De tuimelaars
De Jardim Botânico van Rio de Janeiro is het balkon op een feestje waar je even niet wil zijn. In dit geval was dat de wijk Leblon: met de duurste vierkante meters van Latijns-Amerika de volwassen versie van Amsterdam Oud-Zuid. Het straatbeeld is van ieder pigment ontdaan en wordt gedomineerd door blonde vrouwen in sportkleding, wier haren even uitgestreken zijn als hun smoelwerk. Ik ontvluchtte Leblon, liep langs de Jockey Club Brasileiro en haastte me door de hekken van de Botanische tuinen op zoek naar rust. Maar die dag had ik de deur naar Wonderland geopend.
Overal doken ze op, als levende tuimelaars. Met hun bolle buiken vooruit waggelden ze naar de aangewezen positie. Op een kei naast een waterval. Tussen de succulenten en orchideeën. Onder een palmboom, in een prieel en op een kleedje middenin de jungle. Eén hand in de zij, of waar die ooit had gezeten, een strik om de blote buik geknoopt als om onduidelijkheid te voorkomen waar het cadeau verstopt zat. Het geluk straalde door de plamuur op hun gezichten. De zwangeren van de Botanische tuinen. Tientallen, alsof ze ter plekke uit de Indische waterlelies waren ontpopt.
“Ze willen dit moment vereeuwigen,” fluisterde een tuinman me toe‚—‚immortalizar. Achter fotografen stonden toekomstige vaders, grootouders en visagisten. Beautycases en opengeslagen koffers met kleding aardse rekwisieten in het gras. Ik liep verder tussen de bomen en keek mijn ogen uit. Een van de tuimelaars trof mijn blik, haalde haar hand van haar buik en stak twee vingers op. Haar nagels waren turquoise gelakt. Duas semanas, liplas ik. Nog twee weken. Haar verwachting benam me de adem.
Ik wist hoe ze zich zou voelen, over twee weken. De vuistslag in het gezicht, die het krijgen van een kind is. Je zicht scherper dan ooit maar je vizier draaierig‚—‚niets staat meer op zijn plek. Een kind krijgen is als het verlies van een ouder: doodnormaal, maar levensingrijpend. Het besef van sterfelijkheid in een keer geland. Mortalidade. Iedere ochtend als je wakker wordt voel je het in je buik. Een bal van bitterzoete, eenzame intimiteit, gevuld met verwachtingen, herinneringen, liefde en angst. Het krijgen van een kind teistert voorgoed je evenwicht.
Ik stopte voor een boom die spottend op me neerkeek en wist: jij staat er nog als ik dood ben. En ook als mijn kinderen dood zijn. De bal in mijn buik verschoof een beetje. Maar de tuimelaars van de Botanische tuinen waren‚—‚voor nu‚—‚perfect in balans.