Moedervlekken (fragment)
De zoon die zoals dat van hem werd verwacht psychiater is geworden verzorgt de tuin. Vroeger speelde hij hier nog weleens badminton met zijn vader, die tijd is voorbij, er wordt voornamelijk naar het gras gekeken als naar een vertrouwd en toch nog altijd mooi schilderij. Het heeft al bijna tien dagen niet geregend, op het gras zijn gele plekken ontstaan.
Jarenlang is het hier goed onderhouden, met liefde is hier gewerkt, in elk geval met een volharding en een verantwoordelijkheidsgevoel die niet van liefde te onderscheiden zijn. Doorzettingsvermogen is ook liefde – de weigering om op te geven, de weerzin om te verliezen, om te sterven, allemaal vormen van liefde. Tragisch dat een korte periode van droogte zo’n ravage aanricht.
Het is vroeg in de ochtend maar nu al warm. Een buurvrouw kijkt naar hem, maar Kadoke doet alsof hij haar niet ziet. Er is niets merkwaardigs aan dit tafereel: de zoon geeft de verdorde tuin water, de goede zoon, de zich om alles en nog wat bekommerende zoon, de zoon die leeft opdat anderen niet hoeven te sterven.
Maar hij kan zich nu juist niet om alles bekommeren, of beter gezegd, zijn bekommernissen leiden niet altijd tot het gewenste resultaat. Dat is het probleem. Hij heeft de meisjes instructies gegeven, sommige van de instructies heeft hij in het Engels opgeschreven en in de keuken op de kast gehangen waarin de theekopjes staan en terwijl hij het gras water geeft, begint hij zich af te vragen waarom de simpele instructies niet zijn opgevolgd. ‘Please, water the garden when the lawn is dry’, zo moeilijk is dat toch niet te begrijpen? De jonge vrouwen die zijn moeder verzorgen zouden tussendoor ook de tuin kunnen verzorgen.
Kadoke weet wie hij is: Otto Kadoke, kalm, toegewijd maar niet té empathisch, dat is slecht voor de kalmte, slecht voor het genezingsproces, de arts moet niet te nabij komen. Officiële papieren ondertekent hij met O. Kadoke. Hij is genoemd naar Otto Frank, een huisvriend van het gezin, al schijnt zijn moeder de beroemde Otto niet echt te hebben gemogen.