Zoeken
Deskundigen over de dood #5: Leef elke dag met de dood voor ogen, ga ’s avonds niet slapen met ruzie
Annemarie Haverkamp praatte in de serie 'Ik heb geleefd' bijna twee jaar lang wekelijks met iemand over de laatste levensfase. Ze bleef zitten met een aantal prangende vragen. In een korte vervolgserie spreekt ze deskundigen over de dood. In de laatste aflevering vertelt rouwspecialist Manu Keirse hoe om te gaan met verlies en verdriet.

Deskundigen over de dood #5: Leef elke dag met de dood voor ogen, ga ’s avonds niet slapen met ruzie

Gepubliceerd op 7 september, 2020 om 00:00, aangepast op 22 juli, 2021 om 17:02

 

Het kan echt: doodgaan van verdriet. Al een tijdje hield deze vraag me bezig. Je hoort het weleens. Een oude vrouw overlijdt zes dagen na haar man met wie ze 60 jaar was getrouwd. Een moeder van een gestorven volwassen gehandicapte zoon volgt hem binnen twee maanden. De Vlaamse rouwexpert Manu Keirse legt uit hoe dat kan: rouw is stressvol en vergt veel van je lichaam. Het is niet alleen een emotionele, maar ook een fysieke inspanning. Ben je al verzwakt op het moment dat de rouw je overvalt, dan kun je er letterlijk aan bezwijken. ,,Ik spreek altijd van rouwarbeid”, vertelt hij in zijn werkkamer in een prachtig huis aan een meertje nabij Brussel. ,,Bij elke arbeid horen taken. Je moet aan het werk.” Op de bank liggen treuren tot de droefenis voorbij is, werkt dus niet volgens deze klinisch psycholoog. Hoe pijnlijk ook, wie het overkomt, zal aan de bak moeten.

Keirse (74) werkte jarenlang als hoogleraar op de universiteit van Leuven. Hij stond ook aan het roer van ziekenhuizen en was van 1999 tot 2003 staatssecretaris. Nu geeft hij lezingen en trainingen, schrijft hij boeken en ontvangt hij in zijn werkkamer mensen die ‘in verdriet’ zijn (zo beschrijft hij rouwenden in zijn boeken - ik vind het een schitterende uitdrukking). Let wel: liefst beperkt hij zijn steun tot telefonische adviezen. Want, zegt Keirse, mensen moeten bij voorkeur niet afhankelijk worden van een therapeut. Mensen in verdriet hebben het meeste baat bij de warmte van hun eigen familie en vrienden. Het is alleen zo jammer dat maar een enkeling weet hoe je moet omgaan met verlies. Vaak staan de omstanders met lege handen, en de rouwende ook.

Tijdens het schrijven van de serie 'Ik heb geleefd' voelde ik me ook vaak tekort schieten. Wat kon ik zeggen als een zus of echtgenoot me liet weten dat degene die ik had geïnterviewd was overleden? Met Manu Keirse praat ik over dat laatste en over de pijn van het verlies.

Waarom valt het omgaan met dood en verdriet ons zo zwaar? We weten dat het bij het leven hoort.
,,Kijk naar een kind. Hoe leert hij iets? Door na te bootsen wat volwassenen doen. De eerste stapjes zetten, de eerste woordjes spreken. Je moet je eens de vraag stellen waar kinderen nog zien hoe wordt omgegaan met iemand die ernstig ziek is of sterft. Dat is allemaal verbannen van de huiselijke omgeving naar ziekenhuizen of verpleeghuizen. Door de toegenomen levensverwachting is het sterven bovendien verschoven naar een hogere leeftijd. Je kan goed 30 jaar worden zonder ooit geconfronteerd te zijn met de dood. Het is niet abnormaal dat mensen bang zijn voor iets waar ze niets vanaf weten.”

Zou het sterven dus moeten terugkeren naar de huiselijke kring?
,,Nee, je kunt de klok niet terugdraaien. In de medische wetenschap wordt tegenwoordig alles gedaan om het sterven uit te stellen. Wat je wél kunt doen, is kinderen van jongs af aan confronteren met de realiteit dat alles wat leeft, ook doodgaat: bloemen, bomen, dieren en mensen. Als ik minister van onderwijs zou zijn, integreerde ik de dood in het lesprogramma. Omgaan met verlies en sterven hoort wat mij betreft bij wat je op school zou moeten leren.”

Wat is de winst? Rouw en verlies zijn geen leuke onderwerpen, je kunt je er ook door laten overvallen als het zover is.
,,Mensen die hun partner of een kind verliezen, komen vaak in een emotionele aardbeving terecht. Het helpt te weten welke emoties je kunt verwachten, en dat het normaal is je zo te voelen. Als de omgeving er iets meer vanaf weet, kan die ook meer steun bieden. Nu hoor ik mensen vaak zeggen: ik zou er wel heen willen, maar ik durf niet. Of: ik weet niet wat ik moet zeggen. Mijn basisboodschap is altijd: ga om te luisteren naar wat mensen vanuit hun verdriet aan jou te zeggen hebben.”

Niets is erger dan met een boogje om de rouwende heen lopen, omdat je niet weet wat je moet doen. Manu Keirse wil het wel van de daken schreeuwen. Op zijn eigen manier doet hij dat ook. In bijscholingen vertelt hij huisartsen dat ze geen antidepressiva moeten voorschrijven aan iemand die intens verdriet heeft, maar een paar minuten de tijd moeten nemen om te luisteren. ,,Verdriet is normaal gedrag van normaal evenwichtige mensen. Dat is iets anders dan een stoornis. Er is geen beter medicament dan menselijke aandacht.” Elk hoofdstuk in zijn boek Helpen bij verlies en verdriet sluit hij af met een aantal tips voor de omgeving. In zijn diepe achtertuin, tussen weelderig bloeiende bloemen, staat zijn levensmotto geschreven op een steen: ‘De betekenis van je leven zit in het verschil dat je maakt in het leven van anderen’.

Keirse luisterde naar de ouders die in 2012 hun kind verloren bij een busongeluk in het Zwitserse Sierre. Opvallend vaak hoorde hij dat ze zich zo schuldig voelden. Een omgekomen meisje wilde eigenlijk niet mee op de trip, maar vader en moeder hadden haar overgehaald. Dat soort dingen. ,,Mensen vertelden die ouders dat ze zich niet schuldig moesten voelen, ze konden er toch niets aan doen? Op een gegeven moment durfden zij er niet meer over te vertellen. Ik heb gezegd: het is normaal dat je je schuldig voelt. Dat mag. Schuldgevoelens hebben te maken met liefde en verantwoordelijkheid. Maar je bént niet schuldig.”

Wanneer wordt rouw abnormaal en moet je professionele hulp zoeken?
,,Verdriet is de keerzijde van liefde. Als je van iemand houdt, is het vanzelfsprekend dat je diep verdriet voelt als diegene overlijdt. Het komt vaak voor dat mensen een geliefde nog zien of horen. Een vrouw vertelde me dat ze haar zoon twaalf dagen na zijn dood op zondagochtend piano hoorde spelen. Ze was naar beneden gelopen en daar zat hij. Maar toen ze haar handen op zijn schouders wilde leggen, was hij ineens verdwenen. Die vrouw durfde dat aan niemand te vertellen, ze zouden haar voor gek verklaren. Maar in rouwbeleving is dat normaal gedrag.”

Keirse wijst naar een stoel in zijn werkkamer en vraagt me te denken aan iemand die me dierbaar is. Zie ik diegene zitten? De houding? Hoe hij kijkt? Als je constant sterk aan iemand denkt, is het normaal dat je hem ook ziet. Woede is ook normaal, net als pijn in je hele lichaam. En vergeet vermoeidheid niet. Concentratieproblemen. ,,Het wordt abnormaal als mensen permanent verdrietig zijn, permanent boos zijn, zich permanent schuldig voelen of permanent lijden aan het gemis. De nadruk ligt op het woordje permanent, mensen zijn dan als het ware verstard in die situatie.” Een psycholoog of psychiater met verstand van rouw kan dan wellicht helpen.

De Vlaamse hoogleraar mijdt het woord verwerking in al zijn boeken. Vroeger gebruikte hij die term wel, maar na vijftig jaar luisteren weet hij dat er geen sprake is van verwerking. Nu heeft hij het over rouwoverleving. Op den duur leer je leven met het verlies, maar op kruispunten in je leven - denk aan een huwelijk of geboorte - kan de pijn rauw en hevig terugkomen.

De rouwarbeid die hij eerder in ons gesprek noemde, deelt hij op in vier taken. (Wie alle taken wil weten: lees zijn boek). De laatste is: opnieuw leren genieten van het leven en herinneringen bewaren. ,,Herinneringen worden vaak doodgezwegen”, zegt hij. ,,Je hoort de omgeving adviseren dat iemand moet loslaten. Ik zal dat nooit zeggen. Verlies overleven is op een andere manier leren vasthouden. Wie sterft, verhuist van de buitenwereld naar het hart van de mensen.”

 

***

 

Dit artikel verscheen eerder in het AD
De serie 'Ik heb geleefd' lees je hier
Annemarie Haverkamp won met haar roman De achtste dag de Bronzen Uil 2019, de Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige debuut van het afgelopen jaar.

Auteurs
Auteur: Annemarie Haverkamp

Annemarie Haverkamp (1975) is schrijver en journalist voor diverse kranten en tijdschriften. Met haar debuutroman De achtste dag won ze zowel De Bronzen Uil 2019 als de Anton Wachterprijs 2020. Ze is hoofdredactrice van universiteitsblad Vox en columniste bij De Gelderlander.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: