Neue Welt
Op een straathoek in Kreuzberg, Berlijn, liggen twee witte mannen bovenop een zwarte jongen. Ze schreeuwen. In de worsteling heeft de jongen zijn Nike-schoenen uitgetrapt. De mannen zijn agenten in burger, ze dragen pistolen in holsters. Mensen kijken vanaf een afstandje zwijgend toe. Er wordt gefilmd. Een mengeling van sensatiezucht en walging lijkt alle toeschouwers te verstijven. Mijn geliefde zegt zacht: ‘Laat er niks gebeuren.’
De agenten krijgen versterking van collega’s in uniform. De zwarte jongen verdwijnt springlevend in een busje; hij is furieus. Een agent in burger zegt: ‘Er hat mich gebissen,’ en laat zijn bebloede hand zien. Dan geven de mannen elkaar schouderklopjes en de omstanders worden verzocht om de video’s te verwijderen, want verspreiden is strafbaar, zeggen ze. Ik meende dat de straat openbaar terrein is, maar misschien is dit het begin van een politiestaat.
We lopen verder door deze levendige maar rommelige stad. De terrassen en winkels zijn vol, maar voor een filiaal van de Deutsche Bank ligt een man met één been te slapen. Hij heeft het toilet niet tijdig gevonden, maar de strontvliegen weten hun weg wel. In Neukölln hangen in een etalage foto’s van mensen die werden vermoord tijdens een extreemrechtse aanslag op twee shishalounges in februari 2020. Er boven staat: ‘Nazi töten.’ Bij een bushalte aan de Potsdamer Platz staat een oude vrouw in mooie kleding te aarzelen. Als de bus komt pakt ze snel drie lege flesjes cola van de grond en stopt ze in haar tas om later het statiegeld te innen. Ze zit naast me in de bus en ruikt ongewassen. Ze kijkt zonder enige illusies uit het raam. Ik vermoed dat ze het eind van de maand vreest. Als ze uitstapt zegt ze: ‘Alles Gute, Junge.’ De bus rijdt verder. Onder een brug worden stukken fruit en groente uitgedeeld. Mensen steken hun hand op en krijgen een prei of tomaat en lopen verder.
Die avond rook ik een sigaret voor het hotel waar we verblijven aan de Hasenheide. Je kijkt er uit op de concertzaal ‘Neue Welt’. Adolf Hitler sprak er in 1930 een hongerige menigte toe. Op dat moment stikte het in deze stad door de Grote Oorlog van de armen en de lichamelijk dan wel geestelijk kreupelen. Hitler vond een dankbaar publiek, zou later blijken. In 1967 speelde Jimmy Hendrix er. Nu is de Neue Welt tijdelijk gesloten, maar die symboliek is werkelijk te goedkoop voor woorden. Iedere generatie denkt soms dat het einde van de beschaving nadert, maar net zo makkelijk dat het ooit beter wordt, volgens mij. Het lijkt me dé menselijke, dus paradoxale, balans.
De volgende ochtend staat er voor de Neue Welt glimlachend een accordeonist zonder tanden te spelen in de zon. Hij is de gelukkigste man van deze stad.