Na Hallo Muur
De echte reden waarom ik de omslachtige route voor lief neem is dat midden in Assendelft een café is gevestigd waarvan de naam mij het water in de mond doet lopen. ‘Tapperij De Verwachting’ staat op de gevel. Even los van dat logo eronder van twee net volgeschonken bierpullen die met kracht tegen elkaar worden geklengd, maakt de naam veel in mij los. Met het woord ‘tapperij’ lijkt te worden aangegeven dat de barman binnen maar blijft schenken. Het uitnodigende ‘De Verwachting’ betekent dat er werkelijk van alles kan gebeuren.
Zo graag zou ik mijn auto aan de kant van de weg willen zetten, om nog broodnuchter naar binnen te wandelen en naar één van de vele tappen te wijzen, om een tel daarna het amberkleurige, licht-moutige elixer als veldfleswater in een keel van droge beschuit te laten neerdalen. Neerdalen, is dat niet een beetje dubbelop, zou ik vervolgens denken, waarna ik nog een glas zou bestellen en daarna nog drie.
Als deze hele gedachtengang klaar is ben ik inmiddels allang in Beverwijk of, als ik op de terugweg ben, in Landsmeer. Want ik zet mijn auto niet aan de kant van de weg, ik rij gewoon door. Maar ik heb Tapperij De Verwachting in Assendelft nodig, om in te zien dat ik ook drie jaar na het drinken van mijn laatste druppel nog altijd dorst heb. Om het kwartje te laten vallen dat ik de rest van mijn leven, te beginnen met vandaag, of laten we zeggen de komende tien minuten, vooral sterk zal zijn als ik werkelijk begrijp hoe kwetsbaar ik ben.
Voorlopig verander ik nog maar even niks aan de instellingen van mijn navigatiesysteem.
Vorige week verscheen van Erik Jan Harmens bij Lebowski Publishers: Ik noem dit poëzie - Verzamelde gedichten. Begin april verschijnt ook de zesde druk van Hallo muur, zijn derde en meest succesvolle roman. Om dat succes te vieren verschijnen op dit blog de komende tijd een aantal ‘nabeschouwingen’.