Zoeken
Blootleggen #1: Onze woorden, onze wereld
Anneke Claus reflecteert in deze nieuwe serie op de rol van taal (woorden, beelden en gebaren) als vormgever van onze wereld. Dit is 'Blootleggen #1: Onze woorden, onze wereld', waarin ze uitlegt waarom het belangrijk is om je als docent soms uit te spreken over politieke kwesties.

Blootleggen #1: Onze woorden, onze wereld

Gepubliceerd op 13 oktober, 2020 om 00:00, aangepast op 22 juli, 2021 om 17:00

 

‘Als ik op mijn 12de voor het Kandinsky College had gekozen, had ik mogelijk bij [Sinan Çankaya] in de klas gezeten en geschiedenisles gehad van [voorheen de tweede man van de extreemrechtse Centrumpartij].’

Sterk stuk van Willem Claassen naar aanleiding van het boek Mijn ontelbare identiteiten van Sinan Çankaya. Nog geheel afgezien van het feit dat de woorden ‘het zal nooit maar dan ook nooit iets met jou worden’ van gering pedagogisch talent getuigen, kun je je ook afvragen hoe gekleurd (of eerder ontkleurd) een geschiedenisles van deze Nico van Konst er op inhoudelijk vlak had uitgezien.

Drie jaar geleden begon ik aan de opleiding tot docent Frans in het middelbaar onderwijs. Een van de eerste dingen die me daar verteld werden, was dat een goede leraar haar politieke voorkeuren vóór de drempel van het klaslokaal achterlaat. Ook als leerlingen proberen je ertoe te verleiden je uit te spreken over de actualiteit, zou het beter zijn om je neutraal op te stellen. De redenering hierachter luidde als volgt: pubers zijn beïnvloedbaar en leraren hebben een voorbeeldfunctie; het is belangrijk dat ze hun leerlingen leren om zelf te ontdekken wat ze vinden. Daar kun je ze wel bij stimuleren, maar je mag ze er niet in stúren.

Ik bracht daar aarzelend tegenin dat politiek ook over zaken van het hart gaat en dat ik niet anders kan dan alles wat ik doe met hart en ziel doen. Ik zei dat ik, als ik me neutraal moest opstellen in politieke kwesties, ook een deel van mijn menselijkheid voor die drempel moest achterlaten omdat mensen nu eenmaal niet neutraal zíjn.

En ik legde uit dat het me juist vanuit een voorbeeldfunctie zoals die van docent belangrijk leek om bijvoorbeeld racistische of seksistische ideeën te bevragen, omdat andere mensen uit de analoge en digitale omgeving van mijn leerlingen dat misschien níet deden. ‘Niet door te zeggen ‘dit is fout en ik zal jullie vertellen wat goed is’, maar door bijvoorbeeld aan de hand van een (Franstalig) artikel of videofragment te laten zien dat racisme economische motieven heeft, of door een keer iemand in de klas uit te nodigen die (in het Frans) komt vertellen hoe racisme zijn leven heeft beïnvloed.’

‘Het kán, maar je begeeft je in een hellend vlak’, werd me verteld. ‘En reken vooral niet op steun of waardering van ouders, collega’s of de schoolleiding.’ Aha, dacht ik. Dus dáár gaat het om. Om conflictvermijding en conformisme.

Sinan Çankaya zegt: ‘Jullie woorden doen ertoe. Jullie scheppen een wereld en die kan veilig en onveilig zijn.’ Dat gaat wat mij betreft niet alleen op voor leraren, maar voor iedereen. Daarnaast geldt dat je, als je zwijgt over dingen waarover juist nodig gesproken moet worden, daar óók iets mee zegt. Je mond houden over brandende kwesties schept onveiligheid, en biedt ruimte aan geweld.

 

***

 

Deze column is eerder gepubliceerd op Bindu.nu. 

Auteurs
Auteur: Anneke Claus

Anneke Claus leeft het leven, houdt van de liefde en vreest de dood. In die hoedanigheid beklom ze vele literaire podia en was ze van 2009 tot 2011 stadsdichter van Groningen, waar ze nog altijd woont en werkt.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: