Zoeken
Het boek was beter #2: Fight Club en Joker
Bart Boschman schrijft over de rol van literatuur in film en andere populaire media. Deze week bespreekt hij een van de populairste films van het afgelopen jaar, Joker, en kijkt hij naar de overeenkomsten tussen deze film en Fight Club, maar ook hoe beide films verschillen van de boeken waarop ze gebaseerd zijn. Dit is 'Het boek was beter #2: Fight Club en Joker'.

Het boek was beter #2: Fight Club en Joker

Gepubliceerd op 30 november, 2020 om 00:00, aangepast op 21 december, 2020 om 00:00

 

Een paar weken geleden gaf ik eindelijk toe aan de hype en keek ik Joker. Omdat het een van de populairste films van het afgelopen jaar is, waren mijn verwachtingen hoog. Ikzelf vond de film te gek; het is altijd een opgave om een verhaal te maken waarin de hoofdpersoon de bad guy is en er toch voor te zorgen dat het publiek met hem meeleeft, maar dat is bij Joker goed gelukt. De Joker is natuurlijk bekend als de slechterik uit Batman, maar deze versie is niet te vergelijken met de vele Jokers uit de comicboeken en filmreeksen. Deze realistischere versie van het personage van wie het gedrag verklaard wordt aan de hand van zijn psychologische aandoeningen, doet me eerder denken aan de film Fight Club dan aan Batman.

Als je Fight Club en Joker naast elkaar zet zijn de overeenkomsten overduidelijk: de hoofdpersonages lijden allebei aan mentale stoornissen, bouwen een soort anarchistische cult om zich heen, en tegen het eind van de films wordt duidelijk dat niets is wat het leek doordat de hoofdpersoon een onbetrouwbare verteller was. In het geval van Arthur in Joker speelt een groot deel van het verhaal zich in zijn hoofd af, en in het geval van Fight Club blijkt de hoofdpersoon (wiens naam niet genoemd wordt) een gespleten persoonlijkheidsstoornis te hebben.

Wat niet iedereen weet is dat Fight Club eerst een boek was. Ik ken genoeg mensen die Fight Club als film geweldig vinden, maar het gelijknamige boek van Chuck Palahniuk is mij vreemd genoeg nog nooit door iemand aanbevolen. Het komt wel vaker voor dat een verfilming al plaatsvindt voordat het boek de grote populariteit bereikt, maar meestal is het zo dat het boek dan alsnog lekker mee kan liften. Vervolgens hoor je van iedereen die het wel gelezen heeft (of dat is voor of na ze de film gezien hebben, maakt dan al niet meer uit) dat ‘het boek veel beter is, want duh, dat is het origineel’.

Bij Fight Club is dat niet zo, en ergens snap ik wel waarom. Het boek en de film werken toe naar het moment dat de hoofdpersoon zich realiseert dat de oprichter van Fight Club, Tyler Durden, zijn eigen alter ego is. In plaats van dit als een complete schok te laten komen, worden in de film genoeg hints gegeven om als oplettende kijker al te kunnen raden wat er aan de hand is. In het boek zijn die hints er ook, maar bestaan die vooral uit de interne dialoog van de hoofdpersoon. Zijn gedachten worden vaak als een soort stream of consciousness gedeeld, en dan weer afgewisseld met gesprekken tussen Tyler en de hoofdpersoon. Het is dan ook vaak niet duidelijk wie er wanneer aan het woord is. Ook zinnen zoals ‘I know this, because Tyler knows this,’ en ‘Tyler’s words coming out of my mouth’ worden regelmatig herhaald, wat hint naar de onthulling van later. Als je eenmaal door hebt hoe alles zit is het prachtig in elkaar gezet, maar het duurt even voor je dat punt bereikt.

Omdat de film een acteur voor Tyler en een acteur voor de hoofdpersoon heeft, is het onderscheid tussen die twee in de film een stuk makkelijker te maken en moeten de hints dus op andere manieren worden verstopt. Regisseur David Fincher koos ervoor om Tyler af en toe korter dan een seconde ergens in beeld te laten verschijnen, zo snel dat vele kijkers het waarschijnlijk niet eens doorhebben. Aan de ene kant laat dit zien dat Tyler altijd deel uitmaakt van het onderbewustzijn van de hoofdpersoon, maar het is ook een verwijzing naar een van de bijbaantjes die Tyler heeft. Tyler werkt in een bioscoop, waar hij in brave familiefilms een fractie van een seconde laat zien uit een pornoscène, zo kort dat niet precies te zien is wat er gebeurt, maar wel dat er iets niet klopt. Zo zitten er in de film nog veel meer subtiele hints. Een van de slimste zit in de autocrashscène, waarbij Tyler de auto bestuurt en de hoofdpersoon bijrijder is, maar na de crash stapt de hoofdpersoon aan de bestuurderskant uit.

Een groot deel van de populariteit van de film is te danken aan de acteurs. De hoofdrollen worden gespeeld door Bratt Pitt en Edward Norton, op dat moment al twee hele grote namen in Hollywood. Vooral het personage van Brad Pitt, Tyler Durden, is in de jaren nadat Fight Club uitkwam een voorbeeld voor veel jonge mannen geworden, en dat is meteen wat Fight Club zo controversieel maakt. Fight Club was juist bedoeld als satire op toxic masculinity, en laat door het volgen van Tyler Durden en zijn extreme ideeën over de samenleving de gevaren zien van het blind volgen van een leider. Maar Tyler is tegelijkertijd ook enorm charismatisch, zelfverzekerd, en ergens snap ik wel dat veel mannen tegen hem op kijken. Ik herinner me zelf nog precies de scène die mij fan maakte.

Het is niet de charismatische en zelfverzekerde invulling van het personage Tyler waar de film naar mijn mening de plank misslaat, zo is hij in het boek namelijk ook. Het verschil zit hem in de misdaden die Tyler pleegt; die zijn in de film een stuk minder heftig dan in het boek. Tuurlijk, Tyler is praktisch een sekteleider, blaast gebouwen op, en dreigt met het afsnijden van geslachtsorganen, maar in het boek gaat hij nog veel verder. Tegen het eind van de film vermoordt Tyler de baas van de hoofdpersoon en tijdens een ‘murder mystery party’ vermoordt hij een gemeenteambtenaar. Dat die laatste eruit geknipt is snap ik ergens wel – je kunt nou eenmaal niet alles uit het boek in een twee en een half uur durende film stoppen – maar die op zijn baas had een hele andere dimensie aan de film kunnen geven. Dat beide moorden uit de film – die verder een redelijk trouwe adaptatie was – gehaald zijn, heeft ervoor gezorgd dat Tyler populairder is geworden dan hij eigenlijk verdient.

Toch is deze beslissing ergens wel te begrijpen. Tylers populariteit staat gelijk aan die van de film en het zou daarom heel goed kunnen dat David Fincher Tyler opzettelijk sympathieker heeft gemaakt. In dat opzicht is Fincher dus wel geslaagd: hij adapteerde een vrij zwaar en ingewikkeld boek op zo’n manier dat het toch goed opgepakt wordt door een breed publiek. Datzelfde geldt eigenlijk voor Arthur in Joker; het is niet voor niets dat Batman normaal de hoofdrol heeft en niet de Joker, de Joker staat nu eenmaal bekend als door en door slecht. In andere films en comicboeken wordt de Joker standaard afgebeeld als een onverbeterlijke psychopaat en krijgt hij maar zelden een fatsoenlijk achtergrondverhaal, maar als je hem de hoofdrolspeler maakt kun je daar bijna niet omheen.

Het blijft een lastige keuze, en er zijn dan ook veel mensen met kritiek. Arthur is een witte man die zich door de samenleving in de steek gelaten voelt en als gevolg voor geweld kiest, iets wat we op het nieuws vaak genoeg horen, maar in deze film voelen we sympathie voor hem. Tyler is een goed voorbeeld van toxic masculinity, maar daarnaast ook charismatisch en het soort man waar velen naar opkijken. Maatschappelijk verantwoord? Misschien niet, maar dat is ook niet de verantwoordelijkheid van een filmmaker.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: