Zoeken
Jo
Jonah Falke ontmoet een bijzondere man in het Aldenhofpark, en schrijft over Maastrichtse trots en temperament.

Jo

Gepubliceerd op 24 december, 2020 om 00:00

 

De zon was bijna onder toen we in het Aldenhofpark te Maastricht een man ontmoetten. Mijn geliefde en ik keken naar een kooi met daarin een dooie giraf en een vrouw. Het kunstwerk van Michel Huisman. De man vroeg: ‘Kunnen jullie alles vinden?’ Die vraag bleek de inleiding van een drie uur durend verhaal. Het werd al donker, maar de stad kwam tot leven. ‘Jullie kijken naar een voormalige berenkooi. Tot 1993 zaten er beesten in. Sommige mensen willen de beren terug. De laatste beer heette Jo, dat is hier een jongensnaam, ik heet ook zo. Jo.’

Hij had een snor, droeg fletse kleren maar wel van goede kwaliteit, en gebaarde op een sierlijke manier met zijn handen. Alle mensen die we tegenkwamen glimlachten vriendelijk naar ons en zeiden tegen hem: ‘Hé Jo.’

Hij liet ons de steeg zien waar vroeger een heks woonde, het restaurant waar NAVO-officieren aten, de rivier die onder de stad doorstroomde, en ondertussen vertelde hij over het temperament van de Maastrichtenaren. ‘Komt door de overheersing van de Spanjaarden en Fransen.’ Hij keek er trots bij. Ik maakte eruit op dat hij meer gemeen had met Zuid-Europeanen dan met alles wat boven de rivieren woont: ‘Door die Hollanders zijn wij net iets te vaak uitgebuit.’
Hij wilde geen wraak maar zei wel: ‘De mensen die het voor het zeggen hadden spraken Hollands, wij spreken hier dialect. Dat is nog steeds zo.’ 
We liepen het straatje in waar ooit een rechtbank zat. De straat liep langzaam omhoog, het tribunaal was een statig gebouw dat haast op je viel. Zo veroordeel je jezelf al voor je verhoord bent.

Jo zei dat hij techniekleraar was geweest en daarna verhalen over honden is gaan schrijven. Hij kon ons alles wijsmaken. Het is gevaarlijk en tegen de tijdsgeest in om niet alles wat hij zei op waarheid te willen controleren, maar het deerde me niet. Jo zelf was wel argwanend. Toen ik zei: ‘Ik zou je verhalen graag eens lezen.’
‘Ik stuur ze niet op. Ik kan je bellen dan lees ik ze aan je voor.’
We namen afscheid.

Ik schrijf dit de volgende dag vanaf een hotelkamer in Maastricht. De kamer kijkt uit op het treinstation, het is ochtend en de zon schijnt. Op straat het is niet druk. Na het ontbijt lopen we weer door de stad. Ook zonder Jo blijven de mensen glimlachen en komt de stad tot leven: we passeren het huis waar Karl Marx logeerde bij zijn zuster, en iets verderop het conservatorium waar twee ramen openstaan. Uit de een klinkt een piano, uit de ander trompet. Ze spelen toonladders. Een kakafonie is het niet. Een endje verderop zitten er twee studenten van de toneelacademie op een bankje te lachen om hun eigen grappen.

Was het niet de voormalige acteur en president Ronald Reagen die Amerika omschreef als het land waar het altijd ochtend is? Omdat in de ochtend alles nog mogelijk is?

Auteurs
Auteur: Jonah Falke

Jonah Falke (1991) werd geboren in Ulft en studeerde fine art painting aan ArtEZ, Enschede. Hij exposeerde in binnen- en buitenland en maakte als frontman van de band Villa Zeno de plaat Self Made Woman. In 2016 verscheen zijn debuutroman Bontebrug, in 2019 volgde De mooiste vrouw van de wereld. Hij schreef voor Vrij Nederland, See All This, ELLE, HP/De Tijd en VPRO Nooit meer slapen en is vaste columnist bij de Gelderlander en op het Lebowski Blog.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: