken met cocaïne, geïnteresseerd in het occulte, in mythologie en in fascisme. De keuze voor juist dit personage laat iets zien van de identiteitscrisis waarin Bowie verkeerde. Later zou hij het zelf zijn meest duistere periode noemen.
Wie hem ziet in de documentaire Cracked Actor van Alan Yentob, ziet een uitgemergelde junkie (hij leefde in die dagen naar het schijnt op een dieet van cocaïne, melk en paprika’s) die ze niet allemaal op een rijtje lijkt te hebben. Dankzij deze documentaire trok hij de aandacht van filmmaker Nicholas Roeg, die hem benaderde voor de hoofdrol in The Man Who Fell to Earth (1976). In deze film treedt hij op als een buitenaards wezen, dat op aarde belandt om water te zoeken voor zijn uitgedroogde thuisplaneet. Op aarde neemt hij het uiterlijk aan van een mens, Thomas Jerome Newton, maar blijft hij desondanks een buitenstaander. De rol van alien is Bowie op het lijf geschreven. Hij is in deze periode van zijn carrière het spoor een beetje bijster. Geestelijk dan, want zijn creativiteit en zijn productiviteit zijn juist ongekend en het album Station to Station is daarvan een overtuigend bewijs.
Op de voorkant van het album zien we Bowie in zijn rol van Thomas Jerome Newton en ook voor de hoes van zijn volgende studioalbum, Low (1977) grijpt hij terug naar een beeld uit de film. Niet zo gek, want het uiterlijk van The Thin White Duke is zeker deels terug te voeren op het personage Thomas Jerome Newton. Maar net als eerder het geval was toen hij de gedaante aannam van Ziggy Stardust, lopen het personage en de persoon vaak naadloos in elkaar over. In interviews is het soms onduidelijk wie er aan het woord is, Bowie of The Duke, en dat zorgde voor de nodige controverse vanwege uitspraken over Hitler (‘one of the first rock stars’) en fascisme (‘America needs a good dose of fascism’) en een obsessieve voorkeur voor occultisme. Was hier Bowie aan het woord? Of mogen we met een gerust hart zeggen dat er sprake is van performance art? De artiest zelf vond het laatste. Hij omschreef The Thin White Duke als ‘a would-be romantic with absolutely no emotion at all’. Iemand die gekwelde romantische liedjes zingt, zonder in staat te zijn de emoties die hij bezingt daadwerkelijk te ondergaan.
Een crypto-fascistische cocaïneverslaafde neo-romanticus dus, met een voorkeur voor kabbala, christelijke en occulte mythologische geschriften. Genoeg input voor een interessant album. Wie geïnteresseerd is in de link tussen popmuziek en literatuur kan zijn hart ophalen. De tekst van het nummer ‘Station to Station’ alleen al geeft genoeg hoofdbrekers. Zo refereert Bowie in dit nummer aan White Stains, een dichtbundel van occultist Aleister Crowley uit 1898 met seksueel getinte poëzie, maar ook citeert hij uit Shakespeares toneelstuk The Tempest.
David Bowie – Station to Station
The return of the Thin White Duke Throwing darts in lovers' eyes
Here are we, one magical moment Such is the stuff, from where dreams are woven Bending sound, dredging the ocean Lost in my circle Here am I, flashing no color Tall in this room overlooking the ocean Here are we, one magical movement From Kether to Malkuth There are you, drive like a demon From station to station
The return of the Thin White Duke Throwing darts in lovers' eyes The return of the Thin White Duke Throwing darts in lovers' eyes The return of the Thin White Duke Making sure white stains
Once there were mountains on mountains And once there were sun birds to soar with And once I could never be down Got to keep searching and searching And oh, what will I be believing And who will connect me with love? Wonder who, wonder who, wonder when Have you sought fortune, evasive and shy? Drink to the men who protect you and I Drink, drink, drain your glass, raise your glass high
It's not the side-effects of the cocaine I'm thinking that it must be love
It's too late to be grateful It's too late to be late again It's too late to be hateful The European canon is near
I must be only one in a million I won't let the day pass without her
It's too late to be grateful It's too late to be late again It's too late to be hateful The European canon is here
Should I believe that I've been stricken? Does my face show some kind of glow?
It's too late to be grateful It's too late to be late again It's too late to be hateful The European canon is here, yes it's here It's too late, It's too late It's too late, It's too late It's too late The European canon is near
It's not the side-effects of the cocaine I'm thinking that it must be love
It's too late to be grateful It's too late to be late again It's too late to be hateful The European canon is here
I must be only one in a million I won't let the day pass without her
It's too late to be grateful It's too late to be late again It's too late to be hateful The European canon is here, yes it's here
Should I believe that I've been stricken? Does my face show some kind of glow?
It's too late to be grateful It's too late to be late again It's too late to be hateful The European canon is here, yes it's here It's too late, It's too late It's too late, It's too late It's too late The European canon is here |
William Shakespeare – The Tempest
Our revels now are ended. These our actors, As I foretold you, were all spirits and Are melted into air, into thin air: And, like the baseless fabric of this vision, The cloud-capp'd towers, the gorgeous palaces, The solemn temples, the great globe itself, Ye all which it inherit, shall dissolve And, like this insubstantial pageant faded, Leave not a rack behind. We are such stuff As dreams are made on, and our little life Is rounded with a sleep. Sir, I am vex'd; Bear with my weakness; my, brain is troubled: Be not disturb'd with my infirmity: If you be pleased, retire into my cell And there repose: a turn or two I'll walk, To still my beating mind. |
Het nummer komt traag op gang, met een langgerekt intro: een trein die langzaam op stoom komt en steeds meer snelheid maakt. Een passend begin voor een album met deze titel. De titel verwijst naar onrust, naar op de vlucht zijn. In die zin sluit het aan bij eerder werk van Bowie, zoals het welbekende ‘Changes’ dat ook gaat over rusteloosheid, steeds in beweging of in transitie te zijn.
Bowie legde zelf in een interview de link met de ‘Stations of the Cross’, oftewel de 'Staties van de kruisweg'. Volgens de christelijke overlevering waren er veertien ‘staties’ (tussenstops, in feite) gedurende de weg die Christus aflegde naar Golgotha om daar gekruisigd te worden. Bij elk van die staties hoort een gebed. Een van de nummers van het album, ‘Word on a Wing’, heeft inderdaad de vorm van een (ietwat onorthodox) gebed (‘Lord, I kneel and offer you, my word on a wing’). Ironisch genoeg zingt Bowie in ‘Station to Station’ ‘drive like a demon from station to station’. Hier is geen Jezusfiguur aan het woord, maar een duivel. En het album kent geen veertien staties, maar zes.
In de tekst komt ook nog een andere betekenis van ‘station’ aan de orde: ‘From Kether to Malkuth’. Kether en Malkuth zijn geen treinstations of bushaltes. Het zijn zogeheten 'sefirot' uit de Boom des Levens, die een centrale rol speelt in de Kabbala, de joodse mystiek. Kether (de Kroon) is het eerste stadium, Malkuth (het Koninkrijk) het laatste en bevindt zich aan de onderkant van de boom.
Nog voor het nummer (en daarmee het album) goed en wel begonnen is, zitten we dus al middenin een cryptische puzzel, die opgeworpen wordt door de titel. En terwijl het geluid van de rijdende trein wegsterft, start de muziek in: een trage, kille mars, die doorkruist wordt door schrille geluiden van gitaren en synthesizers en nerveus getokkel. En dan ineens, als vanuit het niets, is hij daar: The Thin White Duke.
The return of the Thin White Duke
Throwing darts in lovers' eyes
Het is geen entree, het is een terugkeer. Waar keert hij terug? En waar komt hij vandaan? Dat komen we niet te weten. Wel dat hij als een cupido met pijlen strooit, ‘in lovers’ eyes’ nog wel. Beroemd is de foto waarop de Thin White Duke tijdens een concert een denkbeeldige pijl en boog hanteert, vlak voor het licht uitgaat.
Goed, The Thin White Duke dus. Wie concertbeelden uit deze periode bekijkt ziet inderdaad een graatmagere en lijkbleke figuur. Maar waarom een ‘duke’? Boze tongen leggen de link met Benito Mussolini, de grondlegger van het fascisme. Die liet zich ‘Il Duce’ noemen.
Direct na de (r)entree van The Thin White Duke citeert hij - vrij naar - Shakespeare. Het gaat om een bekend citaat. De woorden zijn afkomstig van een personage dat zelf toevallig (of niet toevallig) ook een ‘duke’ is: Prospero. Prospero is de rechtmatige hertog van Milaan, die verdreven is door zijn broer, Antonio. Hij leeft in ballingschap op een eiland, samen met zijn dochter Miranda, hopend wraak te kunnen nemen. Daarbij komt het wel van pas dat Prospero een beetje kan toveren.
De gelegenheid om wraak te nemen komt er inderdaad. Met behulp van witte magie en geassisteerd door de luchtgeest Ariel creëert Prospero een storm waardoor het schip van Antonio en diens handlangers strandt en de drenkelingen aanspoelen op het eiland waar Prospero leeft. Dan heeft Prospero ze in zijn macht en probeert hij zijn vijanden tegen elkaar uit te spelen. Het is, zoals vaker bij Shakespeare, een ingewikkelde plot met veel intriges en personages die allemaal hun eigen agenda hebben. Zo wil Prospero zijn dochter Miranda ook nog zien te koppelen aan Ferdinand, de zoon van de koning van Napels, die in tegenstelling tot zijn verraderlijke vader te vertrouwen is.
Als een ware koppelaar weet hij hen bij elkaar te brengen. Throwing darts in lovers’ eyes, zou je kunnen zeggen. Nadat hij hun zijn zegen gegeven heeft, laat hij Ariel met enkele andere geesten een maskerade opvoeren, een toneelstuk, om hen te instrueren in de deugden van het huwelijk. Dat stuk moet hij echter voortijdig onderbreken en dan volgt de monoloog die hierboven opgenomen is en waarin het welbekende citaat voorkomt: ‘We are such stuff/ As dreams are made on’.
De monoloog gaat over de relatie tussen fictie en werkelijkheid en wordt door Shakespearekenners vaak gelezen als een reflectie op het medium theater als zodanig. Prospero lijkt te staan voor Shakespeare zelf, die immers ook als een soort tovenaar aan de touwtjes trekt achter de schermen van het theater. Als Prospero het heeft over ‘the great globe itself’ verwijst hij gelijktijdig naar de wereld en naar het theater waarin The Tempest werd opgevoerd, het Globe Theatre.
De speech van Prospero heeft dus een dubbele lading en dat geldt ook voor de zinsnede die The Thin White Duke citeert. Enerzijds lijkt hij te zeggen dat zijn verschijning een maskerade is. Performance art. Anderzijds lijkt het ook iets te zeggen over de wereld, die eveneens een maskerade is. Dat is wat Prospero ook beweert en wat een van Shakespeares bekendste citaten aanduidt: ‘All the world’s a stage’.
Het citaat neemt bij The Thin White Duke een iets andere vorm aan: ‘Here are we, one magical moment/ Such is the stuff, from where dreams are woven’. Deze verwoording is nog dubbelzinniger dan bij Shakespeare. Want wat is hier ‘the stuff, from where dreams are woven’? Slaat dat terug op de ‘we’? Of op ‘one magical moment’? En wat voor magisch moment wordt daar dan mee bedoeld? De roes? De liefde? Misschien. Niet veel later zingt The Duke: ‘It's not the side-effects of the cocaine/ I'm thinking that it must be love’.
Of – en deze interpretatie spreekt me eerlijk gezegd het meest aan - reflecteert David Bowie hier op zijn eigen kunstenaarschap, net als Shakespeare dat doet in The Tempest? Gaat het over het vluchtige karakter van muziek, over klanken die één magisch moment klinken en dan voorgoed vervlogen zijn? Muziek, performance, theater, het leven zelf: the stuff from where dreams are woven.
De zinsnede waarmee het nummer eindigt is zelfbewust. ‘The European canon is here’. Fonetisch gezien is dat een vernietigend statement. Maar het tekstboekje onthult dat het hier expliciet niet gaat om een ‘cannon’, een kanon, maar om de canon. Dat zowel William Shakespeare als David Bowie prominente vertegenwoordigers van die canon mogen worden genoemd, staat buiten discussie.
Heb je genoten van de serie 'Pop en literatuur'? Lees dan hier het interview met Cor de Jong over het schrijven van zijn blogreeks.