Brave burger
Na het zien van de persconferentie bekroop me het gevoel: ik wil een brave burger zijn. Een deftig iemand, op het saaie af, die slechts cerebraal verzet pleegt, met voorkeur als hij alleen is. Deze zomer keek ik met plezier naar de Duitsers en Belgen. Het gros deed keurig mee aan de regels. Er werd me toevertrouwd dat Belgen die naar de Nederlandse televisie kijken zich eraan ergeren dat iedereen een mening heeft. Over álles. Debat scherpt het beleid, maar tegen welke prijs?
Zelfverklaarde deskundigen kun je meestal wel ontwijken, maar familieleden zijn lastiger te negeren. In de supermarkt kwam ik een bloedverwant tegen. Al jaren is hij gevoelig voor complotten en wat al niet meer. Voor dat ik het wist gaf hij me een stevige hand en zei de holle frase: ‘Ze maken alles kapot, ik ben voor vrijheid.’ Voor ik besefte wat er gebeurde was het genie al vertrokken naar zijn parallelle werkelijkheid: de winkel uit, de straat op.
Braaf willen zijn was niets nieuws. ‘Jij wil zo netjes zijn, het is op het belachelijke af,’ zegt mijn geliefde vaak. Het is huichelachtig. Als zij uitvalt tegen een ober in een restaurant schaam ik me. Als ik het bij een tafel verderop zie gebeuren geniet ik met volle teugen. Ook voor je eigen hond kun je je schamen, maar is het niet vermakelijk als de hond van een ander zich midden in een woonkamer langdurig aan zijn geslacht likt en je zijn baasje ziet zweten?
Zo’n hond is natuurlijk niet het echte probleem. Het is de angst om zelf alle controle te verliezen. Om jezelf op een dag op een kleedje in de woonkamer terug te vinden terwijl je je eigen geslacht probeert te likken terwijl dat niet lukt.