Zoeken
Deskundigen over de dood #2: Geestelijk verzorger Annemieke Kuin: ‘Sterven is eenzaam, niemand weet hoe het voelt’
Annemarie Haverkamp praatte in de serie 'Ik heb geleefd' bijna twee jaar lang wekelijks met iemand over de laatste levensfase. Ze bleef zitten met een aantal prangende vragen. In een korte vervolgserie spreekt ze deskundigen over de dood. Vandaag geestelijk verzorger Annemieke Kuin over de kwestie: wat is goed doodgaan?

Deskundigen over de dood #2: Geestelijk verzorger Annemieke Kuin: ‘Sterven is eenzaam, niemand weet hoe het voelt’

Gepubliceerd op 3 augustus, 2020 om 00:00

 

De dood, daar leven we een leven lang naartoe. Wie ongeneeslijk ziek is, telt soms de maanden, de weken, de dagen. De pechvogel die op een toevallige dinsdagochtend onder de bus loopt, blijft het aftellen bespaard. Alle mannen en vrouwen die ik voor deze krant sprak over hun aangekondigde dood, hoopten - ondanks hun vaak belabberde gezondheid - dat ze toch ‘goed’ zouden sterven.

Maar wat is goed? Waar voor de één euthanasie een uitkomst lijkt, klampt de ander zich vast aan het leven, tot de laatste snik. Veel gehoord: 'Elke minuut die ik langer bij mijn kinderen kan zijn, is er één.' Tegelijkertijd willen jonge ouders hun kinderen vaak de aanblik van een lijdende papa of mama besparen.

Sterven is moeilijk. Annemieke Kuin is geestelijk verzorger in het Dijklanderziekenhuis (Purmerend en Hoorn) en begeleidt al vijftien jaar patiënten bij wie de dood heeft aangeklopt. Hopelijk kan zij me vertellen wat goed sterven is.


Vertekend beeld

De frons op haar gezicht belooft geen eenvoudig antwoord. Het is dan ook geen gemakkelijke vraag, kaatst ze de bal terug. Dus nemen we de tijd en wandelen een stuk door Purmerend.

'Zelf zou ik het fijn vinden als er tijd en rust is om afscheid te nemen van mijn dierbaren en van het leven', begint ze. 'Om de losse draadjes af te hechten. Anderen zien juist een plotseling overlijden in je slaap als een prettige dood. Wat goed doodgaan is, hangt vooral af van hoe mensen in het leven staan.'

Ze wijst er voorzichtig op dat mijn beeld van Nederlanders die dood gaan, weleens vertekend kan zijn. De mensen die ik interviewde, waren stuk voor stuk openhartig en bereid hun verhaal te doen. Maar er zijn ook veel mensen die niet over de dood willen of kunnen praten of ronduit boos zijn omdat ze aan de beurt zijn.


Overrompeld

De realiteit in het ziekenhuis is dat mensen vaak worden overrompeld door het noodlot, zich fysiek ellendig voelen of het ene na het andere slechte nieuws te verwerken krijgen. 'Ik gun elk mens een dood vrij van paniek en angst', zegt Kuin. 'Niet alleen voor de stervende, ook voor de mensen die achterblijven. Belangrijk vind ik dat zieke en naasten de ruimte ervaren om te bespreken wat ze op het hart hebben. Vaak zie je dat mensen niet durven zeggen wat ze verdrietig maakt, omdat ze elkaar willen beschermen. Als de relatie dan onder druk komt te staan, kan het zo gewenste ‘goed’ sterven in de knel komen. Daar kan dan een rol voor mij zijn weggelegd, ik kan in een gesprek proberen terug te vinden wat ze beiden het belangrijkst vinden.'

'Wat ik ook vaak zie, is dat degene die gaat sterven en zijn naasten een heel eind samen oplopen. Maar op een bepaald moment, hoe close ze ook zijn, raken ze elkaar toch wat kwijt omdat ze bezig zijn met aparte processen: de een met het sterven, de ander met het aanstaande verlies.'


Dat doet me denken aan een man die een slopende spierziekte had en me vertelde dat hij steeds maar zijn verdrietige vrouw en vrienden aan het troosten was. Hij zei: 'Soms denk ik: hou daar eens een keertje mee op, daar heb ik geen tijd voor.'

'Dat is een goed voorbeeld. Ze hebben niet hetzelfde verdriet en dat maakt het zo ingewikkeld. Voor de stervende kan het heel prettig zijn om de focus te hebben op het leven en de dood te parkeren. Terwijl de naasten zitten met vragen als: wat wil je met je uitvaart en hoe moet ik straks verder?'


Diezelfde man - een wielrenner - kocht nog een nieuwe fiets. Zijn vrouw schoot tijdens ons interview in de lach. Een nieuwe fiets! Zij was bezig met hoe ze als moeder straks alleen voor haar twee dochtertjes moest zorgen.

'Ik moet ook denken aan een stel van in de veertig in ons ziekenhuis. De vrouw vond het sterven heel eng en wilde er niet over praten. Haar echtgenoot vroeg me kort voor haar dood bij hen te komen zitten. Er waren dingen die hij wilde bespreken, maar hij durfde er niet over te beginnen. Met mij erbij was het makkelijker, want dan betrof het afgebakende tijd. Die vrouw had wel degelijk concrete wensen voor haar uitvaart, maar had niet de moed gevonden om erover te praten. Ik fungeer dan als een soort katalysator.'


Waardevol

Goed luisteren naar wat mensen raakt, is essentieel in haar werk, vertelt Kuin als we langs een begraafplaats wandelen. 'Dan kan je samen woorden vinden voor wat voor deze persoon het meest waardevol is. Het helpt mensen ook om het uit te leggen aan anderen.'

Sterven kan een heel eenzaam proces zijn, waarschuwt Kuin. 'Hoe vaak je ook aan iemands bed zit, diegene is ons een stap voor. Dat maakt het, ook voor mij, moeilijk om de stervende echt te begrijpen.'

In de huid kruipen van iemand die overlijdt, gaat simpelweg niet. Dus kun je weinig meer doen dan de juiste vragen stellen. Als je een goed beeld hebt van iemands wensen, zijn zorgverleners in staat hun handelen daarop af te stemmen. Dat is de kern van goede palliatieve zorg, volgens Kuin. Zo kan pijnbestrijding anders zijn voor iemand die vooral graag wil kunnen lezen dan voor iemand die zo lang mogelijk wil blijven wandelen. Kuin geeft ook trainingen aan verpleegkundigen en artsen over hoe ze tijdens een gesprek kunnen achterhalen wat zinvol is voor iemand. 'Vaak blijkt dat ze daar al best goed in zijn, maar ze zijn zich niet altijd bewust van hoe ze dat doen. Daarmee oefenen, geeft vertrouwen om het gesprek vaker aan te gaan.'


Veel mensen vertelden me tijdens interviews dat ze doodgaan niet het ergste vinden, maar het loslaten van hun geliefden. Hoe kunt u daarbij helpen?

'Je naasten houden van je en steunen je, maar zij kunnen je ook heel moeilijk loslaten. Ik kan proberen daar samen een vorm voor te vinden. Ik vraag wat ze willen nalaten of meegeven, en dan gaan we op zoek naar een manier om afscheid te nemen. Soms wil iemand nog een brief schrijven of een doosje met spullen maken. Een zieke vrouw bedacht in een gesprek met mij dat ze al haar kinderen nog een keer apart van elkaar wilde zien en hoe ze dat zou aanpakken.'


Het loslaten wordt dan makkelijker?

'Nou, makkelijk wordt het nooit.'


Als kleine kinderen hun ouders dreigen te verliezen, is goed sterven dan überhaupt mogelijk?

'Het overlijden van jonge mensen voelt altijd naar en voor veel mensen als onrechtvaardig. Zeker ook als er kinderen zijn. Ik moet denken aan een moeder die een ex had met losse handjes. Tegen iedereen die de kamer binnenkwam, zei ze stellig dat het goed ging. We zagen haar aftakelen, maar ze kón niet anders. Het moest goed gaan, want ze wilde haar kinderen niet in de steek laten. Ze is vechtend gestorven. Voor haar was dit, denk ik, de best mogelijke manier.'


Laten mensen het leven makkelijker los als ze geloven in een hiernamaals?

'Dat gaat twee kanten op. Sommige mensen hebben het vertrouwen dat er iets moois volgt na de dood, die zeggen ‘laat mij maar gaan’. Anderen zijn opgevoed met het idee dat de mens in wezen slecht is en dat ze straks verantwoording moeten afleggen, dat kan heel beangstigend zijn.'

Ze vertelt over een vrouw die heilig in God geloofde. Toch was ze doodsbang voor het leven na de dood. 'Het duurde even voor we door hadden waar de kern van haar angst lag. Ze bleek als kind misbruikt te zijn en was panisch dat ze die man, die al jaren geleden was overleden, boven weer tegen zou komen.'

Kuin werkt zelf vanuit een humanistische levensbeschouwing. Ze begon haar werkzame leven als medisch bioloog, maar kreeg na twaalf jaar kankeronderzoek de behoefte om een stap dichter bij de mens te komen. 'Ik wist niet goed hoe, tot ik de slogan van de Universiteit voor Humanistiek zag, die luidt: ‘De mooiste studie is de mens.’ Dat was wat ik zocht en ik ben de opleiding gaan volgen.'

Praten over sterven is voor haar inmiddels doodgewoon. Soms hoort ze een mooi nummer op de radio en zegt ze tegen haar partner: 'Draai dat maar op mijn uitvaart.'


Wat kun je doen voor iemand die ongeneeslijk ziek is?

Hoe ga je om met iemand die ongeneeslijk ziek is? Vaak voelen we ongemak met als gevolg dat we de zieke gaan mijden. Dat is jammer, zegt Annemieke Kuin, want onbedoeld kun je hem of haar daarmee pijn doen. Ze geeft een paar tips:

Gouden regel: geef geen ongevraagde adviezen. Het gesprek hoeft ook niet altijd over het ziek zijn te gaan. Probeer vooral te luisteren naar wat iemand bezighoudt. Je kunt iemand gewoon vragen wat hij of zij prettig vindt. Wil je iets voor de zieke doen? Maak je aanbod concreet: ‘Zal ik een maaltijd langsbrengen? De tuin doen?’

Een kaartje sturen is altijd een goed idee, het laat zien dat je aan iemand denkt en geeft de zieke niet het gevoel te moeten antwoorden. Weet je niet wat je moet schrijven, dan kun je ook dát opschrijven.


***

Dit artikel verscheen eerder in het AD
De serie 'Ik heb geleefd' lees je hier
Annemarie Haverkamp won met haar roman De achtste dag de Bronzen Uil 2019, de Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige debuut van het afgelopen jaar.

Auteurs
Auteur: Annemarie Haverkamp

Annemarie Haverkamp (1975) is schrijver en journalist voor diverse kranten en tijdschriften. Met haar debuutroman De achtste dag won ze zowel De Bronzen Uil 2019 als de Anton Wachterprijs 2020. Ze is hoofdredactrice van universiteitsblad Vox en columniste bij De Gelderlander.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: