Zoeken
Bus
Jonah Falke vertelt deze week over zijn ervaring met buschaffeurs, en beseft dat sentiment hem een stuk goorder lijkt dan een verstopt toilet.

Bus

Gepubliceerd op 10 september, 2020 om 00:00

 

Op een zonnige ochtend stapte ik in een FlixBus richting Brussel. Kreunend schoof de buschauffeur de koffers in de laadruimte. Met groot plezier houd ik chauffeurs van dergelijke bussen in de gaten. Deels om de angst te bezweren dat ze niet inslaap vallen, maar vooral omdat ze zich zo trots ontfermen over hun touringcar. Onder het rijden luisteren sommigen naar operazangeressen, anderen naar schlagers. Alleen voor degenen die menen grappig te moeten zijn in hun microfoon, voel ik vooralsnog weinig compassie.

Ter hoogte van Gent, een jaar of wat terug, stak er ineens een geur op in zo’n bus, waarvan het me onmogelijk leek dat deze door een mens geproduceerd hadden kunnen zijn. Je zou het haast onmenselijk noemen. De geur drong door tot voorin, en gedwee stopte de chauffeur en loste het probleem met zijn blote handen op. Wat hij in het kleine hokje had uitgespookt, bleef een raadsel voor de reizigers, maar de stank verdween en een mat applausje volgde.  

Diezelfde chauffeur reed vervolgens Antwerpen binnen. Terwijl hij een standplaats zocht, rende er een man in ruim zittend pak, met lange baard, recht op de bus af. Zijn ogen verraadde paniek en de kapotte koffer die hij achter zich aanzeulde deed verre reizen vermoeden. ‘Een terrorist,’ zei een man achter me. Hij zei wat ik helaas dacht. De bus stopte en de man stond buiten adem op het raam te bonken. Hij verklaarde de afgelopen nacht uit Noord-Afrika te zijn vertrokken en zijn vliegtuig was drie uur te laat in Brussel aangekomen. Hij sprak plat Brabants. Hij verloor zijn laatste geld aan een treinkaartje. De chauffeur zei dat hij een buskaartje mocht kopen. De man toverde een hand vol euro’s tevoorschijn. Je kunt je geld aan onnozele dingen uitgeven in dit deel van de wereld. Ik gaf de man dat wat hij miste. Zonder dankwoord stapte hij de bus in, nog altijd hijgend.

De chauffeur beet me toe dat dit dagelijks gebeurt: ‘“Zielig, zielig,” zegt dan een vrouwtje met vier kinderen. Ze hebben maar één kaartje en willen met z’n vieren mee. In het begin liet ik iedereen binnen, maar betaalde ik de kaartjes. Dan ga je armer naar huis dan dat je naar je werk gaat.’ En toen trok hij een vies gezicht en zei: ‘Ze gaan op je sentiment spelen, moeten ze niet doen.’

Het sentiment leek een stuk goorder dan een verstopt toilet, en misschien had hij daar nog gelijk in ook. In de half lege bus waarin ik me momenteel bevind zijn er geen mogelijkheden om armer naar huis te gaan, maar zeker ook niet rijker. En die stilstand voelt pas echt berooid.

Auteurs
Auteur: Jonah Falke

Jonah Falke (1991) werd geboren in Ulft en studeerde fine art painting aan ArtEZ, Enschede. Hij exposeerde in binnen- en buitenland en maakte als frontman van de band Villa Zeno de plaat Self Made Woman. In 2016 verscheen zijn debuutroman Bontebrug, in 2019 volgde De mooiste vrouw van de wereld. Hij schreef voor Vrij Nederland, See All This, ELLE, HP/De Tijd en VPRO Nooit meer slapen en is vaste columnist bij de Gelderlander en op het Lebowski Blog.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: