Gereserveerd
Toen ik twee jaar geleden op een treinstation stond om mijn geliefde af te halen, overleed mijn grootmoeder. Met haar zou ik die nacht waken. Ze had broodjes mee, maar het was niet meer nodig. Ik kreeg een berichtje met: ‘Het is al gebeurd.’ Het was goed. Ze maakte allang geen reclame meer voor de mensheid. Zo gaat dat dus op een treinstation: de ene geliefde gaat, de ander komt aan.
Uit angst voor wat anderen over haar zouden zeggen en wat niet, speechte ik op de begrafenis. Er werd wel gelachen om haar grappen: ‘Ik kan wel zonder vibrator, maar niet zonder rollator.’ Toch kwam de stemming er niet echt in. Maar het moment waar ik het meest tegenop had gezien die dag ontvouwde zich wel als een wrange grap. Het kerkhof lag al zo vol dat tijdens het dragen van de kist naar het graf op andere graven gestaan moest worden, en iemand bijna wegschoot over een gladde steen toen we de kist lieten zakken. Hij wilde het voorzichtig doen, maar hij lag haast eerder in de kuil dan zij, en ik lachte net iets te hard.
In een zaaltje waar normaal bruiloften werden gevierd stond op de ‘familie-tafel’ een bordje met gereserveerd. Obers op leeftijd in pak schonken koffie. Zelden zag ik mannen zo geconcentreerd bedienen, alsof hun leven ervan afhing. Ze kwamen uit het naoorlogse tijdperk waarin de meeste spullen voor de eeuwigheid werden gemaakt: auto’s, pannen, badkuipen en fietsen. Misschien waren deze mannen ook van dat metaal en bleef de wereld hun afscheid bespaard.
In de avond zochten we een restaurant in Duitsland. Die dag kwam het eten ná de moraal. Er was wel een tafeltje gereserveerd maar het restaurant bleek onvindbaar. De navigatie stuurde ons naar een industrieterrein. Voor een loods met grafzerken zei de navigatie wonderwel: ‘Uw bestemming is bereikt.’
Tot de dag van vandaag is het restaurant onvindbaar. Misschien staat er nog altijd een ober op ons te wachten.